ECLI:NL:OGEAC:2016:86

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
20 september 2016
Publicatiedatum
23 september 2016
Zaaknummer
KG 80172/2016
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de geldigheid van kandidatenlijsten voor de verkiezingen van de Staten van Curaçao

In deze zaak hebben eisers, leiders van politieke groeperingen, een kort geding aangespannen tegen het Land Curaçao. De eisers hebben zich verkiesbaar gesteld voor de Statenverkiezingen van 30 september 2016, maar hun kandidatenlijsten zijn niet door het vereiste aantal kiezers ondersteund. Eisers vorderen dat het Gerecht de ongeldigheid van artikel 19 van het Kiesbesluit Curaçao vaststelt, omdat dit in strijd zou zijn met internationale verdragsbepalingen. De procedure begon met een verzoekschrift op 6 september 2016, gevolgd door een mondelinge behandeling op 13 september 2016. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de eisers ontvankelijk zijn in hun vordering, maar dat de beperking van het aantal ondersteuningslocaties tot zes geen onrechtmatige schending van de vrijheid der verkiezingen oplevert. Het Gerecht heeft de vordering van eisers afgewezen en hen verwezen in de kosten van de procedure. De uitspraak is gedaan op 20 september 2016 door rechter S.M. Christiaan.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:

1.[EISER 1],

2. [EISER 2],

3. [EISER 3],

4. [EISER 4],

allen wonende in Curaçao,
eisers,
gemachtigde: mr. Q.C.O. Girigorie,
--tegen--
De openbare rechtspersoon
HET LAND CURAÇAO,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. M.F. Bonapart.
Partijen zullen hierna [eiser1] en de zijnen, dan wel eisers en het Land genoemd worden.

1.Verloop van de procedure

1.1. [
eiser1] en de zijnen hebben op 6 september 2016 een verzoekschrift met producties ingediend. Mr. Bonapart heeft namens het Land in twee e-mails van 12 september 2016 producties toegezonden. Tevens heeft het Land bij e-mail van 12 september 2016 jurisprudentie toegezonden waarop tijdens de mondelinge behandeling een beroep zou worden gedaan. Vervolgens heeft op 13 september 2016 de mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij partijen en hun gemachtigden zijn verschenen en het woord hebben gevoerd aan de hand van overgelegde pleitnotities.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Eisers zijn leiders van politieke groeperingen die zich verkiesbaar hebben gesteld als kandidaat op een kandidatenlijst voor de aankomende verkiezingen voor de leden van de Staten van het Land Curacao op 30 september 2016.
2.2.
Om te worden toegelaten tot de verkiezingen dient - onder meer - een kandidatenlijst door kiezers te worden ondersteund. In artikel 16 van het Kiesreglement (A.B. 2010 no. 87) is bepaald hoe zal worden vastgesteld door hoeveel kiezers een kandidatenlijst dient te worden ondersteund. De Minister heeft het aantal noodzakelijke kiezers op basis van dat artikel vastgesteld op 870.
2.3.
Artikel 17 van het Kiesreglement bepaalt dat de lokalen waarin de kandidatenlijsten door de kiezers kunnen worden ondersteund bij landsbesluit worden aangewezen. Artikel 19 van het Kiesbesluit Curaçao (A 2012 no. 56) wijst daartoe zes lokalen aan, te weten de buurthuizen van Tera Kora, Sta. Maria, Brievengat en Montanja, alsmede SDKK en het lokaal waar het hoofdstembureau zitting houdt (Kranchi).
2.4.
Op 20 en 21 augustus 2016 konden de kandidatenlijsten worden ondersteund door de kiezers (hierna: “ondersteuningsprocedure”).
2.5.
Artikel 28 van het Kiesreglement bepaalt – onder meer – dat ongeldig is de lijst die niet door het vereiste aantal bevoegde kiezers is ondersteund.
2.6.
Artikel 82 van het Kiesreglement bepaalt dat de voorzitter terstond nadat de stemmen zijn opgenomen, ten aanzien van iedere lijst bekend maakt zowel het aantal der op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen, als het gezamenlijk aantal uitgebrachte stemmen. Door de in het lokaal aanwezige kiezers kunnen bezwaren worden ingebracht.
2.7.
Blijkens het proces-verbaal van de zitting van het hoofdstembureau d.d. 29 augustus 2016 zijn de kandidatenlijsten van eisers niet door het vereiste aantal kiezers ondersteund. Door eisers is tijdens de zitting van het hoofdstembureau geen bezwaar gemaakt.
2.8.
Artikel 30 van het Kiesreglement bepaalt dat iedere kiezer binnen twee dagen na de dag waarop door het hoofdstembureau over de geldigheid van de lijsten is beslist, van die beslissing in beroep kan komen bij de rechter in eerste aanleg van Curaçao.
2.9.
Eisers hebben op 6 september 2016 een verzoekschrift bij het Gerecht ingediend.

3.Het geschil

3.1.
Eisers vorderen dat het Gerecht, oordelend in kort geding, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. Primair: bepaalt dat artikel 19 van het Kiesbesluit Curaçao, wegens strijd met artikel 3 van het Eerste Protocol bij het EVRM alsmede artikel 25 IVBPR (hierna: internationale verdragsbepalingen), onverbindend is en dat de kandidatenlijsten waarop eisers voorkomen als gevolg daarvan alsnog geldig dienen te worden verklaard voor deelname aan de verkiezingen voor leden van de Staten van Curaçao van 30 september 2016;
II. Subsidiair: bepaalt dat de uitvoering van het Kiesbesluit Curaçao en de Kiesregeling tijdens het proces der ondersteuning van de kandidatenlijsten van 20 en 21 augustus 2016 wegens strijd met internationale verdragsbepalingen jegens eisers onrechtmatig was en dat de kandidatenlijsten waarop eisers voorkomen alsnog geldig dienen te worden verklaard voor deelname aan de verkiezingen voor leden van de Staten van Curaçao van 30 september 2016;
III. Meer Subsidiair: bepaalt dat de resultaten van het proces der ondersteuning van de kandidatenlijsten van 20 en 21 augustus 2016 wegens strijd met internationale verdragsbepalingen jegens eisers onrechtmatig zijn en te bepalen dat de kandidatenlijsten waarop eisers voorkomen alsnog aan de verkiezingen voor leden van de Staten van Curaçao van 30 september 2016 kunnen deelnemen, althans een door het Gerecht in goede justitie te bepalen gevolg te verbinden aan de schendingen voornoemd;
IV. Althans al het voorgaande door het Gerecht in goede justitie te bepalen, kosten rechtens, inclusief de griffierechten, onder bepaling dat over het bedrag van de toegewezen proceskosten wettelijke rente verschuldigd zal zijn vanaf 14 dagen na de datum van vonniswijzing.
3.2.
Eisers hebben aan hun vordering ten grondslag gelegd dat (de uitvoering van) de ondersteuningsprocedure niet aan dezelfde waarborgen als de verkiezingen voldoet door slechts zes ondersteuningslokalen, waaronder vijf algemene lokalen (artikel 19 van het Kiesbesluit), aan te wijzen waar de kiezers hun steun kunnen betuigen. Dat levert een onrechtmatige beperking op van de vrijheid der verkiezingen zoals vervat in internationale verdragsbepalingen (artikel 3 van het Eerste Protocol bij het EVRM alsmede artikel 25 IVBPR). Eisers zijn daardoor benadeeld.
3.3.
Het Land heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Niet-ontvankelijkheid van eisers en de onbevoegdheid van de kort geding rechter

4.1.
Het Land heeft primair de niet-ontvankelijkheid van eisers bepleit. Daartoe is aangevoerd dat (1.) de vorderingen van eisers zich vanwege hun declaratoire aard niet lenen voor een oordeel in kort geding, en (2.) eisers de in artikel 82 en artikel 30 Kiesreglement opgenomen rechtsgang ter zake van de (on)geldigheid van de kandidatenlijsten niet binnen de daartoe geldende termijnen hebben gevolgd, en (3.) eisers door het laten verstrijken van de wettelijke termijnen geen spoedeisend belang hebben bij de vordering. Voorts heeft het Land bepleit dat de civiele kort geding rechter niet bevoegd is van het geschil kennis te nemen.
4.2.
De vordering van eisers strekt er toe dat zij alsnog worden toegelaten tot deelneming aan de verkiezingen. In zoverre heeft hun vordering geen declaratoir karakter en leent zich voor behandeling in kort geding. Dat daarbij een voorlopig oordeel gegeven zal moeten worden over de rechtmatigheid van (de uitvoering van) artikel 19 Kiesbesluit maakt dit niet anders.
4.3.
Vaststaat dat het Kiesreglement in artikel 82 en artikel 30 een rechtsgang biedt die niet door eisers is gevolgd. De aanwijzing van een andere rechtsgang maakt de kort geding rechter niet vanzelfsprekend onbevoegd. Eisers worden echter door de kort geding rechter niet-ontvankelijk verklaard wanneer de aangewezen rechtsgang voldoende rechtsbescherming biedt. Hiertoe is vereist dat in spoedeisende gevallen een met voldoende waarborgen omklede snelle rechtsgang openstaat waarin de eiser een met het kort geding vergelijkbaar resultaat kan bereiken. Daarvan is in het onderhavige geval geen sprake. De in het Kiesreglement gestelde rechtsgang strekt er toe rechtsbescherming te bieden tegen beslissingen van het hoofdstembureau over de rechtsgeldigheid van de kandidatenlijsten en de nummering van de lijsten, maar strekt er niet toe de onrechtmatigheid van een uitvoeringsregeling (in casu artikel 19 van het Kiesbesluit) ter discussie te stellen. De rechtsgeldigheid van de kandidatenlijsten, voor zover die ter beoordeling ligt van het hoofdstembureau, is beperkt tot datgene zoals vervat in artikel 28 van het Kiesreglement, waaronder het tijdstip waarop de kandidatenlijst is ingeleverd, de ondersteuning door het vereiste aantal bevoegde kiezers en of de lijst voldoet aan de voorschriften qua vorm en inrichting. Anders dan het Land stelt staan de in het Kiesreglement opgenomen strakke termijnen ten aanzien van de ondersteuningsprocedure en het vaste tijdspad ten aanzien van het gehele verkiezingsproces niet aan een behandeling door de kort geding rechter in de weg. Gelet op de rechtsbescherming die de in het Kiesreglement opgenomen regelingen en procedures beogen te bieden, kan dat wel een rol spelen bij de beoordeling van de gevraagde voorziening, mocht naar het voorlopig oordeel van het Gerecht tot onrechtmatigheid van de gewraakte regeling worden geconcludeerd.
4.4.
Gelet op het hiervoor overwogene gaat het door het Land opgeworpen verweer betreffende het spoedeisend belang evenmin op. Voldoende is gebleken dat het spoedeisend belang van eisers is gelegen in de aanstaande verkiezingen voor de leden van de Staten van het Land Curaçao op 30 september 2016.
4.5.
Nu de in het Kiesreglement opgenomen rechtsgang niet aan een procedure bij de kort geding rechter in de weg staat, gaat het verweer van het Land dat de civiele kort geding rechter onbevoegd is omdat de in het Kiesreglement opgenomen procedure geen ruimte laat voor hoger beroep, niet op zodat het Gerecht dat verweer eveneens passeert.
4.6.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat eisers ontvankelijk zijn in hun vordering en de civiele kort geding rechter bevoegd is om van het geschil kennis te nemen.
Vrijheid der verkiezingen
4.7.
Eisers hebben gesteld dat de beperking van het aantal ondersteuningslocaties tot zes een ongeoorloofde schending is van het beginsel van vrijheid der verkiezingen omdat daardoor een te hoge drempel wordt opgeworpen voor de kiezers om hun steun te betuigen. Het Land heeft – kort gezegd – gesteld dat het aantal ondersteuningslokalen en de locaties meer dan voldoende is om het geschatte aantal deelnemers af te handelen en dus geen belemmering vormt voor potentiele ondersteuners om de kandidatenlijst die men wil ondersteunen te helpen.
4.8.
Vooropgesteld zij dat noch uit (artikel 21 van het) het Kiesreglement noch uit de uitspraak van het Gerecht van 17 december 1990 (AR 525/90) volgt dat, zoals eisers stellen, de ondersteuningsprocedure aan dezelfde vereisten, procedures en uitvoeringsregelingen dient te voldoen als de verkiezingen teneinde te voldoen aan de waarborgen wat betreft de vrijheid der verkiezingen. Artikel 21 Kiesreglement beperkt zich tot het van overeenkomstige toepassing verklaren van diverse artikelen uit het Kiesreglement, voor zoveel als nodig. In voornoemde uitspraak heeft het Gerecht beslist dat waarborgen in de ondersteuningsprocedure dienen te worden ingebouwd teneinde geheimhouding te betrachten omtrent namen van diegenen die steun betuigen.
4.9.
Het voorgaande neemt niet weg dat de in de internationale verdragen vervatte regel dat verkiezingen vrij en geheim dienen te zijn, onverkort geldt voor de ondersteuningsprocedure. De ondersteuningsprocedure betreft echter een zelfstandige procedure vooruitlopend op de verkiezingen en dient op haar eigen merites te worden beoordeeld. Uit de reeks aan uitspraken van dit Gerecht [1] kan - in grote lijnen - worden afgeleid dat de voorwaarden zoals bij Kiesreglement gesteld aan de toelating van een groepering als politieke partij tot de verkiezingen toelaatbaar is. De rechtvaardiging daarvoor is - onder meer - er in gelegen dat het doel van de ondersteuningsprocedure er toe beperkt is stemgerechtigden de mogelijkheid te geven nieuwe politieke groeperingen aan de verkiezingen te laten deelnemen, terwijl de verkiezingen zelf tot doel hebben politieke macht te verdelen.
4.10.
Het Gerecht overweegt dat de beperking van het aantal locaties waar kiezers hun steun kunnen betuigen ook past in het kader van voornoemd doel van de ondersteuningsprocedure. Lichtvaardige en niet-serieuze kandidatenstellingen dienen immers voorkomen te worden. Het Gerecht acht, naar haar voorlopig oordeel, de beperking tot zes locaties ook proportioneel in die zin dat daardoor de vrije keuze niet zodanig wordt belemmerd dat sprake zou van onrechtmatige regelgeving. Daartoe is van belang dat de aanwijzing van de zes locaties in het Kiesbesluit gebaseerd is op de ervaringen van het hoofdstembureau sedert 2003. Desgevraagd heeft het hoofdstembureau aangegeven dat ter bepaling van het aantal locaties is gekeken naar de geografische verdeling van de bevolking en naar de bevolkingsconcentraties per gebied, alsmede naar het aantal stemmers per locatie in het verleden. Gelet hierop en mede in aanmerking nemende de langere periode waarin kiezers hun steun kunnen betuigen (twee dagen van 8.00 uur tot 20.00 uur) in relatie tot het beperkt aantal vereiste ondersteuningsstemmen voor deelname aan de verkiezingen (870), vormt de beperking van het aantal ondersteuningslokalen tot zes geen wezenlijke belemmering voor een politieke partij om deel te nemen aan de verkiezingen. Ook niet, als zoals dit jaar het geval was, aanzienlijk meer (13) nieuwe kandidatenlijsten zich hebben opgegeven. Het hoofdstembureau heeft uitgerekend dat ook in dat geval het aantal locaties toereikend was zonder dat sprake zou zijn van een wezenlijke belemmering in de vorm van overvolle locaties, lange wachttijden of een tekort aan stembiljetten. Gebleken is ook, zo heeft het hoofdstembureau gesteld en is door eisers niet betwist, dat zich feitelijk op 20 en 21 augustus 2016 op geen van de locaties dergelijke onoverkomelijke problemen hebben voorgedaan. De vraag of het Kiesreglement en/of het Kiesbesluit meer flexibiliteit behoeft om met het aantal beschikbare lokalen te kunnen variëren afhankelijk van het aantal nieuwe kandidatenlijsten, behoeft hier geen beantwoording.
4.11.
Het voorgaande brengt met zich dat de beperking van het aantal ondersteuningslocaties zoals vervat in artikel 19 van het Kiesbesluit, naar het voorlopig oordeel van het Gerecht een objectief en legitiem doel dient en de vrijheid om te kiezen of gekozen te worden niet wezenlijk belemmert. Van met internationale verdragen strijdige regelgeving is dan ook geen sprake. De gevraagde voorziening ligt daarmee voor afwijzing gereed. Om die reden zullen eisers worden verwezen in de kosten van de procedure.
De beslissing
Het Gerecht:
Rechtdoende in kort geding:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
verwijst eisers in de kosten van deze procedure, tot aan de uitspraak aan de zijde van het Land begroot op NAf 1.500,- aan salaris gemachtigde.
Dit vonnis in kort geding is gewezen door mr. S.M. Christiaan, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 20 september 2016.

Voetnoten

1.KG 27 november 1997, 568/1997 en Hof 30 juni 1998, 193/1998 en KG 18 maart 1999, 74/1999, KG 22 april 2003, 88/2003