ECLI:NL:OGEAC:2016:175
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontslag en kennelijke onredelijkheid in arbeidsovereenkomst met stichting voor verslaafde daklozen
In deze zaak heeft verzoeker, die werkzaam was bij de stichting Fundashon pa Maneho di Adikshon (FMA), verzocht om te verklaren dat de opzegging van zijn arbeidsovereenkomst kennelijk onredelijk was. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. N.A. Evertsz, heeft aangevoerd dat zijn functie in maart 2014 is gewijzigd van beheerder nachtopvang naar straathoekwerker, wat door FMA werd betwist. FMA, vertegenwoordigd door mr. D.M. Wildeman, stelde dat verzoeker nooit de functie van straathoekwerker had bekleed en dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst op juiste gronden was gedaan, gezien de financiële situatie van de stichting en de sluiting van de nachtopvang per 1 augustus 2015. De zaak is behandeld op 5 januari 2016, waarbij verzoeker en zijn gemachtigde de zaak mondeling toelichtten. FMA heeft de ontslagvergunning aangevraagd en gekregen, waarna de arbeidsovereenkomst per 1 januari 2016 is opgezegd. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de opzegging niet kennelijk onredelijk was, omdat de belangen van FMA zwaarder wogen dan die van verzoeker. De vorderingen van verzoeker zijn afgewezen, en het Gerecht heeft de proceskosten gecompenseerd. Verzoeker is toegelaten om kosteloos te procederen.