ECLI:NL:OGEAC:2016:81
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verjaring van vordering uit kredietovereenkomst tussen Korpodeko en gedaagde
In deze zaak heeft de stichting Korpodeko, voorheen bekend als Fundashon Empresa Chiki Korsou (FECK), een vordering ingesteld tegen een gedaagde in verband met een kredietovereenkomst. De overeenkomst, gesloten op 14 juli 2000, betrof een lening van NAf 17.000,00 met een rente van 10% per jaar. De gedaagde heeft in de periode van 11 september 2000 tot en met 9 oktober 2002 een totaalbedrag van NAf 14.300,00 aan Korpodeko betaald, maar heeft sindsdien geen verdere betalingen verricht. Korpodeko heeft de gedaagde in december 2015 aangemaand tot betaling van het openstaande saldo van de lening.
De gedaagde heeft als verweer aangevoerd dat de vordering is verjaard, omdat zij na de laatste betaling op 9 oktober 2002 geen contact meer heeft gehad met Korpodeko. Het Gerecht heeft overwogen dat een rechtsvordering als deze verjaart na vijf jaar, tenzij er sprake is van een schriftelijke aanmaning die de verjaring stuit. Korpodeko heeft gesteld dat zij verschillende aanmaningsbrieven heeft gestuurd, maar het Gerecht heeft geconcludeerd dat de overgelegde brieven niet aan de vereisten voor een stuitende aanmaning voldoen.
Uiteindelijk heeft het Gerecht geoordeeld dat de vordering van Korpodeko op 1 januari 2009 is verjaard, omdat er geen tijdige schriftelijke aanmaningen zijn verstuurd. De vordering is afgewezen en Korpodeko is veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die op dat moment op nihil zijn begroot. Dit vonnis is uitgesproken door mr. I.H. Lips op 5 september 2016.