ECLI:NL:OGEAC:2016:104

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
19 augustus 2016
Publicatiedatum
28 oktober 2016
Zaaknummer
E.J. 75258 van 2015
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rangregeling na veiling van het schip HSS DISCOVERY en beschikking tot renvooi

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, betreft het een rangregeling na de veiling van het schip HSS DISCOVERY. De beschikking tot renvooi is gegeven op 19 augustus 2016, naar aanleiding van een verzoek van Global Marine Business Solutions Inc. en andere belanghebbenden. De zaak is ontstaan uit een executoriale verkoop van het schip, dat voor een bedrag van US$ 2.100.000,- is toegewezen aan de koper. De rangregeling is gebaseerd op de vorderingen van verschillende partijen, waaronder Global Marine BVI, Marportmad, Totalmar en CID, die hun vorderingen hebben ingediend in het kader van de verdeling van de opbrengst van de veiling.

Het procesverloop omvat verschillende documenten, waaronder een proces-verbaal van de staat van verdeling en tegenspraken van de betrokken partijen. De rechter-commissaris heeft vastgesteld dat de uitwinningskosten van Global Marine BVI en Marportmad voorrang hebben boven andere vorderingen. De overige vorderingen zijn niet toereikend voor enige uitkering, wat leidt tot een verwijzing naar de gewone procedure voor verdere vaststelling van de vorderingen.

De beschikking benadrukt het belang van een minnelijke regeling, maar aangezien dit niet mogelijk bleek, is de zaak doorverwezen naar de rolzitting voor conclusie van eis. De rechter-commissaris heeft de betrokken partijen geïnformeerd over de verdere procedure en de heffing van griffierechten.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
BESCHIKKING
tot renvooi ex art. 486 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
inzake de rangregeling m.b.t. de opbrengst van de veiling van
de HSS DISCOVERY
ten laste van
Albamar C.A.(hierna: Albamar), gevestigd te Venezuela, geëxecuteerde, gemachtigde mr. A.Ch. van Hoof;
zulks ten verzoeke van
Global Marine Business Solutions Inc. (hierna: Global Marine BVI),
gemachtigde mr. W. Princée,
met als overige belanghebbenden
Curaçao Industrial Diving N.V.(hierna: CID),
gemachtigde mr. D.E. Liqui-Lung;
[belanghebbende 2] h.o.d.n. C4 Engineering(hierna: [belanghebbende 2]),
gemachtigde aanvankelijk mr. A.C.A. Gonzales, thans zonder gemachtigde;
Totalmar Corporation Curaçao N.V.(hierna: Totalmar),
gemachtigde mr. C.A. Peterson;
Marportmad Shipping & Logistics Inc.(hierna: Marportmad),
gemachtigde mr. C.A. Peterson;
Global Marine Business Solutions (USA) LLC(hierna: Global Marine Maryland),
gemachtigde mr. W. Princée.

1.Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit:
- het proces-verbaal bevattende de staat van verdeling van 7 juni 2016;
- het bericht van mr. Gonzalez van 17 juni 2016 dat hij desisteert als gemachtigde van [belanghebbende 2];
- het e-mailbericht van de griffier aan partijen van 21 juni 2016 waarin wordt bericht dat de geplande zitting geen doorgang vindt en partijen hun eventuele tegenspraak schriftelijk kunnen indienen;
- de “reactie op proces-verbaal” van Global Marine BVI en Global Marine Maryland van 6 juli 2016, houdende tegenspraak van de vordering van Marportmad voor zover het betreft haar vordering hierna bedoeld onder 2.2 a);
- de “akte” van CID van 6 juli 2016, houdende tegenspraak van de vorderingen van Global Marine BVI en Global Marine Maryland;
- de “schriftelijke tegenspraak” van Totalmar en Martportmad van 6 juli 2016, houdende tegenspraak van de vorderingen van Global Marine BVI en Global Marine Maryland;
- het e-mailbericht van de rechter-commissaris aan partijen van 27 juli 2016 met de aankondiging dat, indien een vereniging niet mogelijk blijkt, verwijzing naar de maandagrol zal volgen;
- het e-mailbericht van mr. Princée van 1 augustus 2016, waarin onder meer om verwijzing wordt verzocht.

2.Overwegingen

2.1
Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao heeft op 9 april 2015 vonnis gewezen inzake de executoriale verkoop van het schip “HSS DISCOVERY”, welk schip voor een bedrag van US$ 2.100.000 aan de koper op de veiling is toegewezen.
2.2
Bij proces-verbaal van 7 juni 2016 is de volgende staat van verdeling opgemaakt, gebaseerd op wat door partijen over hun vorderingen en de rangorde is aangevoerd:
a. a) De door Global Marine BVI gestelde uitwinningskosten van US$ 207.609,42 en US$ 4.281,04 zijn op grond van artikel 8:210 lid 1 BW boven alle andere vorderingen gerangschikt en worden geheel uit de opbrengst van USD 2.100.000,- voldaan. Datzelfde geldt voor de door Marportmad gestelde uitwinningskosten van NAf 1.109,65;
b) Vervolgens komen de behoudskosten aan bod. Het gaat om bedragen van US$ 1.463,640,- voor Global Marine BVI en US$ 2.743.696,32 voor Global Marine Maryland. Deze vorderingen zijn tezamen hoger dan het restant van de executieopbrengst na voldoening van de uitwinningskosten. Dit restant dient pro rata onder Global Marine BVI en Global Marine Maryland te worden verdeeld.
c) Hierna komt in rang de vordering van [belanghebbende 2] ad € 99.775. De opbrengst is niet toereikend voor enige uitkering op deze vordering.
d) Ten slotte komen de concurrente vorderingen van Marportmad ad (10.688,10 minus 1.109,65 =) NAf 9.578,45, Totalmar ad US$ 1.696.500,- en CID ad US$ 518.153,11. De opbrengst is niet toereikend voor enige uitkering op deze vorderingen.
2.3
Bij gebreke van een minnelijke regeling en gelet op artikel 486 Rv zal verwijzing naar de gewone procedure plaatsvinden ter vaststelling van de vorderingen, voor zover de tegenspraak zich daartegen richt. Nu ook op het punt van de uitwinningskosten niet is gebleken van een vereniging van partijen, kan geen gevolg worden gegeven aan het verzoek van Global Marine BVI en Global Marine Maryland aan hen uit de opbrengst reeds thans (een deel van) de uitwinningskosten te voldoen.
3. Beslissing
De rechter-commissaris:
3.1
verwijst de zaak tussen
Global Marine Business Solutions Inc. (gemachtigde mr. W. Princée)en
Global Marine Business Solutions (USA) LLC(gemachtigde mr. W. Princée) als verzoeksters en
Curaçao Industrial Diving N.V.(gemachtigde mr. D.E. Liqui-Lung),
Totalmar Corporation Curaçao N.V.(gemachtigde mr. C.A. Peterson) en
Marportmad Shipping & Logistics Inc.(gemachtigde mr. C.A. Peterson) als verweerders naar de rolzitting van 5 september 2016 voor conclusie van eis zijdens verzoeksters;
3.2
verwijst de zaak tussen
Marportmad Shipping & Logistics Inc.(gemachtigde mr. C.A. Peterson) als verzoekster en
Global Marine Business Solutions Inc. (gemachtigde mr. W. Princée)en
Global Marine Business Solutions (USA) LLC(gemachtigde mr. W. Princée) als verweerders - voor zover het betreft de vordering sub 2.2 a) - naar de rolzitting van 5 september 2016 voor conclusie van eis zijdens verzoekster;
3.3
verstaat dat door de griffier van verzoeksters als in andere zaken griffierecht zal worden geheven.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.E. de Kort, rechter-commissaris, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 19 augustus 2016.