ECLI:NL:OGEAC:2016:23

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
17 juni 2016
Publicatiedatum
29 juni 2016
Zaaknummer
KG 78721/2016
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van vakbond als gesprekspartner in cao-onderhandelingen

In deze zaak heeft de vereniging Sindikato di Empleadonan den Utilidat (SEU) een kort geding aangespannen tegen de naamloze vennootschap Kompania di Awa i Elektrisidat di Korsou (KAE) N.V., h.o.d.n. Aqualectra Production. De procedure is gestart op 3 mei 2016 met een verzoekschrift, gevolgd door een mondelinge behandeling op 1 juni 2016. De kern van het geschil betreft de erkenning van SEU als gesprekspartner in de onderhandelingen over een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst (cao) voor het stafpersoneel van Aqualectra, na het beëindigen van de vorige cao op 31 december 2013.

De achtergrond van de zaak ligt in een referendum dat op 18 september 2015 heeft plaatsgevonden, waarbij zowel SEU als de vakbond STK geen meerderheid van stemmen hebben behaald. Aqualectra heeft vervolgens gesteld dat zij niet langer verplicht is om met SEU te onderhandelen, omdat SEU niet representatief zou zijn. SEU betwist deze stelling en vordert dat het Gerecht Aqualectra beveelt om SEU als vakbond te erkennen en hen toe te laten tot de onderhandelingen.

Het Gerecht heeft geoordeeld dat Aqualectra SEU moet erkennen als vakbond voor het stafpersoneel, aangezien SEU 96% van het stafpersoneel vertegenwoordigt. Het Gerecht heeft Aqualectra bevolen om binnen twee weken na het vonnis contact op te nemen met SEU om een datum voor de onderhandelingen vast te leggen, met een dwangsom van NAf 10.000 per dag voor elke dag dat Aqualectra in gebreke blijft. Tevens is Aqualectra veroordeeld in de proceskosten van SEU. Het vonnis is uitgesproken op 17 juni 2016.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

VONNIS IN KORT GEDING
In de zaak van:
de vereniging
Sindikato di Empleadonan den Utilidat,
gevestigd in Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: mr. D.I.E.I. Lichtenberg,
--tegen--
de naamloze vennootschap
Kompania di Awa i Elektrisidat di Korsou (KAE) N.V. h.o.d.n. Aqualectra Production,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. L.N. Asjes.
Partijen zullen hierna SEU en Aqualectra genoemd worden.

1.Verloop van de procedure

1.1.
SEU heeft op 3 mei 2016 een verzoekschrift met producties ingediend. Vervolgens heeft op 1 juni 2016 de mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij partijen en de gemachtigden zijn verschenen en het woord hebben gevoerd aan de hand van overgelegde pleitnotities en de voorafgaand aan de mondelinge behandeling overgelegde producties.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Per eind december 2013 is de laatste collectieve arbeidsovereenkomst (hierna: cao) tussen partijen tot een einde gekomen. Partijen onderhandelen sindsdien over een nieuwe cao.
2.2.
Bij vonnis van 23 september 2014 heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie (hierna: het Hof) Aqualectra Production en Aqualectra Distribution bevolen SEU als gesprekspartner te aanvaarden in kwesties die naleving en uitleg van op leden van de SEU, zijnde werknemers van Aqualectra Production en Aqualectra Distribution, van toepassing zijnde arbeidsvoorwaarden betreffen, ook indien dit de uitleg en naleving van cao-voorwaarden gesloten door een andere vakbond doch wel van toepassing op de leden van SEU betreft, op straffe van een dwangsom van NAf 10.000,= per overtreding van dit bevel, met een maximum van NAf 100.000,=.
2.3.
Op 15 januari 2015 hebben Aqualectra Production en Aqualectra Distribution een “principe akkoord protocol” gesloten met de vakbonden STK en STKo voor de periode 2014-2017.
2.4.
Bij brief van18 augustus 2015 heeft de Landsbemiddelaar Aqualectra bericht dat het aankomend referendum bij Aqualectra het gehele personeel zal betreffen, met dien verstande dat het personeel beschouwd wordt als één categorie van werknemers welke voor deelname aan het referendum in aanmerking komen.
2.5.
Op 18 september 2015 heeft een referendum plaatsgevonden onder het personeel van Aqualectra waarbij de werknemers van Aqualectra in de gelegenheid zijn gesteld om te kiezen door welke vakbond, SEU of STK, zij vertegenwoordigd willen worden.
2.6.
Bij proces-verbaal van de zitting van de stemcommissie tot vaststelling van de uitslag van het referendum van 18 september 2015, heeft de stemcommissie vastgesteld dat zowel SEU als STK geen representatie van de werknemers van Aqualectra heeft behaald.
2.7.
Bij brief van 22 september 2015 heeft Aqualectra SEU bericht: “(..) Pa medio di esaki gerensia kier informá bo sindikato ku gerensia lo atené su mes na e resultado di e referèndum kual referèndum a indiká ku pa e kategoria ku ofisina di mediadó a defini nobo den Aqualectra ningun sindikato no tin representashon di e trahadónan den e kategoria aki na Aqualectra Production. Na Aqualectra Distribution gerensia ta rekonosé e sindikato STKo komo esun ku tin representashon di trahadónan di Aqualectra Distribution (..)”.
2.8.
Bij intern communiqué van 22 september 2015 heeft het bestuur van Aqualectra bericht: “(..) Pa loke ta trata Aqualectra Production, komo ku tin palabrashon ku STK for di yanüari 2015 i un kontrakto kolektivo firmá, Gerensia lo honra esaki te ku 2017 manera stipulá den e kontrakto kolektivo. Por lo demas Gerensia lo no rekonosé ningun sindikato komo representante di trahadó den Aqualectra Production basá riba e resultado di referendum die dia 18 sèptèmber 2015
2.9.
Naar aanleiding van het bericht van 22 september 2015 heeft de Landsbemiddelaar de directie van Aqualectra bij brief van 25 september 2015 bericht: “(..) de bevoegdheid om te bepalen welke categorie of categorieën van werknemers voor deelname aan een referendum in aanmerking komen berust bij de Landsmiddelaar. Met het belang van de arbeidsvrede voor ogen heeft de Landsbemiddelaar (..) bepaald dat het referendum (..) het gehele personeel zou betreffen en dat het personeel voor dit specifiek referendum als een categorie voor deelname in aanmerking zou komen.
(..)
De beslissing van de Directie om de door de Landsbemiddelaar vastgestelde categorie personeel in de toekomst te handhaven is geheel ten onrechte. Voormelde categorie was enkel bepaald voor het referendum van 18 september bij Aqualectra. De conclusie dat de Directie aan haar beslissing verbindt dat voor het personeel van Aqualectra geen van de vakbonden vertegenwoordiging meer heeft, is niet correct. Het referendum betrof het gehele personeel en niet de categorieën van staf- of operationeel personeel waar de vakbonden SEU en STK reeds het personeel vertegenwoordigen. Nu geen van de vakbonden het vastgestelde meerderheidsvereiste hebben behaald bij het referendum van 18 september jl., blijft de situatie van voor het referendum bestaan in de zin dat SEU het categorie staf personeel van Aqualectra blijft vertegenwoordigen en STK de categorie operationeel personeel.
(..)
Voor alle duidelijkheid wil ik u erop attenderen dat bij het referendum van 18 september jl. geen toetsing heeft plaatsgevonden van de representativiteit van de vakbonden SEU en STK onder de categorieën (staf- en operationeel personeel) die zij vertegenwoordigen. Ook is er geen reden om te twijfelen aan de representativiteit van deze vakbonden onder de categorieën werknemers die zij vertegenwoordigen.
2.10.
Bij mail van 21 oktober 2015 is SEU namens Aqualectra bericht dat: “(..) het regulier overleg van 22 oktober 2015 geen doorgang meer zal vinden daar de SEU geen vertegenwoordiging meer heeft onder het personeel van Aqualectra Production en Aqualectra Distribution. In verband hiermee delen wij u mede dat alle reeds geplande overlegvergaderingen voorlopig niet meer zullen plaatsvinden”.
2.11.
Bij brief van 3 november 2015 heeft de Minister van SOAW een bijzonder bemiddelaar aangesteld in verband met de omstandigheid dat de onderhandelingen aangaande een nieuwe cao ten behoeve van het stafpersoneel van Aqualectra al geruime tijd in een impasse verkeren.
2.12.
Bij brief van 9 november 2015 heeft Aqualectra de Minister van SOAW, onder verwijzing naar de uitslag van het referendum van 18 september 2015, bericht dat thans onderhandelingen met SEU aangaande een cao niet meer aan de orde zijn en de noodzaak voor bemiddeling niet meer bestaat.
2.13.
Bij brief van 16 november 2015 heeft Aqualectra SEU, op diens verzoek om de reguliere vergadering van 29 november 2015 te laten doorgaan, verwezen naar de brief van 22 september 2015 en de mail van 21 oktober 2015. Bericht wordt daarbij dat de geplande overlegvergaderingen tot nader order niet meer zullen plaatsvinden.
2.14.
Bij brief van 8 december 2015 heeft Aqualectra SEU medegedeeld dat SEU tot 18 december 2015 heeft om de door Aqualectra ter beschikking gestelde kantoorruimte te ontruimen.
2.15.
Bij intern memo van 17 december 2015 heeft Aqualectra bericht dat, conform het met de vakbond STKo overeengekomen “protocol vastlegging arbeidsvoorwaarden voor het personeel ingedeeld in functie- c.q. salarisgroepen O1 en At/m H van 17 december 2015”, het hoger personeel van zowel Aqualectra Production als Aqualectra Distribution een lumpsum zal worden uitgekeerd.
2.16.
Bij mail van 18 december 2015 heeft SEU verzocht om een toelichting op voormelde mededeling van 17 december 2015.
2.17.
Bij mail van 19 december 2015 bericht Aqualectra de twee verzoeken van SEU om een vergadering in beraad te hebben en op de verzoeken nog nader te zullen berichten.
2.18.
Bij mail van 1 februari 2016 verzoekt SEU, onder verwijzing naar de mail van 19 december 2015, om te berichten op de verzoeken om een vergadering.
2.19.
Bij mail van 11 april 2016 heeft SEU nogmaals verzocht om een reactie op de verzoeken om een vergadering.
2.20.
Bij brief van 13 april 2016 van de gemachtigde van SEU is Aqualectra een termijn van een week vergund om haar toe te laten tot de vergaderingen die worden gevoerd inzake cao-onderhandelingen. Een reactie daarop is niet ontvangen.
3. Het geschil
3.1.
SEU vordert, na wijziging eis, dat het Gerecht, oordelend in kort geding, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
1. Aqualectra zal veroordelen om SEU als partij, althans gesprekspartner te erkennen en aanvaarden bij arbeidsaangelegenheden in de ruimste zin des woords aangaande haar leden, althans bij de onderhandelingen van de af te sluiten (nieuwe) cao en SEU uit te nodigen en toe te laten tot dat overleg, althans,
2. Aqualectra te bevelen om SEU uit te nodigen om afzonderlijk overleg te voeren met haar indien SEU in een nadelige positie komt te verkeren, althans indien gezamenlijk overleg nadeel aan de onderhandelingspositie van SEU met zich mee zal brengen – het e.e.a. voorbehouden aan het oordeel van een van de betrokken partijen bij de onderhandelingen aangaande de nieuwe/aangepaste cao, aldus SEU en/of Aqualectra, althans voorbehouden aan partijen, hetzij afzonderlijk of gezamenlijk, althans op die gronden dat het Gerecht in goede justitie billijk mocht achten, en
3. Aqualectra te veroordelen al die gegevens te verstrekken die aan de vakbonden STK en STKo, althans enig andere werknemersorganisatie zijn verstrekt met het oog op het voornoemde en SEU steeds en gelijktijdig dezelfde informatie te verstrekken op dezelfde wijze zoals aan de vakbonden STK en STKo althans enig andere werknemersorganisatie medegedeeld, als aan voornoemde vakbonden, althans enig andere werknemersorganisatie in het kader van het voornoemde zal worden verstrekt en/of
4. Aqualectra te verbieden enig overleg inzake arbeidsaangelegenheden in de ruimste zin des woords aangaande haar leden, althans de onderhandelingen van de af te sluiten (nieuwe) cao voor Aqualectra te voeren dan wel voort te zetten zonder SEU daarbij als gesprekspartner toe te laten;
5. Aqualectra te bevelen om SEU, vanaf dagtekening van het in deze te wijzen vonnis, toe te laten tot de eerstvolgende en continuerende overleggen aangaande enige arbeidsaangelegenheid in de ruimste zin des woords, althans cao-overleg met de andere vakbonden STK en STKo, althans enig andere werknemersorganisatie;
6. Indien gezamenlijk overleg – volledig aan het oordeel van een van de partijen bij de onderhandeling van de nieuwe c.q. aangepaste cao voorbehouden, aldus SEU en/of Aqualectra, althans voorbehouden aan partijen, hetzij afzonderlijk of gezamenlijk, althans op die gronden die het Gerecht in goede justitie billijk mocht achten, - enig nadeel voor de onderhandelingspositie van SEU met zich mee zal brengen, gedaagde te bevelen om het regulier afzonderlijke overleg met SEU te hervatten binnen een (1) week na het in deze te wijzen vonnis althans binnen een door goede justitie billijk te achten termijn;
7. Onder verbeurte van een dwangsom van NAf 25.000,=, althans een door goede justitie billijk te achten bedrag, door SEU voor iedere dag, althans dagdeel dat gedaagde zich niet aan het vorenstaande zal houden;
8. Met veroordeling van Aqualectra in de kosten van de procedure.
Subsidiair
1. Iedere andere beslissing die het Gerecht in goede justitie behoeft te nemen;
2. kosten rechtens.
3.2.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Tussen partijen staat niet ter discussie dat SEU, als vakbond van het stafpersoneel van Aqualectra, met Aqualectra, na afloop van de laatste tussen partijen gesloten collectieve arbeidsovereenkomst (hierna: cao) voor het stafpersoneel op 31 december 2013, heeft onderhandeld om tot een nieuwe cao te komen. Tot een nieuwe cao tussen partijen hebben de onderhandelingen niet geleid.
4.2.
Aqualectra stelt in dit verband dat het gevolg van de (bindende) uitslag van het referendum van 18 september 2015 is dat Aqualectra niet (langer) verplicht is om met SEU te onderhandelen over een nieuwe cao nu SEU niet representatief is. SEU heeft zelf verzocht om een referendum om te doen vaststellen dat zij bevoegd was om het gehele personeel te vertegenwoordigen. Nu dat niet is gelukt kan zij niet zelf kiezen om thans weer op te komen voor alleen het stafpersoneel. Geen verplichting bestaat derhalve voor Aqualectra tot onderhandelingen met SEU omtrent het aangaan van een cao.
4.3.
Aqualectra heeft voormeld standpunt aan SEU gecommuniceerd bij brief van 22 september 2015. Vervolgens heeft Aqualectra de reguliere overleggen met SEU opgeschort, de bijzondere bemiddelaar afgezegd en SEU de voor een vakbond gebruikelijke faciliteiten ontzegd. Daarnaast reageert Aqualectra in het geheel niet meer op (schriftelijke) verzoeken van SEU om overleg. Ook op het laatste verzoek van 13 april 2016 van de gemachtigde van SEU is geen reactie gekomen. Onder deze omstandigheden is in voldoende mate sprake van een spoedeisend belang aan de zijde van SEU bij het onderhavige kort geding. Het Gerecht zal de vorderingen van SEU daarbij begrijpen, gelijk ook Aqualectra blijkens haar pleitnota heeft gedaan, als een verzoek om Aqualectra te bevelen SEU te erkennen als vakbond in de zin artikel 14a lid 4 van de Arbeidsgeschillenlandsverordening.
4.4.
Het Gerecht overweegt in dit kader als volgt. Tussen partijen is niet in geschil dat het referendum van 18 september 2015 tot doel had om vast te stellen of een vakbond en zo ja welke vakbond, SEU of STK, door de meerderheid van de werknemers van Aqualectra zou worden aangewezen om hen bij de behartiging van hun arbeidsaangelegenheden te vertegenwoordigen. Vast staat dat geen van beide vakbonden de benodigde meerderheid van stemmen heeft behaald bij het referendum.
4.5.
Naar het voorlopig oordeel van het Gerecht kan, in aanmerking nemende het vorenstaande, uit de uitslag van het referendum niet meer worden afgeleid dan dat het bij Aqualectra niet mogelijk is gebleken om voor het gehele personeel, te weten staf- en operationeel personeel, één vakbond aan te wijzen. Het aan het niet behalen van de meerderheid van de stemmen verbinden van de consequentie dat Aqualectra geen enkele vakbond meer hoeft te erkennen als vertegenwoordiger van de werknemers, gaat te ver. Het voorgaande geldt te meer nu niet is betwist dat de vakbonden tot aan het referendum door Aqualectra werden erkend als vakbonden voor de werknemers van de categorieën staf- en operationeel personeel. Als zodanig heeft Aqualectra in het verleden ook cao’s afgesloten met deze vakbonden. Bij de bespreking op 18 augustus 2015 is daarbij door de Landsbemiddelaar, in aanwezigheid van Aqualectra, medegedeeld dat indien geen van partijen de meerderheid zou behalen, alles hetzelfde zou blijven. Aqualectra heeft toen niet medegedeeld dat zij niet van dit uitgangspunt uitging.
4.6.
Relevant is voorts dat Landsmiddelaar Aqualectra bij brief van 25 september 2015 heeft bericht dat SEU als vakbond van de categorie stafpersoneel en STK als vakbond van de categorie operationeel personeel moesten blijven worden beschouwd. Benadrukt is daarbij dat bij het referendum geen toetsing heeft plaatsgevonden van de representativiteit van de vakbonden onder de categorieën die zij vertegenwoordigen en dat ook geen reden bestaat om aan de representativiteit van de vakbonden te twijfelen.
4.7.
Gelet op het vorenstaande, alsmede op het feit dat Aqualectra niet heeft betwist dat SEU, ook na het referendum, 96% van het stafpersoneel vertegenwoordigt, kan Aqualectra niet worden gevolgd in haar stelling dat SEU terug had moeten gaan naar de Landsbemiddelaar met een verzoek ex artikel 14a lid 1 Arbeidsgeschillenlandsverordening. De Landsbemiddelaar heeft zich bij voormelde brief van 25 september 2015 in klare bewoordingen uitgelaten over de vraag of SEU nog als vakbond voor het stafpersoneel had te gelden. Mede nu Aqualectra heeft nagelaten om bezwaar te maken tegen deze, in voormelde brief van 25 september 2015, besloten beschikking, dient SEU, voorshands oordelend, ook na het referendum, te worden beschouwd als vakbond van het stafpersoneel.
4.8.
Aqualectra zal derhalve worden bevolen om SEU als vakbond voor het stafpersoneel te erkennen en daar naar te handelen. In het bijzonder brengt artikel 14a lid 4 van de Arbeidsgeschillenlandsverordening daarbij mee dat Aqualectra met SEU (verder) dient te onderhandelen over een nieuwe cao voor het stafpersoneel. Op basis van het Hofvonnis van 23 september 2014 zal Aqualectra voorts het principe akkoord cao-voorwaarden gesloten met STK en het met STKo overeengekomen “protocol vastlegging arbeidsvoorwaarden voor het personeel ingedeeld in functie- c.q. salarisgroepen O1 en A t/m H van 17 december 2015” met SEU dienen te bespreken nu deze arbeidsvoorwaarden ook zijn toegepast op de SEU-leden.
4.9.
Het Gerecht zal daarbij bepalen dat Aqualectra SEU uiterlijk twee weken na de datum van het onderhavige vonnis dient te benaderen om een datum vast te leggen om aan te vangen met opgemelde onderhandelingen en besprekingen. Ter voorkoming van vertraging zal het Gerecht, rekening houdend met de aankomende periode van zomervakanties, bepalen dat de datum van deze eerste bespreking tussen Aqualectra en SEU niet later mag zijn dan 15 augustus 2016.
4.10.
Het Gerecht ziet in de houding van Aqualectra na het referendum, aanleiding om een dwangsom van NAf 10.000,=, met een maximum van NAf 100.000,=, te verbinden aan elke dag dat Aqualectra na voormelde twee weken nalaat om contact op te nemen met SEU voor het vastleggen van een datum voor voormelde eerste bespreking tussen Aqualectra en SEU.
4.11.
Van beide partijen mag, in het belang van de arbeidsvrede, worden verwacht dat alsdan over deze periode van non-communicatie wordt heengestapt en het vizier wordt gericht op (een goede samenwerking in) de toekomst. Daar zullen ongetwijfeld meerdere besprekingen voor nodig zijn. In welke vorm de verdere besprekingen worden gegoten (in aanwezigheid van of zonder de andere vakbonden) zal op basis van de omstandigheden van het geval dienen te worden bepaald. Aqualectra is daarbij, voor wat betreft de cao bepalingen betrekking hebbende op arbeidsvoorwaarden en overeengekomen met een andere vakbond, gehouden om het bevel in het Hofvonnis van 23 september 2014 na te leven. Gelet op dit reeds door het Hof gegeven bevel ziet het Gerecht, mede nu een nadere onderbouwing van de vorderingen van SEU ontbreekt, geen aanleiding tot een (nader) bevel in dit kader. Van Aqualectra mag daarbij worden verwacht dat zij, in het licht van voormeld Hofvonnis, SEU informeert over de (inhoud van de) gesprekken die worden gevoerd uit hoofde van het principe cao akkoord met STK.
4.12.
Met betrekking tot het gevorderde gebod tot informatieverschaffing overweegt het Gerecht dat het voor zich spreekt dat Aqualectra informatie zo veel mogelijk gelijkelijk en gelijktijdig aan de vakbonden ter beschikking dient te stellen. Nu niet is gesteld noch gebleken dat dit in het verleden niet is gebeurd, ziet het Gerecht in deze evenmin aanleiding om een bevel te geven.
4.13.
Aqualectra zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van SEU tot op heden begroot op NAf. 837,95 aan verschotten (NAf. 450,= aan griffierechten daarin begrepen) en NAf. 1.000,= aan gemachtigdensalaris.

5.De beslissing

Het Gerecht:

Rechtdoende in kort geding:
- beveelt Aqualectra om SEU als vakbond voor het stafpersoneel te erkennen en daar naar te handelen;
- beveelt Aqualectra om SEU uiterlijk twee weken na de datum van het onderhavige vonnis te benaderen om een datum, welke datum niet later mag zijn dan 15 augustus 2016, vast te leggen voor een eerste bespreking als onder rechtsoverweging 4.8. en 4.9. bedoeld, zulks op straffe van een dwangsom van NAf 10.000,=, voor elke dag dat Aqualectra nalaat aan dit bevel te voldoen, met een maximum van NAf 100.000,=;
- veroordeelt Aqualectra in de proceskosten, aan de zijde van SEU tot op heden begroot op NAf.837,95 aan verschotten en NAf. 1.000,= aan gemachtigdensalaris;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis in kort geding is gewezen door mr. M.W. Scholte en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 17 juni 2016.