In deze zaak heeft belanghebbende, een eenmanszaak die actief is in de haarverzorging, een verzoek ingediend om kostenvergoeding voor zowel de bezwaarfase als de beroepsfase van een naheffingsaanslag omzetbelasting. De naheffingsaanslag, opgelegd door de Inspecteur der Belastingen, betrof een bedrag van Naf. 1000 voor de maand september 2013. Belanghebbende heeft bezwaar aangetekend, maar de Inspecteur handhaafde de aanslag. In beroep heeft belanghebbende gesteld dat de Inspecteur ernstig onzorgvuldig heeft gehandeld en heeft zij een kostenvergoeding van Naf. 750 gevraagd voor de beroepsfase, die betrekking heeft op kosten van rechtsbijstand.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat de naheffingsaanslag niet door ernstige onzorgvuldigheid in strijd met het recht is opgelegd, en heeft het verzoek om kostenvergoeding voor de bezwaarfase verworpen. Voor de beroepsfase heeft het Gerecht vastgesteld dat de regels voor kostenvergoeding nog niet zijn vastgesteld, maar heeft het de kosten op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht bepaald op Naf. 1.050. Het Gerecht heeft de Inspecteur veroordeeld in deze proceskosten, maar heeft geen aanleiding gezien voor een hogere vergoeding dan het vastgestelde bedrag. De uitspraak werd gedaan op 18 mei 2016.