ECLI:NL:OGEAC:2016:182

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
10 oktober 2016
Publicatiedatum
22 maart 2018
Zaaknummer
EJ 80162/2016
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg van de arbeidsvoorwaarden en doorbetaling van salaris bij arbeidsongeschiktheid

In deze zaak verzoekt verzoekster, die sinds 25 januari 2016 volledig arbeidsongeschikt is, om een verklaring dat zij recht heeft op doorbetaling van 100% van haar salaris gedurende een ononderbroken periode van 12 maanden, te rekenen vanaf haar arbeidsongeschiktheid. De verzoekster heeft een arbeidsovereenkomst met Ernst & Young Advisory, waarin is opgenomen dat bij arbeidsongeschiktheid het salaris gedurende maximaal 12 maanden doorbetaald zal worden. De verweerster, Ernst & Young Advisory, heeft echter betoogd dat de doorbetaling van het salaris niet langer dan 3,5 maanden hoeft te duren, en dat dit in overeenstemming is met de bepalingen in het personeelshandboek.

Tijdens de mondelinge behandeling op 13 oktober 2016 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de bepalingen in het personeelshandboek een grammaticale uitleg vereisen, waarbij de woorden 'maximally' en 'betrekkelijk korte tijd' van belang zijn. Het Gerecht oordeelt dat de verweerster niet verplicht is om het salaris gedurende de volledige 12 maanden door te betalen, maar dat een periode van 3,5 maanden in dit geval redelijk is, gezien de omstandigheden van het dienstverband en de leeftijd van de verzoekster.

Uiteindelijk heeft het Gerecht de vorderingen van verzoekster afgewezen en de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is uitgesproken op 10 november 2016 door mr. I.H. Lips, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
BESCHIKKING
in de zaak van:
[VERZOEKSTER],
wonende in Curaçao,
verzoekster,
gemachtigde: mr. S.E. Thomson,
tegen
de openbare vennootschap
ERNST & YOUNG ADVISORY,
gevestigd in Curaçao,
verweerster,
gemachtigde: mr. K. de l’Isle.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het inleidend verzoekschrift met producties, op 5 september 2016 ter griffie ingediend;
- de mondelinge behandeling die heeft plaatsgevonden op 13 oktober 2016, alwaar zijn verschenen verzoekster in persoon bijgestaan door haar gemachtigde en verweerster vertegenwoordigd door mw. [naam 1] (medewerker HR) bijgestaan door de gemachtigde voornoemd. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling hebben de gemachtigden het woord gevoerd aan de hand van door hen overgelegde pleitnotities.
1.2.
Beschikking is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
De volgende feiten zullen in dit geding als tussen partijen vaststaand worden
aangemerkt. Deze feiten blijken uit overgelegde stukken en/of volgen uit stellingen van partijen voor zover deze door de ene partij zijn aangevoerd en door de andere partij zijn erkend of niet dan wel onvoldoende gemotiveerd zijn betwist.
2.2.
Tussen verzoekster (hierna: [verzoekster]) en de maatschap Ernst & Young Dutch
Caribbean is een arbeidsovereenkomst gesloten, op grond waarvan [verzoekster] met ingang van 1 januari 2012 voor onbepaalde tijd in dienst is getreden in de functie van ‘Staff’ op de ‘Advisory afdeling’. De arbeidsovereenkomst is door [verzoekster] en namens ‘Ernst & Young Advisory’ ondertekend. [verzoekster] heeft sindsdien feitelijk bij de openbare vennootschap Ernst & Young Advisory (verweerster, hierna ook: EY) gewerkt.
2.3.
In de arbeidsovereenkomst is onder ‘B. Algemene arbeidsvoorwaarden’ het
volgende vermeld:
“De algemene regels met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden van Ernst & Young Dutch Caribbean en zijn vastgelegd in het Handboek Personeel, welke van tijd tot tijd wordt aangepast. Deze algemene regels maken integraal onderdeel uit van deze arbeidsovereenkomst. De herziene versie zal na bekendmaking automatisch deel gaan uitmaken van de arbeidsovereenkomst.”
2.4.
In het Handboek Personeel (hierna ook: het personeelshandboek) is onder
meer het volgende vermeld:
“6. VACATION DAYS(...)
6.1.4.
Protracted sickness and building up vacation days(...)
If the sickness lasts longer than 6 consecutive months, no vacation rights will be built up any more on the basis of existing regulations and the tax-free reimbursements for fixed costs (...) will also be suspended. (…)

9.PROTRACTED DISABILITY

Disability
9.1
General
A member of Staff is disabled during a protracted period, when the Member of Staff is completely or partially unable to do his/her work during a consecutive period of 12 months or longer due to sickness or an accident.
EYNAA will continue paying 100% of the gross salary during the consecutive period of maximally twelve months of disability or a shorter duration of the employment contract.
If after a consecutive period of twelve months of disability there is no idea of a soon recovery, the Management will endeavor by means of the statutory procedure to reach a dissolution of the employment contract in question. In that case, the ex-Member of Staff will be given the enjoyment of an occupational disability benefit through the mediation of and subject to conditions to be set by FEYPF.
The purpose of the occupational disability benefit is to somewhat ensure the Members of Staff against the financial consequences of protracted (partial) disability.
A member of Staff will acquire the right to an occupational disability benefit, if he/she had been disabled uninterruptedly during 52 consecutive weeks (...)
9.2
Disability procedure(...)
As soon as the absenteeism has lasted longer than 6 months, the fixed reimbursements for acquisition costs, just as the new right to vacation days, will be discontinued until the moment the Member of Staff resumes his/her activities. (…)”
2.5. [
verzoekster] is met ingang van 25 januari 2016 volledig arbeidsongeschikt.
2.6.
Bij brief van 13 april 2016 heeft EY aan [verzoekster] bericht, zakelijk
weergegeven, dat haar salaris tot en met 30 april 2016 volledig zal worden uitbetaald, inclusief de maandelijkse representatie vergoedingen, dat in mei 2016 50% van het salaris zal worden uitbetaald, exclusief de maandelijkse representatie vergoeding, en dat per 1 juni 2016 de salarisuitkering volledig zal worden stopgezet totdat [verzoekster] de overeengekomen arbeid weer hervat.
2.7.
EY heeft tot en met de maand april 2016 het volledige loon en over de maand
mei 2016 50% van het loon aan [verzoekster] betaald. De maandelijkse onkostenvergoedingen zijn tot en met 25 juli 2016 aan [verzoekster] betaald.
2.8. [
verzoekster] heeft over de periode van 11 augustus 2016 tot en met 17 november
2016 recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof. EY is gehouden over die periode het volledige salaris aan [verzoekster] te betalen.

3.Het geschil

3.1. [
verzoekster] verzoekt om bij beschikking:
1. voor recht te verklaren dat zij gedurende arbeidsongeschiktheid recht heeft op doorbetaling van 100% van haar salaris gedurende een ononderbroken periode van 12 maanden, te rekenen vanaf 25 januari 2016;
2. voor zover de vordering omschreven onder 1. mocht worden toegewezen, EY te bevelen om binnen 2 (twee) dagen na betekening van de in deze te wijzen vonnis over te gaan tot betaling van het nog aan [verzoekster] verschuldigde salaris over de maand mei 2016, zijnde 50% (vijftig procent) van hetgeen EY maandelijks aan [verzoekster] is verschuldigd, vermeerderd met de vertragingsrente en de wettelijke rente;
3. te bevelen om binnen 2 (twee) dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis over te gaan tot betaling van het aan [verzoekster] verschuldigde salaris over de maanden juni 2016, juli 2016 en de periode 1 augustus tot en met 10 augustus 2016, vermeerderd met de vertragingsrente alsmede de wettelijke rente;
4. al het voorgaande, uitvoerbaar bij voorraad;
5. EY te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2. [
verzoekster] legt aan de vordering ten grondslag dat zij op grond van artikel 9
juncto 6.1.4 van het personeelshandboek recht heeft op doorbetaling van loon tijdens haar arbeidsongeschiktheid gedurende een periode van twaalf maanden.
3.3.
EY voert, kort samengevat, het volgende verweer. Op grond van het
personeelshandboek is EY gehouden tot doorbetaling van loon tijdens arbeidsongeschiktheid gedurende een periode van maximaal twaalf maanden; dat kan ook een kortere periode zijn. Nu in het personeelshandboek geen minimale periode is bepaald, is EY op grond van artikel 1614c lid 1 BW verplicht om het loon gedurende ten minste een betrekkelijke korte tijd door te betalen. EY heeft aan deze verplichting voldaan door [verzoekster] gedurende haar arbeidsongeschiktheid het loon over 3,5 maanden door te betalen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader
ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het Gerecht stelt voorop dat partijen het erover eens zijn dat verweerster, de
openbare vennootschap Ernst & Young Advisory, als werkgever van [verzoekster] kan worden aangemerkt.
4.2.
In geschil is de uitleg van de hiervoor onder 2.4. weergegeven bepaling van
artikel 9.1 van het personeelshandboek, inhoudende dat EY “will continue paying 100% of the gross salary during the consecutive period of maximally twelve months of disability or a shorter duration of the employment contract” (hierna ook: de bepaling). [verzoekster] stelt dat zij de bepaling niet anders kan begrijpen dan dat de doorbetaling van haar loon pas zal worden gestaakt indien haar arbeidsongeschiktheid een aaneengesloten periode van 12 maanden zou overschrijden. EY voert aan dat zij gehouden is om het loon gedurende maximaal 12 maanden door te betalen, hetgeen dus ook korter kan zijn.
4.3.
Het Gerecht is - met [verzoekster] - van oordeel dat de bepaling grammaticaal moet
worden uitgelegd. Het primaire standpunt van EY dat in deze de Haviltex-maatstaf van toepassing is, omdat [verzoekster] bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst over de bepaling had kunnen onderhandelen, gaat niet op. Uit het hiervoor onder 2.3. weergegeven artikel B. van de arbeidsovereenkomst blijkt dat de regels in het personeelshandboek eenzijdig door EY zijn vastgelegd en kunnen worden aangepast en dat de herziene versie na bekendmaking automatisch deel zal gaan uitmaken van de arbeidsovereenkomst. Gesteld noch gebleken is dat de werknemers bij de totstandkoming van het personeelshandboek zijn betrokken of anderszins bij de totstandkoming van het personeelshandboek op de hoogte zijn geraakt van de bedoelingen van de werkgever ten aanzien van de inhoud en van de verwachtingen die zij redelijkerwijs mochten hebben. De werknemers kunnen de inhoud van het personeelshandboek dus alleen opmaken uit de tekst daarvan. De bepaling moet derhalve grammaticaal worden uitgelegd.
4.4.
Een grammaticale uitleg houdt in dat in beginsel de bewoordingen van de
bepaling, gelezen in het licht van de gehele tekst van het personeelshandboek, beslissend zijn. Daarbij komt het aan op de betekenis die naar objectieve maatstaven volgt uit de bewoordingen waarin het personeelshandboek is gesteld. In het licht van deze maatstaf bezien kan de bepaling - naar het oordeel van het Gerecht - niet anders worden uitgelegd dan dat EY in geval van arbeidsongeschiktheid gehouden is om 100% van het loon door te betalen gedurende maximaal 12 maanden en niet, zoals [verzoekster] stelt, gedurende in elk geval 12 maanden. De uitleg van [verzoekster] zou erop neerkomen dat EY gedurende alle 12 maanden het loon zou moeten doorbetalen, hetgeen haaks staat op het woord “maximally” in de bepaling. Uit geen van de door [verzoekster] genoemde andere bepalingen van het personeelshandboek valt af te leiden dat aan het woord “maximally” een andere betekenis dan ‘maximaal’ moet worden toegekend, in die zin dat de bepaling betekent dat EY gehouden is om in geval van arbeidsongeschiktheid het loon gedurende alle in de bepaling genoemde 12 maanden door te betalen. Het gebruik van het woord “maximally” brengt juist met zich dat de bepaling de mogelijkheid van een kortere periode dan 12 maanden toestaat, zoals EY ook stelt.
4.5.
Nu het Gerecht [verzoekster] niet volgt in haar standpunt, zijn haar vorderingen niet
toewijsbaar.
4.6.
Het Gerecht overweegt ambtshalve - ten overvloede - het volgende.
In de bepaling is geen minimale periode geregeld. EY is op grond van artikel 7A:1614c lid 1 BW derhalve gehouden om tijdens ziekte (ten minste) gedurende “betrekkelijk korte tijd” het loon door te betalen. Wat een betrekkelijk korte tijd is, wordt bepaald door de omstandigheden van het geval, waaronder de duur van het dienstverband, de leeftijd van de werknemer en de uitzichtloosheid van de arbeidsongeschiktheid van de werknemer. EY heeft tijdens de arbeidsongeschiktheid van [verzoekster] gedurende 3,5 maanden het loon aan haar doorbetaald. Met EY is het Gerecht van oordeel dat deze periode in dit geval redelijk is gelet op de duur van het dienstverband en de leeftijd van [verzoekster]. Door [verzoekster] zijn geen omstandigheden gesteld op grond waarvan het Gerecht tot een ander oordeel komt. EY heeft derhalve aan haar verplichting om het loon gedurende betrekkelijk korte tijd aan [verzoekster] door te betalen, voldaan. Overigens is niet gebleken van een bestendig beleid van EY op dit gebied. Alle omstandigheden in aanmerking genomen kan niet worden gezegd dat [verzoekster] er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat EY haar langer dan 3,5 maanden het volledige salaris zou blijven betalen. De vorderingen van [verzoekster], zoals hiervoor onder 3.1. sub 2 en 3 weergegeven, zijn derhalve ook in zoverre niet toewijsbaar.
4.7.
Gelet op de aard van de zaak en de verhouding tussen partijen, zullen de
proceskosten tussen hen worden gecompenseerd.

5.De beslissing

Het Gerecht:
- wijst de vorderingen af;
- compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. I.H. Lips, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 10 november 2016.