Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL EN STANDPUNTEN PARTIJEN
4.BEOORDELING VAN HET GESCHIL
5.BESLISSING
- verklaart het beroep inzake de aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 2011 gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 13 december 2016 uitspraak gedaan in een belastinggeschil tussen een belanghebbende, X, en de Inspecteur der Belastingen. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen een aanslag in de inkomstenbelasting voor het jaar 2011, waarbij de Inspecteur het belastbaar inkomen had vastgesteld op Naf. 271.593, terwijl de belanghebbende zelf een bedrag van Naf. 620 had aangegeven. De belanghebbende stelde dat hij in 2011 bijna geen inkomsten had en dat de Inspecteur ten onrechte van zijn aangifte was afgeweken.
Het Gerecht oordeelde dat de Inspecteur niet had voldaan aan de op haar rustende bewijslast. De Inspecteur had niet aannemelijk gemaakt dat het door haar voorgestane belastbaar inkomen correct was. Het Gerecht nam daarbij in aanmerking dat de belanghebbende had verklaard dat hij in zijn levensonderhoud voorzag door leningen van zijn onderneming en steun van zijn ouders. De Inspecteur had bovendien erkend dat het belastbaar inkomen te hoog was vastgesteld, maar wilde hieraan vasthouden.
Uiteindelijk heeft het Gerecht de aanslag verminderd tot het door de belanghebbende aangegeven belastbaar inkomen van Naf. 620. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof. De beslissing van het Gerecht is daarmee gegrond verklaard, en de uitspraak op bezwaar is vernietigd.