ECLI:NL:OGEAC:2016:73

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
15 augustus 2016
Publicatiedatum
17 augustus 2016
Zaaknummer
AR 78441/2016
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis over gebruiksvergoeding na ontbinding van een koopovereenkomst betreffende vlaggen

In deze zaak heeft eiseres, een advocatenkantoor in Curaçao, een koopovereenkomst gesloten met de besloten vennootschap Mammoet Vlaggen B.V. voor de vervaardiging van twee vlaggen. De vlaggen werden op 24 april 2015 geleverd, maar voldeden niet aan de overeenkomst, omdat de kleuren van de logo's niet correct waren en een vlaggenstok al gebruikt was. Eiseres heeft de vlaggen uiteindelijk op 27 april 2015 gebruikt voor een open dag, maar heeft later de overeenkomst ontbonden wegens wanprestatie en terugbetaling van de koopsom van Naf 710,20 geëist. Mammoet heeft betwist tekort te zijn geschoten en heeft gesteld dat eiseres gebruiksgenot heeft genoten van de vlaggen, wat een vergoeding rechtvaardigt.

Het gerecht heeft vastgesteld dat Mammoet tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, omdat de geleverde vlaggen niet voldeden aan de verwachtingen van eiseres. De ontbinding van de overeenkomst heeft geen terugwerkende kracht, maar eiseres heeft voldaan aan haar verplichtingen door de vlaggen en stokken te retourneren. Het gerecht heeft geoordeeld dat Mammoet Naf 660,20 aan eiseres moet terugbetalen, verminderd met een vergoeding van Naf 50,00 voor het gebruik van de vlaggen. De vordering tot schadevergoeding van Naf 9.289,80 is afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt.

Uitspraak

HET GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Vonnis in de zaak van:
[EISERES] | ,
gevestigd in Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: mr. M.M. Bloem,
--tegen--
de besloten vennootschap
MAMMOET VLAGGEN B.V.,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
procederende in persoon.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Mammoet genoemd worden.

1.Verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het inleidend verzoekschrift met producties, op 7 april 2016 ter griffie ingediend;
- de conclusie van antwoord, op 16 mei 2016 ter griffie ingediend;
- de mondelinge behandeling die plaatsvond op 13 juli 2016, alwaar zijn verschenen [eiseres], bijgestaan door haar gemachtigde voornoemd die namens haar het woord heeft gevoerd mede aan de hand van een schriftelijke toelichting en Mammoet die zich heeft laten vertegenwoordigen door haar directeur, de heer [directeur].
1.2.
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
De volgende feiten zullen in dit geding als tussen partijen vaststaand worden aangemerkt. Deze feiten blijken uit overgelegde stukken en/of volgen uit stellingen van partijen voor zover deze door de ene partij zijn aangevoerd en door de andere partij zijn erkend of niet dan wel onvoldoende gemotiveerd zijn betwist.
2.2. [
eiseres] is eigenaresse van een advocatenkantoor. Zij heeft om dit kantoor te promoten op 22 april 2015 een tweetal vlaggen besteld bij Mammoet. De bestelling luidt als volgt:

2 x Beachflag stokken (350 cm)
2x Flags (75/300)
Let op (er zijn 2 verschillende logo’s):
Een flag moet het logo hebben van [eiseres]/ Bloem en de andere flag het logo van Bloem [eiseres].
2.3.
Op 24 april 2015 zijn de vlaggen en vlaggenstokken bij [eiseres] afgeleverd en is door [eiseres] Naf 710,20 voor de bestelling voldaan aan Mammoet.
2.4.
In een emailbericht van 24 april 2015 van [eiseres] aan Mammoet bericht zij als volgt:

Zoals reeds telefonisch bericht lijkt een van de stokken te zijn gebruikt en mist het bijbehorende touwtje. De heer Barneveld is onderweg naar uw kantoor om deze te vervangen.
Nadat ik de telefoon heb opgehangen werd een opvallend kleurverschil is in de kleur van de namen geconstateerd.[eiseres] / Bloem lijkt eerder op donker bruin dan zwart.
Ik begrijp dat op korte termijn hieraan niets kan worden gedaan, doch verneem volgende week graag van u hoe wij dit het beste kunnen afwikkelen.
2.5.
Op koningsdag op 27 oktober 2015 heeft [eiseres] – desondanks - de vlaggen opgehangen.
2.6.
Op 12 mei 2015 bericht de heer [directeur] in een email aan [eiseres] als volgt:

Uw email is onbeantwoord gebleven, die kwam binnen juist op de dag dat ik naar Nederland vertrok.
Ik stel voor de betreffende vlag(gen) naar hier te brengen zodat wij het kleur verschil kunnen bekijken
Alsmede het aangeleverde bestand om te kijken waar de fout zit en zullen dan
Naar alle waarschijnlijkheid wel nieuwe voor u gaan maken.
2.7.
In een email van 24 augustus 2015 van [eiseres] aan Mammoet, wordt als volgt bericht:

Met grote verbazing lees ik uw schrijven. Ik heb sedert april 2015 mijn beklag hierover gedaan. Naar aanleiding daarvan is mij de toezegging gedaan dat de vlaggen –binnen 2 weken- opnieuw zouden worden gedrukt.
De vlaggen zijn in mei 2015 teruggeleverd. Inmiddels leven wij in de maand augustus 2015. Vanaf mei 2015 hebben wij geen gebruik van kunnen maken. Wij lijden hierdoor schade.
2.8.
Op 25 augustus 2015 bericht Mammoet in een email aan [eiseres]:

Bontardi,
Vlaggen ligt klaar.
2.9.
Op 25 augustus 2015 bericht [eiseres] in een email aan Mammoet:

Hedenmiddag hebben wij wederom (telefonisch) mijn beklag gedaan over onder andere de kwaliteit van de vlaggen, echter had u daar geen oor voor.
Op de koop toe heeft u 2 van dezelfde vlaggen gemaakt, zulks terwijl 1 vlag [eiseres] | Bloem dient te zijn en de ander vlag Bloem | [eiseres]. Aangehecht de foto’s!
Het behoeft geen betoog dat u de opdracht niet op juiste wijze heeft uitgevoerd. Wij zijn reeds maanden met u bezig om dit tot een goed eind te brengen, echter zonder resultaat.
U bent in gebreke en tevens stellen wij u aansprakelijk voor alle schade. Thans verzoek ik u (wederom) enkel teruggave van het betaaalde zijndeNAF.710,20.
2.10.
Hierna is door Mammoet op, respectievelijk, 8 januari 2016 en 22 januari 2016, een tweetal proefafdrukken gemaakt die evenmin door [eiseres] goed bevonden zijn.
2.11.
Op 22 februari 2016 heeft [eiseres] de overeenkomst tot het vervaardigen van de vlaggen wegens wanprestatie/tekortkoming ontbonden en terugbetaling gevorderd van de door haar betaalde koopsom.
2.12. [
eiseres] is thans nog in het bezit van de vlaggenstokken doch beschikt niet over de vlaggen.

3.Het geschil

3.1. [
eiseres] vordert, bij bevel uitvoerbaar bij voorraad,
1. Mammoet te veroordelen tot betaling van Naf 710,20, vermeerderd met de wettelijke rente en;
2. Mammoet te veroordelen tot betaling van NAf 9.289,80- althans een door het gerecht te bepalen bedrag, wegens geleden materiele schade en;
3. Mammoet te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling van het geschil

4.1.
De eerste vraag die ter beantwoording van het gerecht staat is of Mammoet tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen.
4.2.
Ingevolge artikel 7:17 lid 1 BW dient een afgeleverde zaak te beantwoorden aan de overeenkomst. Artikel 7:17 lid 2 BW bepaalt dat een zaak niet aan de overeenkomst beantwoordt indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten.
4.3.
De overeenkomst tussen [eiseres] en Mammoet ziet op het vervaardigen van een tweetal vlaggen door Mammoet voor [eiseres]. Die vlaggen zijn op 22 april 2015 door [eiseres] bij Mammoet besteld en vervolgens op 24 april 2015 door Mammoet aan [eiseres] geleverd. [eiseres] heeft gesteld dat de levering niet met de opdracht correspondeerde. Zo waren de letters op één van de vlaggen niet in de juiste kleur en was één van de vlaggenstokken reeds gebruikt. De vlaggenstok werd dezelfde dag nog door Mammoet vervangen. Nu [eiseres] de vlaggen nodig had voor haar open dag op 27 april 2015, heeft zij besloten de vlaggen toch te gebruiken voor die gelegenheid en heeft ze deze vervolgens begin mei 2015 aan Mammoet geretourneerd. Mammoet heeft toegezegd nieuwe vlaggen te zullen produceren. Na een aanschrijving daartoe door [eiseres] aan Mammoet op 24 augustus 2015, werden nieuwe vlaggen geleverd door Mammoet op 25 augustus 2015. Ook de nieuwe vlaggen voldeden niet aan de opdracht, nu beide vlaggen, zo blijkt ook uit de door [eiseres] bij het verzoekschrift overgelegde productie 7, hetzelfde logo, namelijk dat van “Bloem | [eiseres]” bevatten, in plaats van de verzochte twee verschillende logo’s van “[eiseres] | Bloem” en “Bloem | [eiseres]”. Hierna ontstond tussen partijen onenigheid over de geleverde vlaggen, waarbij Mammoet weigerde de vlaggen retour te ontvangen. Uiteindelijk zijn de vlaggen tijdens een bespreking tussen partijen op 23 december 2015, door Mammoet alsnog in ontvangst genomen. Hierna zijn door Mammoet nog een tweetal proefafdrukken geproduceerd, doch voldeden deze evenmin aan de wensen van [eiseres] nu de kleuren op die afdrukken niet overeenkwamen met de kleuren van het door [eiseres] aangeleverde digitale bestand, aldus nog steeds [eiseres]. Mammoet heeft de stellingen zijdens [eiseres] betwist en gesteld dat na de eerste levering van de vlaggen op 24 april 2015 die een foutje bleken te bevatten, Mammoet het in de ogen van [eiseres] niet meer goed kon doen. Mammoet is echter steeds bereid geweest, en is dat nog steeds, nieuwe vlaggen voor [eiseres] af te drukken teneinde aan haar wensen te kunnen voldoen. Dit bleek, en blijkt, niet voldoende voor [eiseres]. Mammoet betwist tekort te zijn geschoten in de nakoming van de overeenkomst met [eiseres].
4.4.
Het gerecht stelt vast dat één van de in april 2015 geleverde vlaggen een afwijking vertoonde en dat de vlaggen begin mei 2015 aan Mammoet werden geretourneerd, waarna het nog ruim drie maanden duurde voordat de nieuwe vlaggen werden geleverd die opnieuw niet aan de opdracht voldeden, nu de logo’s op deze vlaggen onjuist waren. Het duurde vervolgens opnieuw enkele maanden voordat er nieuwe proefafdrukken werden gemaakt.
4.5.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de door Mammoet geleverde vlaggen niet voldeden aan de door [eiseres] verstrekte opdracht nu deze niet de eigenschappen bezaten die [eiseres] op grond van de overeenkomst mocht verwachten (artikel 7: 17 BW). Mammoet is zodoende tekort geschoten in de nakoming van de overeenkomst met [eiseres], zodat [eiseres] de overeenkomst met Mammoet op 22 februari 2016 rechtsgeldig heeft ontbonden.
4.6.
De stelling van Mammoet dat zij steeds een goed product aan [eiseres] heeft afgeleverd en het juist [eiseres] was die steeds spijkers op laag water zocht, wordt door het gerecht verworpen. Door Mammoet is immers onvoldoende weersproken dat de eerste twee leveringen niet aan de opdracht voldeden en dat dat de aanleiding was van de onenigheid die vervolgens tussen partijen ontstond.
4.7.
De ontbinding van de overeenkomst heeft ingevolge artikel 6:271 BW geen terugwerkende kracht, maar doet verbintenissen tot ongedaanmaking van de reeds geleverde prestaties ontstaan. [eiseres] heeft van haar kant voldaan aan deze verplichting tot ongedaanmaking aangezien zij vlaggen en vlaggenstokken heeft geretourneerd ofwel heeft aangeboden deze terug te geven. Dit is door Mammoet niet weersproken. Mammoet heeft anderzijds niet aan de verplichting tot ongedaanmaking, namelijk het terugbetalen van de betaalde som, voldaan zodat de vordering 1 in zoverre, in beginsel, voor toewijzing in aanmerking komt.
4.8.
Mammoet heeft evenwel, onweersproken, gesteld dat de vlaggen en de vlaggenstokken door [eiseres] zijn gebruikt op de open dag van haar advocatenkantoor op 27 april 2015. Het gerecht begrijpt deze stelling van Mammoet aldus dat Mammoet zich erop beroept dat een vergoeding op de door haar aan [eiseres] terug te betalen koopsom in mindering moet worden gebracht vanwege het gebruiksgenot dat [eiseres] van de vlaggen en de vlaggenstokken tijdens haar open dag heeft genoten.
4.9.
Uit artikel 6:272 lid 2 BW vloeit voort dat een vergoeding op zijn plaats is nu het gebruik van de vlaggen niet ongedaan kan worden gemaakt. Enerzijds voldeden de vlaggen niet, anderzijds zijn ze wel gebruikt door [eiseres]. Het gerecht ziet daarin aanleiding om het door [eiseres] genoten voordeel te begroten op NAf 50,00. Dit bedrag wordt dus in mindering gebracht op de door Mammoet aan [eiseres] terug te betalen koopsom van NAf 710,20.
4.10.
De vordering van [eiseres] tot veroordeling van Mammoet tot betaling aan haar van het bedrag van NAf 710,20 zal mitsdien worden toegewezen tot een bedrag van (NAf 710,20 – NAf 50,00 =) NAf 660,20, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van de datum van indiening van het verzoekschrift.
4.11.
Het gerecht begrijpt de uitlatingen van Mammoet tijdens de zitting ter zake de door [eiseres] gevorderde schadevergoeding als dat zij zich tegen toewijzing daarvan verzet. Het gerecht wijst de gevorderde schadevergoeding ter hoogte van NAf 9.289,80 af, nu die schade door [eiseres] onvoldoende is onderbouwd.
4.12.
Nu partijen over en weer op punten in het ongelijk zijn gesteld, ziet het gerecht aanleiding tot compensatie van de proceskosten over te gaan zodat ieder der partijen de eigen proceskosten zal dragen.

5.De beslissing

Het Gerecht:
- veroordeelt Mammoet tot betaling aan [eiseres] van een bedrag van NAf 660,20, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 7 april 2016 tot de dag der algehele voldoening;
- compenseert de proceskosten;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.E. Sijsma, rechter in dit gerecht, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 15 augustus 2016.