ECLI:NL:OGEAC:2016:87
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot rekening en verantwoording tussen zussen met betrekking tot bankopnames
In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, vordert eiseres, een in Nederland wonende zus, van haar in Curaçao wonende zus (gedaagde) een bedrag van NAf 54.550,00, alsmede buitengerechtelijke incassokosten en deurwaarderskosten. Eiseres stelt dat gedaagde in de periode van 3 september 2007 tot en met 9 december 2008 zonder haar toestemming verschillende bedragen van haar bankrekening heeft opgenomen, en dat gedaagde geen verantwoording heeft afgelegd over deze opnames. Gedaagde betwist dit en stelt dat zij enkel op instructie van eiseres heeft gehandeld.
Het procesverloop omvat onder andere een inleidend verzoekschrift, conclusies van antwoord, repliek en dupliek, en een akte uitlating producties. De rechter heeft vastgesteld dat eiseres en gedaagde zussen zijn en dat gedaagde in de genoemde periode opnames heeft gedaan van de bankrekening van eiseres. Eiseres heeft echter niet voldoende bewijs geleverd voor het totale bedrag dat zij vordert, en de rechter heeft geoordeeld dat gedaagde wel verantwoording heeft afgelegd voor een bedrag van NAf 15.000,00, dat zij heeft uitgegeven aan kosten voor eiseres.
De rechter heeft uiteindelijk de vordering van eiseres afgewezen, omdat deze niet voldoende onderbouwd was. Tevens heeft het Gerecht besloten om de proceskosten te compenseren, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 19 september 2016 door mr. I.H. Lips, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao.