Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De verzoeken
3.De feiten
4.De beoordeling
NAf 200,- per maand per kind, met ingang van de maand september 2015 en rechtstreeks en bij vooruitbetaling aan de vrouw te voldoen;
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft de vrouw, verzoekster, op 21 augustus 2015 een verzoekschrift ingediend voor een voorlopige voorziening. De zaak is behandeld op 11 september 2015, waarbij beide partijen en hun gemachtigden aanwezig waren. De vrouw verzocht om toevertrouwing van de minderjarige kinderen aan haar, alsook om alimentatie van de man voor de kinderen en voor haarzelf. De man heeft verweer gevoerd tegen een deel van de vorderingen, maar het Gerecht heeft geoordeeld dat de vrouw voldoende belang heeft bij haar verzoeken.
De partijen zijn op 26 september 2009 in gemeenschap van goederen gehuwd en hebben twee minderjarige kinderen. Sinds december 2014 wonen zij niet meer samen. De vrouw heeft geen betaald werk, terwijl de man in loondienst is. Het Gerecht heeft de verzoeken van de vrouw beoordeeld en vastgesteld dat de man in staat is om een bijdrage te leveren aan de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen. De man heeft aangevoerd dat hij niet over voldoende draagkracht beschikt om de door de vrouw gevraagde alimentatie te betalen, maar het Gerecht heeft dit verweer verworpen.
De vrouw heeft verzocht om kosteloos te mogen procederen, wat door het Gerecht is toegewezen. De vordering tot toevertrouwen van de kinderen aan de vrouw is toegewezen, aangezien de man zich hiertegen niet heeft verweerd. De alimentatieverplichting is vastgesteld op NAf 200,- per maand per kind, met ingang van september 2015. Het verzoek om partneralimentatie is afgewezen, omdat de man niet over voldoende draagkracht beschikt. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is uitgesproken door mr. S.E. Sijsma op 25 september 2015.