Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
Het Gerecht:
staatde werknemer
toekosteloos te procederen;
staatde werkgever
toekosteloos te procederen;
veroordeeltde werkgever tot betaling aan de werknemer van NAf 21.791,42 bruto wegens aanvulling van het loon tot het wettelijk minimumloon, vermeerderd met de vertragingsrente ex artikel 1614q BW ad 10% en vermeerderd met de wettelijke rente over NAf 21.791,42 bruto vanaf 30 augustus 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeeltde werkgever tot betaling aan de werknemer van NAf 4.008,03 bruto wegens niet genoten vakantiedagen, vermeerderd met de vertragingsrente ex artikel 1614q BW ad 10% en vermeerderd met de wettelijke rente over NAf 4.008,03 bruto vanaf 30 augustus 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeeltde werkgever tot betaling aan de werknemer van NAf 3.173,40 bruto aan cessantia-uitkering;
verklaartdeze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
compenseertde kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst afhet meer of anders gevorderde;
wijst afhet verzochte;