ECLI:NL:OGEAC:2016:7

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
11 april 2016
Publicatiedatum
26 april 2016
Zaaknummer
AR 75895/2015
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietige overeenkomst ter onttrekking van auto aan beslag

In deze zaak heeft eiser, wonende in Nederland, een conservatoir beslag gelegd op een motorrijtuig van het merk Buick, model Regal, ter verzekering van een vordering op de naamloze vennootschap Sure Lottery N.V. uit hoofde van achterstallige huur. Gedaagde, wonend in Curaçao, heeft verzocht om opheffing van het beslag en teruggave van de auto, stellende dat de auto haar in eigendom toebehoort. Het Gerecht heeft vastgesteld dat het conservatoir beslag op de auto is overgegaan in executoriaal beslag, waardoor eiser gerechtigd is om over te gaan tot openbare verkoop van de auto. Gedaagde heeft echter niet voldaan aan haar stelplicht en bewijslast met betrekking tot de eigendom van de auto. Het Gerecht heeft geoordeeld dat er sprake is van een constructie tussen gedaagde en Sure Lottery om betaling aan eiser te voorkomen, waardoor de huurkoopovereenkomst nietig is verklaard. Eiser heeft recht op schadevergoeding voor de opslagkosten en veilingkosten, en gedaagde is veroordeeld in de proceskosten. De vorderingen in reconventie van gedaagde zijn afgewezen.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
VONNIS
in de zaak van:
[eiser],
wonende in Nederland,
eiser,
gemachtigde: mr. A.K. Kleinmoedig,
tegen
[gedaagde],
wonend in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. A.W.P. Eustatius.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het inleidend verzoekschrift met producties, op 6 oktober 2015 ter griffie ingediend;
- de conclusie van antwoord met drie producties;
- het pleidooi op 8 maart 2016 alwaar namens [eiser] mr. Kleinmoedig is verschenen. Verder zijn [gedaagde] en mr. Eustatius verschenen. De gemachtigden hebben het woord gevoerd, mede aan de hand van pleitnota’s. Mr. Eustatius heeft ter zitting een productie overgelegd (zijnde de huurkoopovereenkomst van 6 januari 2011);
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
De volgende feiten zullen in dit geding als tussen partijen vaststaand worden aangemerkt. Deze feiten blijken uit overgelegde stukken en/of volgen uit stellingen van partijen voor zover deze door de ene partij zijn aangevoerd en door de andere partij zijn erkend of niet dan wel onvoldoende gemotiveerd zijn betwist.
2.2. [
eiser] heeft op 13 juni 2013 conservatoir beslag doen leggen op een motorrijtuig van het merk Buick, model Regal, kenteken [kenteken] (hierna: de auto), op naam gesteld van de naamloze vennootschap Sure Lottery N.V. (hierna Sure Lottery), ter verzekering van een vordering van [eiser] op Sure Lottery uit hoofde van achterstallige huur. De auto is kennelijk in gerechtelijke bewaring gesteld bij het deurwaarderskantoor S.C.M. Ersilia N.V. tot op heden.
2.3.
Bij vonnis van dit Gerecht van 24 maart 2014 (AR 2013/63163) is Sure Lottery onder meer veroordeeld tot betaling aan [eiser] van een bedrag van NAf 64.835,50.
2.4.
Op 12 december 2014 is de openbare verkoop van de auto aangezegd aan Sure Lottery tegen 18 december 2014.
2.5. [
gedaagde] heeft op 16 december 2014 bij dit Gerecht een verzoekschrift in kort geding ingediend strekkende tot een verbod op de openbare verkoop van de auto en het opheffen van het beslag en teruggave van de auto. Zij voerde daartoe in de kern aan dat de auto haar in eigendom toebehoort.
2.6.
In het kort gedingvonnis van 18 december 2014 (KG 71527/2014) is het [eiser] verboden de voorgenomen openbare verkoop van de auto door te zetten. De vorderingen van [gedaagde] tot opheffing van het beslag en afgifte zijn afgewezen omdat [gedaagde] heeft nagelaten de geëxecuteerde op te roepen, hetgeen is voorgeschreven in artikel 438 lid 5 Rv.

3.Het geschil

3.1. [
eiser] vordert in conventie (samengevat), bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
-voor recht te verklaren dat de auto aan Sure Lottery in eigendom toebehoort;
-[gedaagde] te veroordelen tot medewerking aan de executie, althans de executie niet te verhinderen;
-[gedaagde] te veroordelen in de door [eiser] geleden schade bestaande uit opslagkosten en kosten in verband met de veiling;
-[gedaagde] te veroordelen in de kosten van deze procedure.
3.2. [
eiser] legt aan de vordering (onder meer) ten grondslag dat de auto in eigendom toebehoort aan Sure Lottery en dat [gedaagde] met Sure Lottery onder één hoedje speelt om te voorkomen dat de auto wordt uitgewonnen.
3.3. [
gedaagde] heeft verweer gevoerd.
3.4. [
gedaagde] vordert in reconventie (samengevat), bij vonnis, het conservatoir beslag ten laste van Sure Lottery op te heffen en/of [eiser] te bevelen de auto aan [gedaagde] terug te geven.
3.5. [
eiser] heeft verweer gevoerd.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Op grond van artikel 704 Rv is het conservatoir beslag op de auto overgegaan in executoriaal beslag. [eiser] is in beginsel gerechtigd om over te gaan tot openbare verkoop van de auto.
4.2. [
gedaagde] voert als verweer in conventie en als grondslag in reconventie aan dat de auto van haar is, zodat meewerken aan executie niet van haar kan worden gevergd. [gedaagde] heeft aangevoerd dat zij de auto heeft gekocht in de Verenigde Staten in oktober 2010. In januari 2011 sloot zij een huurkoopovereenkomst met Sure Lottery die op 6 januari 2011 is ondertekend door [gedaagde] en [directeur bedrijf], de directeur van Sure Lottery. De eerste termijn had in februari 2011 betaald moeten worden door Sure Lottery. Er is nimmer betaald door Sure Lottery aan [gedaagde]. [gedaagde] heeft ingebrekestellingen verzonden aan Sure Lottery. Vervolgens heeft [gedaagde] de auto in mei 2011 weer teruggenomen. Vanaf toen reed zij zelf in de auto totdat deze in beslag werd genomen.
4.3.
Op [gedaagde] rust de stelplicht en bewijslast van de stelling dat de auto aan haar toebehoort nu zij zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten. Tegenover het onderbouwde betoog van [eiser] dat er sprake is van het spelen onder één hoedje, heeft [gedaagde] niet voldaan aan haar stelplicht. Het volgende is redengevend.
4.4. [
gedaagde] heeft ter zitting onlogische en soms innerlijk tegenstrijdige verklaringen afgelegd over het gebruik en de eigendom van de auto. Zo heeft [gedaagde] enerzijds verklaard dat ze niet in de auto heeft gereden na aanschaf en anderzijds verklaarde zij dat zij wel in de auto heeft gereden. Verder heeft zij verklaard dat zij de auto in mei 2011 weer heeft teruggenomen uit handen van Sure Lottery, hetgeen moeilijk is te rijmen met het gegeven dat de auto blijkens de Motorrijtuigenkeuringskaart Curaçao per 27 oktober 2011 op naam van Sure Lottery is gezet. Als verklaring daarvoor geeft [gedaagde] aan dat dat komt door slordigheid aan haar kant. Voorts is van belang dat [gedaagde] niet aantoonbaar enige actie heeft ondernomen tegen inbeslagname van de auto in juni 2013 tot het moment dat de veiling werd aangekondigd in december 2014. Dit betekent dat zij, terwijl zij in de auto reed toen deze in beslag werd genomen, niettemin gedurende anderhalf jaar geen brief heeft verzonden, noch een advocaat heeft ingeschakeld om de auto terug te krijgen. Ook heeft zij niet gesteld en /of is gebleken dat zij enige actie in de richting van Sure Lottery / [directeur bedrijf] heeft ondernomen met betrekking tot de auto. Daarnaar gevraagd ter zitting antwoordde [gedaagde] dat zij de deurwaarder wel heeft gevraagd naar de stand van zaken, maar dat deze steeds vertelde dat het goed zou komen. Op de vraag hoe zij dan voor vervoer zorgde vanaf het beslag antwoordde [gedaagde] dat ze soms in de auto van haar zoon reed. Verder is van belang dat [gedaagde] heeft nagelaten met stukken te onderbouwen dat zij Sure Lottery in gebreke heeft gesteld, terwijl zij, zo verklaarde zij ter zitting, wel over die brieven beschikt.
4.5.
Dit alles in samenhang beschouwd, tegen de achtergrond dat [directeur bedrijf] en [gedaagde] tot “2011 / 2012”, zoals [gedaagde] ter zitting naar voren heeft gebracht, hebben samengewoond, geeft het Gerecht aanleiding om met [eiser] aan te nemen dat [directeur bedrijf] en [gedaagde] een constructie hebben toegepast opdat Sure Lottery onder betaling aan [eiser] uit zou komen. Hetgeen [gedaagde] heeft aangevoerd gaat dan ook niet op. De huurkoopovereenkomst is ingevolge het bovenstaande nietig, nu deze in strijd is met de goede zeden (artikel 3: 40 BW).
4.6. [
gedaagde] heeft tenslotte tevergeefs nog aangevoerd dat de auto bij haar thuis in beslag is genomen. Dit ondersteunt volgens [gedaagde] haar betoog dat zij de eigenaresse van de auto is. Volgens [gedaagde] dient dit bovendien als een vaststaand feit te worden beschouwd nu dit van de zijde van [eiser] ten tijde van het kort geding niet is betwist. [gedaagde] heeft gewezen op rechtsoverweging 4.2. van het kort geding vonnis. In de eerste plaats geldt dat ter zitting door [eiser] is betwist dat de auto op het terrein van [gedaagde] in beslag is genomen. Daarbij verwijst [eiser] naar het beslagexploot waarin de Sombreroweg 44, het adres van Sure Lottery, staat genoemd als plaats van inbeslagname. Door deze betwisting kan derhalve in onderhavige procedure niet als vaststaand feit worden aangenomen dat de auto bij [gedaagde] in beslag is genomen. Daarnaast geldt dat ook als zou vaststaan dat de auto bij [gedaagde] in beslag is genomen, dit niet afdoet aan hetgeen hiervoor onder 4.4 en 4.5 is overwogen.
4.7.
Voor de vorderingen in conventie betekent voorgaande dat het [gedaagde] zal worden verboden om verkoop van de auto te verhinderen. De gevorderde veroordeling tot medewerking aan de executie is niet toewijsbaar aangezien dat onderdeel van de vordering veronderstelt dat [gedaagde] eigenaresse is, hetgeen gezien het bovenstaande in onderhavige procedure niet vast staat. De gevorderde verklaring voor recht zal worden afgewezen aangezien deze verklaring betrekking heeft op een derde, niet bij onderhavige procedure betrokken, partij.
4.8.
De gevorderde schade bestaande uit opslagkosten van inmiddels NAf 6.124,75 en de kosten in verband met de veiling zijn toewijsbaar. Aannemelijk is immers dat [eiser] schade zal lijden als gevolg van de executiekosten (bewaring- en veilingkosten). De executie- en marktwaarde van de auto (onderscheidenlijk NAf 26.800,-/ NAf 38.250 blijkens het overgelegde taxatierapport van 9 april 2014) is namelijk lager dan hetgeen door Sure Lottery aan [eiser] is verschuldigd (NAf 64.835,50 blijkens het vonnis van 24 maart 2014). De beslagkosten zullen worden afgetrokken van de opbrengst van de veiling, zodat aan [eiser] dan slechts een netto-bedrag wordt uitgekeerd (artikelen 480 en 474 Rv), een lager bedrag dus dan het bedrag dat hem toekomt. Het verschil tussen dit netto-bedrag en het ‘brutobedrag’ kan worden aangemerkt als schade aan de zijde van [eiser]. Hij zal dit immers minder ontvangen na de veiling, als gevolg van het opzetje van [gedaagde] en [directeur bedrijf] / Sure Lottery. Nu is aangenomen dat [gedaagde] met [directeur bedrijf] / Sure Lottery heeft samengespannen, kan genoemde schade op grond van onrechtmatige daad worden toegewezen.
4.9.
Ook zal [gedaagde] worden veroordeeld in de proceskosten van [eiser]. Die belopen tot op heden NAf 450,- aan griffierecht, NAf 348,45 aan kosten exploot en NAf 1.800,- aan gemachtigdensalaris.
4.10.
De vorderingen in reconventie worden bij gebreke aan grondslag afgewezen. Ondanks het verzoek daartoe zal [eiser] niet de proceskosten betreffende de reconventie worden veroordeeld nu er sprake is van zodanige samenhang dat verondersteld moet worden dat dit geen extra kosten met zich heeft meegebracht.

5.De beslissing

Het Gerecht:

in conventie
- verbiedt [gedaagde] de al dan niet openbare verkoop van het motorrijtuig Buick, model Regal met kenteken [kenteken], op verzoek van [eiser], te verhinderen op welke wijze dan ook;
- veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van NAf 6.124,75 en de veilingkosten;
- veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op NAf 798,45 aan verschotten en NAf 1.800,- aan gemachtigdensalaris,
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
- wijst af het meer of anders gevorderde.
in reconventie
- wijst af het gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.E. Sijsma, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 11 april 2016.