ECLI:NL:OGEAC:2016:68

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
13 mei 2016
Publicatiedatum
12 augustus 2016
Zaaknummer
KG 78512/2016
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing omgangsregeling en contactverbod in kort geding tussen ex-echtgenoten met minderjarige kinderen

In deze zaak heeft de vrouw op 13 april 2016 een verzoekschrift ingediend tot het treffen van een voorlopige voorziening in kort geding, met betrekking tot de omgangsregeling van de kinderen met de man. De vrouw vordert schorsing van de omgangsregeling, een contactverbod voor de man met betrekking tot de kinderen, en betaling van achterstallige kinderalimentatie. De partijen zijn op 1 september 2005 in Curaçao in algehele gemeenschap van goederen gehuwd en hebben twee minderjarige kinderen. Na een echtscheidingsconvenant in 2015 is de omgangsregeling vastgesteld, maar door een incident in maart 2016, waarbij de man en de nieuwe partner van de vrouw in een handgemeen verwikkeld raakten, is de vrouw bezorgd over de veiligheid van de kinderen. De vrouw stelt dat de kinderen bang zijn voor de man en behoefte hebben aan rust. De man ontkent agressief gedrag en stelt dat de vrouw de feiten onjuist voorstelt. Het Gerecht oordeelt dat er voldoende redenen zijn om de omgangsregeling te schorsen en een contactverbod op te leggen, gezien de angst van de kinderen en de agressieve houding van de man. Daarnaast wordt de man veroordeeld tot betaling van achterstallige kinderalimentatie. Het vonnis is uitgesproken op 13 mei 2016.

Uitspraak

HET GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[de vrouw],
wonende te Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: mr. J.C. Meulen,
--tegen--
[de man],
wonende te Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. M.C. Vaders,
[eiseres] wordt hierna de vrouw genoemd en [gedaagde] de man.

1.Verloop van de procedure

1.1.
De vrouw heeft op 13 april 2016 een verzoekschrift, strekkende tot het treffen van een voorziening in kort geding, ter griffie ingediend. Het verzoekschrift bevat producties. Op 25 april 2016 is het verzoek behandeld ter zitting. Partijen zijn met hun gemachtigden voornoemd verschenen en hebben het woord gevoerd, de gemachtigden mede aan de hand van pleitnota’s.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn op 1 september 2005 in Curaçao in algehele gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd. Uit hun huwelijk zijn twee thans nog minderjarige kinderen geboren: [kind 1], [geboorte datum en geboorte jaar] en [kind 2], [geboorte datum en geboorte jaar] (verder: de kinderen).
2.2.
Partijen zijn op 29 mei 2015 een echtscheidingsconvenant overeengekomen. Ten aanzien van de kinderen zijn partijen overeengekomen dat zij het gezamenlijke gezag zullen hebben. Voorts is voor wat betreft de omgang (onder meer) afgesproken dat de kinderen 4 dagen per week bij de vrouw zullen verblijven en 3 dagen per week bij de man. Over de kosten voor verzorging en opvoeding van de kinderen is overeengekomen dat de man de vrouw NAf 1.250,- per maand per kind betaalt.
2.3.
Op 15 juni 2015 verzond de man een whatsapp aan de vrouw waarin onder meer staat:
nog 1 streek and u be fucked for ever (…) Overtreed geen regels en afspraken meer [de vrouw]. Want je gaat eran!
2.4.
Bij beschikking van 11 augustus 2015 is de echtscheiding uitgesproken. In de beschikking is bepaald dat de in het convenant overeengekomen voorzieningen deel zullen uitmaken van de beschikking. Partijen worden gelast daaraan uitvoering te geven. De echtscheiding is op 1 september 2015 ingeschreven in het register van de burgerlijke stand.
2.5.
De omgangsregeling is gewijzigd in die zin dat de kinderen elke woensdag tot donderdag bij de man verbleven en om het weekend van vrijdag tot maandag. Dit is door de vrouw per e-mail van 12 augustus 2015 bevestigd.
2.6.
Zowel de man als de vrouw hebben een nieuwe partner.
2.7.
Op 17 februari 2016 verzond de man per e-mail aan de vrouw onder meer:
Maar als ik er zo achter kom dat die rat met mijn kinderen omgaat dan kan je fluiten naar je Alimentatie.
2.8.
Op 26 februari 2016 verzond de man per e-mail aan de vrouw onder meer:
Je bent gewaarschuwd. Als [partner van de vrouw] zijn levenlang bij mijn kinderen in de buurt komt heeft hij een probleem.
2.9.
Op 1 maart 2016 verzond de man per e-mail aan de vrouw onder meer:
Hij krijgt in ieder geval HARD met me te doen. Ik sta in voor alle consequenties. We hebben geen getuigen nodig. Je zal wel zien.
Maar appeltjes zal ik levenslang met hem schillen zolang hij in de buurt van mijn kinderen komt.
2.10.
Op 23 maart 2016 verzond de man per e-mail aan de vrouw met betrekking tot het verjaardagsfeest van [kind 1]:
Als je verstandig bent laat je je tuig weg. Want dit keer is het no Mercy.
2.11.
Op 26 maart 2016 zijn de vrouw, haar nieuwe partner [partner van de vrouw] en de kinderen gaan uit eten bij de Ribs Factory. De man is kennelijk eveneens naar de Ribs Factory gegaan, waarna een handgemeen is ontstaan tussen de man en [partner van de vrouw]. [partner van de vrouw] is over de rand van het balkon naar buiten gevallen en is vervolgens met breuken in zijn arm en ribben opgenomen in het ziekenhuis. De kinderen hebben dit voorval gezien. De man is gearresteerd en heeft in voorlopige hechtenis gezeten als gevolg van het voorval.
2.12.
Op 27 maart 2016 heeft de vrouw aangifte gedaan bij de politie van bedreiging en belediging door de man. In de aangifte maakt de vrouw melding van een serie van bedreigingen via de mail:
16 september 2015 “Maar als er een brief van je advocaat ooit vanuit jou voor mij verschijnt… dan zal tot de limiet gaan om je het leven zuur te maken”, 19 januari 2016 “Ik zal [kind 1] morgen wel uitleggen dat mama is gescheiden om met een rat ([partner van de vrouw] mijn vriend) verder te kloten en als papa die rat een keer samen met hem en [kind 2] tegenkom afreken met hem”, 19 januari 2016: “maar zal voor hun met hem afrekenen en ze het voorbeeld laten wat te doen met mensen die misbruik (zin onleesbaar)
all limits. Vanaf heb je me tegen je in dit leven tot de dood (koekie eigen deeg)”, 19 februari 2016: Als je echt oorlog met wilt ga zo door..dan maak ik je leven zuur jo”25 februari 2016: “Als je iemand van de Stugarts zich daar bevind, reken ik voor iedereen met die ratten af!”, 26 februari 2016: “Je bent gewaarschuwd”, 27 februari 2016: “laatste keer. Hou hem weg want het word drama”, 1 maart 2016: “Hij krijgt in ieder geval hard met me te doen. Ik sta in voor alle consequenties. We hebben geen getuigen nodig.”1 maart 2016: “Adios Puta!” 1 maart 2016: “hoer”, 23 maart 2016: “Als je verstandig bent laat je je tuig weg. Want dit keer is het no mercy”.
2.13.
Op 7 april 2016 is de man geschorst uit de voorlopige hechtenis. Als voorwaarden voor schorsing is onder meer een contactverbod met de vrouw en [partner van de vrouw] bepaald.

3.Het geschil

3.1.
De vrouw vordert dat het Gerecht als voorlopige voorziening, uitvoerbaar bij voorraad;
-de omgangsregeling zoals vastgesteld bij de beschikking van 11 augustus 2015 en vervolgens gewijzigd bij email van 12 augustus 2015 zal schorsen totdat de bodemrechter zich hierover uitlaat;
-de man een contactverbod zal opleggen met betrekking tot de kinderen, op straffe van een dwangsom;
-de man zal veroordelen tot het betalen van een bedrag van NAf 3.750,- zijnde achterstallige kinderalimentatie.
Tenslotte vordert de vrouw dat de man wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure.
3.2.
De vrouw legt aan de vordering ten grondslag dat de kinderen bang zijn voor de man en behoefte hebben aan een periode van rust.
3.3.
De man heeft verweer gevoerd. Op dit verweer wordt hierna nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang volgt uit de aard der zaak.
4.2.
In beginsel hebben zowel ouders als kinderen recht op omgang met elkaar. Een verzoek tot schorsing van een lopende omgangsregeling en een daaraan gekoppeld contactverbod voor één van de ouders met de kinderen kan alleen worden toegewezen als daarvoor zwaarwichtige redenen aannemelijk zijn gemaakt. Toewijzing vormt immers een inbreuk op de rechten van die ouder en de kinderen.
Getoetst moet daarom worden, mede aan de hand van de in artikel 1: 377a BW, of er bij omgang sprake zal zijn van ernstig nadeel voor de kinderen en/of dat de omgang anderszins in strijd is met zwaarwegende belangen van de kinderen.
4.3.
De vrouw heeft naar voren gebracht dat de kinderen mede door het incident in de Ribs Factory bang zijn voor de man. De kinderen hebben de man horen zeggen dat hij ‘die rat ging pakken’ (of woorden van gelijke strekking) en vervolgens hebben ze gezien dat het ook is gebeurd. Zij zijn in de war en onzeker en vragen haar bijvoorbeeld wie hen nu eigenlijk van school komt halen. De vrouw wenst een periode van rust te creëren om daarna verder te kijken hoe omgang met de man eventueel zou kunnen worden opgezet. De vrouw onderbouwt haar stelling onder meer met een rapport van de psycholoog Stewart van 11 april 2016 betreffende “Advies omgangsregeling (…)”, waarin staat:
Vader bleef agressief en onvoorspelbaar gedrag vertonen naar zowel de moeder alsook de kinderen. (…) Uit recent gesprek met beide kinderen is gebleken dat ze beide angstig zijn voor eventuele woede uitbarstingen van hun vader en willen ze zo ver mogelijk uit de buurt blijven van hun biologische vader.
Conclusie en advies:
(…)
In dit kader is het vermijden dat de kinderen blootgesteld worden aan deze spanning cruciaal en is het op psychologische en pedagogische gronden zeer raadzaam om het contact met hun biologische vader z.s.m. te verbreken. Zijn explosief agressief en onvoorspelbaar gedrag is schadelijk voor de psychologische ontwikkeling van zijn eigen kinderen.
4.4.
De man stelt zich op het standpunt dat de vordering van de vrouw is gebaseerd op een onjuist feitencomplex. Volgens hem was er slechts sprake van een eenvoudig handgemeen en heeft hij [partner van de vrouw] niet over de muur geduwd. [partner van de vrouw] is uit eigen beweging over die muur heen gegaan. Een en ander volgt uit videobeelden. Ook Stewart heeft zich op onjuiste feiten gebaseerd in zijn rapport. Bovendien is het rapport eenzijdig (de man is niet betrokken geweest bij totstandkoming) en partijdig nu Stewart en de vrouw bekenden zijn van elkaar. De man is altijd een goede vader geweest voor de kinderen. De omgangsregeling verliep vanaf augustus 2015 tot maart 2016 goed. Als dat anders zou zijn dan had de vrouw daarover in ieder geval emailberichten overgelegd, hetgeen niet is gebeurd. Het komt er dus op neer dat de vrouw het voorval onjuist en opgeblazen heeft gepresenteerd en daaraan de veel te ver gaande consequentie verbindt dat de man zijn eigen kinderen, die alles voor hem zijn, niet meer mag zien, aldus nog steeds de man.
4.5.
Het voorval in de Ribs Factory is, ook als de man wordt gevolgd in zijn lezing van de feiten, te kenschetsen als een agressieve handeling van de man richting [partner van de vrouw] in bijzijn van de kinderen. Dat dit angst bij de kinderen teweeg heeft gebracht is een logisch gevolg, dat ook zonder het rapport van Stewart, aannemelijk is. De man erkent dit op zichzelf ook.
4.6.
Daarnaast geldt dat het handgemeen met [partner van de vrouw] heeft plaatsgevonden na een reeks bedreigingen van de man richting de vrouw en [partner van de vrouw]. Die bedreigingen en het vervolgens ook het uitvoeren daarvan geven de indruk van een agressief dreigende houding van de man ten opzichte van de vrouw en [partner van de vrouw].
4.7.
De man heeft ter zitting weersproken dat hij zich agressief zou hebben gedragen, afgezien van het handgemeen, waar hij spijt van heeft. Naar eigen zeggen heeft hij de emails in de periode van februari en maart 2016 alleen gestuurd omdat hij probeerde te voorkomen dat [partner van de vrouw] aanwezig zou zijn op het verjaarspartijtje van zijn zoon. De man heeft met die redengeving echter niet de indruk kunnen wegnemen dat hij nog steeds boos is op de vrouw en haar er van beschuldigt dat zij door haar nieuwe vriend, die ze volgens de man al vier jaar heeft, het huwelijk ten einde heeft laten lopen.
4.8.
De stelling van de vrouw dat het niet goed is voor de kinderen nu omgang met de man te hebben, omdat ze bang zijn voor zijn gedrag is gezien het bovenstaande, voorshands oordelend, in voldoende mate komen vast te staan en vormt een zwaarwichtige reden als bedoeld in rechtsoverweging 4.2. Voortzetting van de omgangsregeling thans, zonder professionele begeleiding - de man vindt dat hij geen agressieprobleem heeft en heeft overigens ook niet aangegeven hulp te hebben gezocht en/of nodig te hebben - zal immers naar voorlopig oordeel van het Gerecht ernstig nadeel opleveren voor de ontwikkeling van de kinderen.
4.9.
Dat de man nimmer agressief is naar de kinderen zelf en hen juist goed verzorgt en een goede vader voor hen is neemt voorgaande niet weg. Het probleem is niet gelegen in agressie van de man naar de kinderen maar in agressie van de man richting de vrouw en [partner van de vrouw], dat door de kinderen wordt opgemerkt en waargenomen en waardoor ze bang zijn voor de man.
4.10.
Concluderend heeft bovenstaande tot gevolg dat de omgangsregeling wordt geschorst en dat daarnaast een contactverbod zal worden toegewezen, met een dwangsom, zoals hierna nader is bepaald, voor een bepaalde tijd. De vrouw heeft naar voren gebracht dat een verzoekschrift tot het bepalen van een andere omgangsregeling reeds klaar ligt om ingediend te worden bij het Gerecht. Overigens kan ook de man een dergelijke procedure aanhangig maken. In ieder geval betekent een en ander dat de bodemrechter zich binnen afzienbare tijd zal buigen over de omgang, zodat genoemde schorsing en contactverbod in beginsel tijdelijk zullen zijn.
4.11.
Met betrekking tot het gevorderde bedrag in verband met achterstallige kinderalimentatie heeft de vrouw gesteld dat de man uit eigen beweging voor de maand maart 2016 slechts de helft heeft betaald en voor april 2016 nog in het geheel niets. Volgens de vrouw is het onbetaald laten van kinderalimentatie (ook) een vorm van manipulatie door de man. De man heeft dat ontkend. Hij heeft voorts aangegeven dat hij achter is geraakt met betaling doordat hij gedetineerd is geraakt en daardoor een opdracht niet heeft kunnen voltooien waardoor betaling uitbleef. De man erkent derhalve dat er sprake is van een achterstand. Dat de man niet bij machte zou zijn om het achterstallige bedrag te betalen is in onvoldoende mate gebleken. De stelling dat de man vermogend is (de vrouw heeft er op gewezen dat de man in ieder geval beschikt over NAf 200.000,- aan overwaarde na verkoop van de echtelijke woning) en niet, zoals de man betoogt, alleen afhankelijk is van betaling door een derde partij voor een opdracht, is door hem in onvoldoende mate weersproken. Dat de man niet in gebreke is gesteld kan aan toewijzing niet in de weg staan nu in artikel 6: 83 onder a BW is bepaald dat verzuim zonder ingebrekestelling intreedt, wanneer een voor de voldoening bepaalde termijn verstrijkt zonder dat de verbintenis is nagekomen. Voorgaande leidt tot de slotsom dat de vordering voor wat betreft de kinderalimentatie toewijsbaar is.
4.12.
Aangezien partijen ex echtelieden zijn zullen de proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat ieder de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

Het Gerecht:

Rechtdoende in kort geding:
5.1.
schorst de omgangsregeling - zoals vastgesteld bij de beschikking van 11 augustus 2015 en vervolgens gewijzigd bij email van 12 augustus 2015 - totdat de bodemrechter zich hierover uitlaat;
5.2.
legt een contactverbod op aan de man met betrekking tot de kinderen gedurende de schorsing als bedoeld in rechtsoverweging 5.1.;
5.3.
veroordeelt de man om aan de vrouw een dwangsom te betalen van
NAf 5.000,- per keer dat de man het contactverbod overtreedt, tot een maximum van NAf 50.000,-;
5.4.
veroordeelt de man tot betaling van NAf 3.750,- betreffende het bedrag aan achterstallige kinderalimentatie voor wat betreft maart en april 2016;
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.E. Sijsma, lid van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en in het openbaar uitgesproken op 13 mei 2016, in aanwezigheid van de griffier.