ECLI:NL:OGEAC:2016:106
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet en voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst na hevige discussie op de werkvloer
In deze zaak heeft de werknemer, werkzaam als zelfstandig kok bij BORIZINA N.V., verzocht om vernietiging van een ontslag op staande voet dat op 29 januari 2016 door de werkgever was gegeven. De werkgever had het ontslag gerechtvaardigd door te verwijzen naar disrespect voor collega's en werkweigering, na een hevige discussie op de werkvloer die leidde tot klachten van klanten. De werknemer had eerder al meerdere officiële waarschuwingen ontvangen voor vergelijkbaar gedrag. Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft vastgesteld dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig was, gezien de dringende redenen die door de werkgever waren aangevoerd. De werknemer had geen werk geweigerd, maar het Gerecht oordeelde dat de omstandigheden, waaronder de eerdere waarschuwingen en de ernst van het incident, voldoende waren om het ontslag te rechtvaardigen. De verzoeken van de werknemer tot vernietiging van het ontslag en doorbetaling van het loon werden afgewezen. Daarnaast deed de werkgever een zelfstandig tegenverzoek tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst, voor het geval het ontslag op staande voet niet stand zou houden. Het Gerecht oordeelde dat er sprake was van gewichtige redenen voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst, gezien de verstoorde arbeidsrelatie en het gebrek aan vertrouwen. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden per 1 november 2016, zonder toekenning van een vergoeding aan de werknemer. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.