ECLI:NL:OGEAC:2016:46
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming verhuizing moeder met kind
In deze zaak heeft de vrouw, verzoekster, verzocht om vervangende toestemming om met haar minderjarige kind naar Aruba te verhuizen. De vrouw en de man, verweerder, zijn sinds 5 augustus 2004 met elkaar gehuwd en hebben samen een kind, geboren op 17 februari 2009. De vrouw heeft aangevoerd dat zij in Curaçao geen werk kan vinden en dat zij in Aruba een baan heeft gevonden. De man heeft zich verzet tegen de verhuizing en heeft aangevoerd dat de vrouw in Curaçao kan leven van de alimentatie en dat de verhuizing het contact met het kind zal bemoeilijken.
De rechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de gewijzigde omstandigheden en de belangen van het kind. De vrouw heeft niet voldoende aangetoond dat er een noodzaak is voor de verhuizing. De rechter heeft vastgesteld dat de man intensief contact heeft met het kind en dat de verhuizing het contact zou verminderen. De vrouw heeft onvoldoende compensatie geboden voor het verlies van contact tussen de man en het kind. De rechter heeft daarom het verzoek van de vrouw tot vervangende toestemming om te verhuizen afgewezen, evenals het verzoek van de man om de hoofdverblijfplaats van het kind aan hem toe te wijzen. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.