ECLI:NL:OGEAC:2016:133

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
5 december 2016
Publicatiedatum
11 januari 2017
Zaaknummer
AR 78459/2016
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot oprichting van een scheidsmuur op erfgrens en verkrijgende verjaring

In deze zaak vordert de Stichting Particulier Fonds Mistral (hierna: Mistral) dat de Stichting Particulier Fonds Animal Care (hierna: Animal Care) meewerkt aan de oprichting van een stenen scheidsmuur van 1,5 meter hoogte op de erfgrens tussen de percelen Kaya [adres 1] en Kaya [adres 2] te Curaçao. Mistral stelt dat de erfgrens is vastgesteld in de titel van aankomst in eigendom van 17 maart 2008 en dat de scheidsmuur thans ontbreekt. Animal Care voert verweer en beroept zich op verkrijgende verjaring, stellende dat zij de eigendom van patio [adres 2] door verjaring heeft verkregen.

Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft vastgesteld dat de vordering van Mistral gegrond is op artikel 5:49 juncto 5:31 BW. Het Gerecht oordeelt dat Animal Care onvoldoende feiten heeft gesteld om aan te nemen dat zij de eigendom van patio [adres 2] door verjaring heeft verkregen. Het Gerecht concludeert dat het beroep op verkrijgende verjaring niet opgaat, omdat Animal Care niet als bezitter van patio [adres 2] kan worden aangemerkt. Bovendien is Animal Care niet te goeder trouw, aangezien zij bij de aankoop van het onroerend goed op de hoogte was van de kwalitatieve verbintenis die de scheidsmuur betreft.

Het Gerecht wijst de vordering van Mistral toe en veroordeelt Animal Care om binnen twee weken na betekening van het vonnis mee te werken aan de oprichting van de scheidsmuur. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken door mr. I.H. Lips op 5 december 2016.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

VONNIS
in de zaak van:
de stichting
STICHTING PARTICULIER FONDS MISTRAL,
gevestigd in Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: mr. S.C. Limon,
tegen
de stichting
STICHTING PARTICULIER FONDS ANIMAL CARE,
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. H.W. Braam.
Partijen zullen hierna Mistral en Animal Care genoemd worden.

1.Het procesverloop

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
- het inleidend verzoekschrift met producties, op 11 april 2016 ter griffie ingediend;
- de conclusie van antwoord van Animal Care d.d. 22 augustus 2016 met een productie;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 5 oktober 2016 en de tijdens de comparitie door partijen overgelegde producties.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
De volgende feiten zullen in dit geding als tussen partijen vaststaand worden
aangemerkt. Deze feiten blijken uit overgelegde stukken en/of volgen uit stellingen van partijen voor zover deze door de ene partij zijn aangevoerd en door de andere partij zijn erkend of niet dan wel onvoldoende gemotiveerd zijn betwist.
2.2.
Mistral is eigenaar van het onroerend goed gelegen te Kaya [adres 2]
(hierna ook: perceel [adres 2]). De woning op het perceel (hierna ook: woning [adres 2]) wordt bewoond door. [naam], de gemachtigde van Mistral (hierna ook: [naam]).
2.3.
Animal Care is eigenaar van het onroerend goed gelegen te Kaya [adres 1] (hierna ook: perceel [adres 1]). De woning op het perceel (hierna ook: woning [adres 1]) wordt bewoond door [naam 2] (hierna ook: [naam 2]).
2.4.
De percelen [adres 1] en [adres 2] zijn samen met drie andere percelen gelegen aan een ‘cul du sac’. Op alle percelen staan geschakelde woningen. Deze woningen zijn via de dakrand met elkaar verbonden. De woningen bestaan uit drie verdiepingen.
2.5.
De percelen [adres 1] en [adres 2] grenzen aan elkaar.
2.6.
Op de erfgrens van de percelen [adres 1] en [adres 2] (in de tuin op de benedenverdieping richting de Kaya Flamboyant) bevindt zich een scheidsmuur van 1,50 meter hoogte. Deze scheidsmuur is niet doorgetrokken op de eerste verdieping (hierna ook: de tussenverdieping).
2.7.
Op de tussenverdieping bevindt zich een patio (hierna ook: de patio). De patio
grenst aan de woningen van de percelen [adres 1] en [adres 2]. De erfgrens loopt over de patio. Het gedeelte van de patio dat aan de woning van perceel [adres 1] grenst en tot aan de erfgrens loopt, wordt hierna patio [adres 1] genoemd. Het gedeelte van de patio dat aan de woning van perceel [adres 2] grenst en tot aan de erfgrens loopt, wordt hierna patio [adres 2] genoemd.

3.Het geschil

3.1.
Mistral vordert bij inleidend verzoekschrift (letterlijk):
“a. (i) voor recht te verklaren dat, in de titel van aankomst in eigendom van 17 maart 2008 van Stichting Particulier Fonds Mistral, de grens van het perceel Kaya [adres 1] is vastgesteld en wordt afgescheiden van de grens van het perceel [adres 2] door stenen muren en dat deze muren in van deze naast elkaar liggende percelen, kadastraal bekend als tweede district, sectie A, nummers 4394 en 43[adres 1], in onverdeeld eigendom zullen behoren tussen de 'eigenaren van de vorenbedoelde percelen 4394 en 43[adres 1], en
(ii) voor recht te verklaren dat deze muur thans ten onrechte ontbreekt, voor wat
betreft de percelen Kaya [adres 1] en Kaya [adres 2] als stenen afscheidingsmuur tussen deze beide percelen op het bovengedeelte van de grens van deze beide percelen, welk gedeelte van die percelen en grenslijn ter plaatste ligt aan en uitkomt op een zogenaamde cul-de-sac waaraan de percelen Kaya [adres 1] en Kaya [adres 2] (en nog drie andere ) gelegen zijn..
gedaagde te gebieden, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, vanaf de
datum van de betekening van de grosse van het in dezen te wijzen vonnis, haar medewerking aan verzoekster te verlenen, tot het op de grens van de erven/ percelen Kaya [adres 1] en Kaya [adres 2] oprichten van een stenen scheidsmuur van anderhalve meter hoogte door Stichting Particulier Fonds, zijnde de in de aankomsttitel bedoelde in onverdeelde eigendom bepaalde gemeenschappelijke stenen afscheidingsmuur, op te richten precies in het verlengde van de reeds beneden op de grens van de beide percelen nummer [adres 1] en [adres 2] in de tuinen van deze beide percelen nummer [adres 1] en [adres 2] gebouwde afscheidingsmuur in onverdeelde eigendom, op het bovengedeelte van de perceelsgrens van de percelen [adres 1] en [adres 2], onder verbeurte van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van Naf. 25.00,00 per dag voor elke dag dat gedaagde deze gevorderde medwerking weigert dat aan dat gebod gevolg en opvolging en feitelijk vorm kan worden gegeven;
gedaagde te veroordelen in de kosten van deze procedure, de verschuldigde
griffierechten en deurwaarderskosten daaronder begrepen.”
3.2.
Animal Care voert gemotiveerd verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader
ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De vordering en de grondslag daarvan zijn ter comparitie door Mistral
verduidelijkt. De vordering strekt ertoe dat op de patio op de erfgrens, die tussen woning [adres 1] en woning [adres 2] is gelegen, in het verlengde van de op de benedenverdieping gelegen scheidsmuur, een gemene stenen scheidsmuur van 1,50 meter hoogte wordt geplaatst. De vordering is gegrond op artikel 5:49 juncto 5:31 BW en/of nakoming van de in artikel 16 onder A en B van de door Mistral in het geding gebrachte aankomsttitel d.d. 1 april 2004 neergelegde kwalitatieve verbintenis. Animal Care heeft hiertegen als verweer aangevoerd dat zij niet gehouden is om aan de oprichting van een scheidsmuur op de patio mee te werken, omdat zij de eigendom van patio [adres 2] door verjaring heeft verkregen.
4.2.
Het Gerecht stelt het volgende voorop. In geval van verkrijgende verjaring
worden onroerende goederen verkregen door een bezitter te goeder trouw door een onafgebroken bezit van tien jaren (artikel 3:99 BW). Bezit wordt in artikel 3:107 lid 1 BW omschreven als het houden van een goed voor zichzelf. Noodzakelijk is dat de bezitter zich gedraagt alsof hij de eigenaar is. Of iemand een goed houdt en of hij dit voor zichzelf of voor een ander doet, wordt naar verkeersopvatting beoordeeld met inachtneming van de regels van titel 5 van boek 3 BW en overigens op grond van uiterlijke feiten (artikel 3:108 BW). Artikel 3:113 BW bepaalt dat men een goed in bezit neemt door zich daarover de feitelijke macht te verschaffen. Daarnaast is vereist dat de bezitter bij de inbezitneming van het goed te goeder trouw was (artikel 3:102 lid 2 BW). Een bezitter is te goeder trouw, wanneer hij zich als rechthebbende beschouwt en zich ook redelijkerwijs als zodanig mocht beschouwen (artikel 3:118 lid 1 BW). Het is aan Animal Care - als degene die zich op verkrijgende verjaring beroept - om daartoe voldoende feiten en omstandigheden te stellen, en zo nodig te bewijzen.
4.3.
Ter onderbouwing van haar beroep op verkrijgende verjaring heeft Animal
Care gesteld dat de situatie zoals die thans is, al ruim 38 jaren bestaat. Volgens Animal Care is de situatie in 1977/1978 zo gebouwd en altijd zo gebleven. Naar het oordeel van het Gerecht heeft Animal Care hiermee onvoldoende gesteld om aan te nemen dat zij de eigendom van patio [adres 2] door verjaring heeft verkregen. Dit wordt als volgt toegelicht.
4.4.
De patio is een ruimte tussen twee bewoonde woningen. Het betreft
geschakelde woningen, die via een dakpunt met elkaar verbonden zijn. De erfgrens loopt - zoals als onweersproken is komen vast te staan - over de patio, in het verlengde van de scheidsmuur die zich op de benedenverdieping bevindt en ter hoogte van de dakpunt. Op de erfgrens van de patio bevindt zich, in tegenstelling tot de benedenverdieping, geen erfafscheiding. In deze omstandigheden (naar verkeersopvatting en op grond van uiterlijke feiten) brengt het enkele feit dat de huidige situatie al meer dan 38 jaren bestaat, indien juist, niet - zonder meer - met zich dat Animal Care het bezit van patio [adres 2] heeft verkregen. Het altijd zo zijn van de situatie, is niet aan te merken als een daad waardoor Animal Care zich de feitelijke macht over patio [adres 2] heeft verschaft. Door Animal Care is geen enkele daad gesteld, waaruit zou kunnen blijken dat zij patio [adres 2] in bezit heeft genomen. Veronderstellenderwijs ervan uitgaande dat de schommelbank (zoals afgebeeld op de eerste bijlage van productie 6 van het verzoekschrift) daar op enig moment door of namens Animal Care is geplaatst, heeft zij daarmee niet een zodanige feitelijke macht over patio [adres 2] verkregen dat zij als bezitter moet worden aangemerkt. Ter comparitie is besproken dat in het verleden in de muur van het gebouwde op perceel [adres 2] een deurgat en raamgat aanwezig waren (zoals afgebeeld op de derde bijlage van productie 6 van het verzoekschrift) die zijn dichtgemetseld en dat patio [adres 2] tegenwoordig niet bereikbaar is voor de bewoner van woning [adres 2]. Het dichtmetselen van een deur- en raamgat door de bewoner of eigenaar van woning [adres 2] en het niet betreden of niet kunnen betreden van patio [adres 2] door de bewoner of eigenaar van woning [adres 2], zijn niet aan te merken als een daad van inbezitneming door Animal Care. Animal Care heeft geen andere feiten en omstandigheden gesteld waaruit kan worden afgeleid dat zij zich als bezitter van patio [adres 2] heeft gedragen.
4.5.
Nu van bezit niet is gebleken en bij gebreke van bezit de verjaringstermijn niet is gaan lopen, gaat het beroep op verkrijgende verjaring van Animal Care niet op.
4.6.
Overigens is het Gerecht - met Mistral - van oordeel dat Animal Care niet als
te goeder trouw kan worden gekwalificeerd. Mistral heeft in dit verband aangevoerd dat Animal Care niet te goeder trouw is, omdat zij bij de koop van het onroerend goed op de hoogte is geraakt van de kwalitatieve verbintenis inhoudende dat haar perceel door een scheidsmuur van het perceel van Mistral wordt afgescheiden. Animal Care heeft dit niet betwist. Zij heeft ook geen feiten of omstandigheden gesteld waaruit zou kunnen volgen dat zij zich redelijkerwijs als rechthebbende van patio [adres 2] mocht beschouwen. Dit betekent dat het beroep van Animal Care op verkrijgende verjaring ook in zoverre niet opgaat.
4.7.
Het voorgaande heeft tot gevolg dat de vordering van Mistral dat Animal Care
eraan meewerkt dat op de patio op de kadastrale erfgrens van de percelen [adres 1] en [adres 2] een scheidsmuur van 1,5 meter hoogte wordt opgericht, kan worden toegewezen. Een dergelijke vordering kan op grond van artikel 5:49 BW “te allen tijde” worden ingesteld. Het betoog van Animal Care dat Mistral niet eerder, ook niet na de in 2009 tussen partijen gevoerde kort geding procedure, actie heeft ondernomen, baat haar dus niet. Voor het geval Animal Care heeft bedoeld te betogen dat Mistral geen belang bij de vordering heeft, wordt ook dat verweer verworpen. Vanaf patio [adres 1] kan patio [adres 2] worden betreden, omdat er geen erfafscheiding staat. Ter comparitie is voldoende gebleken dat vanaf patio [adres 2], waartoe patio [adres 1] dus toegang geeft, enige inkijk in de badkamer van de woning van Mistral en de tuin mogelijk is, ondanks de aanwezigheid van een bak met planten. Mistral heeft derhalve een voldoende belang van privacybescherming bij haar vordering.
4.8.
Het verweer van Animal Care dat sprake is van misbruik van recht wordt
eveneens verworpen. Zoals hiervoor reeds is overwogen, heeft Mistral een concreet belang van privacybescherming bij de vordering. De enkele - niet onderbouwde - stelling van Animal Care dat de onderhavige procedure is ingesteld om te treiteren, omdat [naam] de ex-echtgenote van [naam 2] bijstaat in een echtscheidingsprocedure, is onvoldoende om te concluderen dat sprake is van misbruik van recht.
4.9.
Het beroep op rechtsverwerking wordt eveneens, als onvoldoende
onderbouwd, verworpen. Voor het aannemen van rechtsverwerking is enkel tijdsverloop of stilzitten onvoldoende. Animal Care heeft geen (andere) feiten of omstandigheden gesteld waaruit zou kunnen volgen dat sprake is van rechtsverwerking.
4.10.
Het voorgaande heeft tot gevolg dat de vordering van Mistral zal worden
toegewezen, zoals hieronder nader bepaald. De gevorderde dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd tot redelijk geachte bedragen.
4.11.
Mistral heeft de vordering mede gegrond op artikel 5:31 BW. Dit artikel ziet,
kort gezegd, op de vastlegging van de erfgrens bij notariële akte. Daarbij is geen rol weggelegd voor het Gerecht. Voor het geval Mistral met het gevorderde, zoals hiervoor onder 3.1. a. (i.) vermeld, heeft bedoeld te vorderen dat de erfgrens door de rechter wordt vastgelegd ex artikel 5:32 BW, wordt die vordering als onvoldoende onderbouwd verworpen.
4.12.
Gelet op de nadere toelichting van (de grondslag van) de vordering van
Mistral ter comparitie is onvoldoende gebleken dat zij - naast toewijzing van het gevorderde zoals hieronder nader bepaald - belang heeft bij een afzonderlijke verklaring voor recht. Dit deel van de vordering is derhalve niet toewijsbaar.
4.13.
Gelet op de aard van de zaak en de verhouding tussen partijen zal het Gerecht
de proceskosten tussen hen compenseren.

5.De beslissing

Het Gerecht:
- veroordeelt Animal Care om binnen twee weken na betekening van dit vonnis mee te werken aan de oprichting van een stenen scheidsmuur van 1,5 meter hoogte op de erfgrens van de patio, gelegen op de tussenverdieping tussen perceel Kaya [adres 1] en perceel Kaya [adres 2] te Curaçao, in het verlengde van de bestaande scheidsmuur die zich op de benedenverdieping op de erfgrens van de beide percelen bevindt,
op straffe van verbeurte van een dwangsom van NAf 200,00 vanaf twee weken na betekening van dit vonnis voor elke dag of gedeelte van een dag dat Animal Care in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van NAf 5.000,00;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H. Lips, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
5 december 2016.