Uitspraak
1.Verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
NAf 467,95 en NAf 450,- aan verschotten en NAf 1.000,- aan gemachtigdensalaris.
5.De beslissing
Het Gerecht:
NAf 150.000,-;
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft eiseres, wonende te Curaçao, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die eveneens te Curaçao woont. Eiseres vordert dat gedaagde onmiddellijk stopt met bouwwerkzaamheden op haar perceel, dat hij zich niet meer toegang verschaft tot haar perceel, en dat hij het bouwmateriaal dat zich op haar perceel bevindt, verwijdert. Tevens vordert eiseres de afbraak van het gedeelte van gedaagdes woning dat op haar perceel is gebouwd. De zaak is gestart op 14 september 2016 met een verzoekschrift van eiseres, waarop gedaagde op 12 oktober 2016 heeft gereageerd. Tijdens een zitting op 8 november 2016 leek er een overeenkomst te zijn bereikt, maar dit bleek niet het geval. Eiseres heeft het Gerecht op 16 november 2016 verzocht om vonnis te wijzen.
Eiseres stelt dat gedaagde inbreuk maakt op haar eigendomsrecht, aangezien zijn woning deels op haar perceel staat. Gedaagde heeft betoogd dat er geen sprake is van grensoverschrijding en dat hij in overleg is geweest met de familie van eiseres over de aankoop van de grond. Het Gerecht oordeelt dat gedaagde niet te goeder trouw is en dat er geen overeenstemming is over de verkoop van de grond. Het beroep op verjaring wordt afgewezen, omdat gedaagde wist dat zijn woning over de erfgrens stond. Het Gerecht komt tot de conclusie dat de vorderingen van eiseres toewijsbaar zijn, en gedaagde wordt veroordeeld tot het staken van de bouwwerkzaamheden, het verwijderen van het bouwmateriaal, en de afbraak van het gedeelte van zijn woning dat op het perceel van eiseres staat. Gedaagde wordt ook veroordeeld in de proceskosten.