In deze zaak, die zich afspeelt in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, hebben de eisers, Compagnie Minière de Lógooue “Comilog” Moanda en Comilog International, een kort geding aangespannen tegen Sierra Marina Ltd. De eisers vorderen toegang tot het schip 'Sierra' voor inspectie, voorafgaand aan noodzakelijke reparaties, na een incident op 24 mei 2016 in Barranquilla, Colombia. Dit incident leidde tot problemen met de motor van het schip, wat aanleiding gaf tot de vraag of er sprake was van averij-grosse. De eisers, die de verzekeraar van de ladingbelanghebbenden zijn, stellen dat de slechte staat van het schip de oorzaak is van de problemen, terwijl de gedaagde, Sierra Marina Ltd., beweert dat het incident het gevolg is van een visnet in de propeller.
De procedure begon op 18 juli 2016 met een verzoekschrift, en de zitting vond plaats op 20 en 21 juli 2016. De gedaagde heeft verweer gevoerd en betwist dat het Gerecht bevoegd is om van de vorderingen kennis te nemen. Desondanks oordeelt het Gerecht dat het bevoegd is, gezien de omstandigheden van de zaak en de locatie van het schip. Echter, de vorderingen van de eisers worden afgewezen, omdat de gedaagde heeft aangegeven volledige medewerking te verlenen aan de inspectie en er geen spoedeisend belang is aangetoond voor de gevorderde toegang.
Het Gerecht heeft de eisers in de proceskosten veroordeeld, die zijn begroot op ANG 2.250 voor salaris advocaat. De beslissing is openbaar uitgesproken door rechter P.E. de Kort, in aanwezigheid van de griffier.