ECLI:NL:OGEAC:2015:4

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
21 april 2015
Publicatiedatum
8 mei 2015
Zaaknummer
500.00749/14
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gewelddadige overval en vuurwapenbezit door verdachte met verminderde toerekeningsvatbaarheid

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 21 april 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1992 en thans gedetineerd. De verdachte is beschuldigd van een gewelddadige overval en vuurwapenbezit. Tijdens de openbare terechtzitting op 25 maart 2015 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. M.O. Gomes. De officier van justitie, mr. E.V.A. Bos, eiste een gevangenisstraf van 48 maanden, waarvan 24 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar en bijzondere voorwaarden, waaronder reclasseringsbegeleiding.

De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een gewelddadige overval op het HCC-terrein in Curaçao op 3 september 2014, waarbij meerdere motorfietsen en een auto zijn gestolen. De overval ging gepaard met geweld en bedreiging, waarbij slachtoffers zijn vastgebonden en onder druk gezet. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Gerecht bevoegd was om van de zaak kennis te nemen. De verdachte is als first offender aangemerkt, en het Gerecht heeft rekening gehouden met zijn bekennende houding, zijn jeugdige leeftijd en verminderde toerekeningsvatbaarheid, zoals vastgesteld door een psychiater.

De rechter heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden, waarvan 24 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. De verdachte moet zich na zijn invrijheidstelling melden bij de reclassering en zich houden aan de voorwaarden die zijn gesteld. Het Gerecht heeft benadrukt dat de ernst van de feiten en de gevolgen voor de slachtoffers zwaar wegen in de beslissing over de strafmaat.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [datum] 1992 te Curaçao,
wonende te Curaçao, thans alhier gedetineerd.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 25 maart 2015. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. M.O. Gomes.
De officier van justitie, mr. E.V.A. Bos, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van de feiten 1 en 2 te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van achtenveertig maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan vierentwintig maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaren, onder de bijzondere voorwaarde van reclasseringsbegeleiding, ook als dat inhoudt dat de verdachte een sociale vaardigheidstraining moet volgen of zich onder behandeling moet stellen bij het FMA.
De raadsvrouw heeft een strafmaatverweer gevoerd.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:…

3.Voorvragen

3.1
Geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.
3.2
Bevoegdheid van het Gerecht
Krachtens de wettelijke bepalingen is het Gerecht bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
3.3
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
3.4
Redenen voor schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4.Bewijsbeslissingen

4A. Bewezenverklaring
Het Gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht:
1.
dat hij op 3 september 2014 in Curaçao, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigeningheeft weggenomen zeven motorfietsen (scooters) van de merken Gilera of Piaggi
oof Beve
rly of Yamaha en een personenauto van het merk Kia Picanto, kenteken [nr] en een mobiele telefoon en een aantal (auto)sleutels en een portemonnee inhoudende een geldbedrag van N
Af 15,00 en een portofoon en een televisie en een hangslot met bijbehorende sleutel, geheel of ten dele toebehorende aan anderen dan aan hem, verdachte, en zijn mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [x] en [y] gepleegd door hem, verdachte, en zijn mededaders met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
bestaande dat geweld en/of die bedreiging met geweld uit het opzettelijk
  • het onverhoeds (met een groep personen) het HCC-Terrein binnendringen en
  • die [x] op dreigende toon aanmanen om stil te blijven omdat hij anders doodgeschoten zal worden en
  • een mes met kracht in de hand van die [x] drukken en hem daarbij aanmanen om rustig te blijven en
  • die [x] en [y] (met tie-wraps) vastbinden aan de handen en voeten, en
  • de broekzakken van die [x] doorzoeken;
2.
dat hij op 3 september 2014, in Curaçao, tezamen en in vereniging met anderen, voorhanden heeft gehad één vuurwapen in de zin van de Vuurwapenverordening 1930.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn in de bewezenverklaring
cursief weergegevenverbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.Bewijsmiddelen

De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de navolgende wettige bewijsmiddelen zijn vervat. Bij de bewijsmiddelen wordt, tenzij anders vermeld, verwezen naar het einddossier inzake het onderzoek HCC terrein II d.d. 20 december 2014.
1. Proces-verbaal van aangifte, proces-verbaalnummer 2014.09.03/06.30, in de wettelijke vorm opgemaakt en gesloten op 3 september 2014 door A.F. Matilda, brigadier bij het Korps Politie Curaçao, voor zover inhoudende als verklaring van [x], zakelijk weergegeven:
Ik werk voor het beveiligingsbedrijf “Speedy Security” op het HCC-terrein te Curaçao. Op 2 september 2014 had ik nachtdienst. Omstreeks 03:25 uur zette een takelwagen een inbeslaggenomen auto van het merk Kia Picanto met nummerplaat N52-81 af op het HCC-terrein. Samen met een collega ging ik de auto controleren. Ik controleerde de auto van de binnenkant en mijn collega van de buitenkant. Plotseling stonden er twee à drie mannen bij de auto. Ze zeiden dat ik stil moest blijven, want anders zouden ze me doodschieten. Een van de mannen had een mes in zijn hand. Hij drukte die met kracht tegen mijn linker “hand paal ter hoogte van mijn pink” en zei tegen mij dat ik rustig moest blijven. Ik werd door hen aan mijn handen en voeten met een streep vastgestreept (
bedoeld wordt: met tie-wraps vastgebonden, opm. Gerecht). Zij doorzochten mijn broekzakken en namen mijn portemonnee uit mijn broekzak. In de portemonnee zat NAf 15,-. Zij vroegen mij de sleutels van de motorfietsen. Ik zei tegen hen dat alle sleutels in het portiershuisje waren. Ze gingen de sleutels halen. Het lukte hen om zeven motorfietsen weg te nemen en de Kia Picanto met kenteken [ ]. Ze hebben ook mijn autosleutel en twee andere sleutels weggenomen, een portofoon van het beveiligingsbedrijf Speedy Security, een mini televisie en een hangslot met bijbehorende sleutel.
2. Proces-verbaal van aangifte, proces-verbaalnummer 2014.09.03/06.00, in de wettelijke vorm opgemaakt en gesloten op 3 september 2014 door A.F. Matilda, brigadier bij het Korps Politie Curaçao, voor zover inhoudende als verklaring van [y], zakelijk weergegeven:
Ik werk voor het beveiligingsbedrijf “Speedy Security” op het HCC-terrein te Curaçao. Op 2 september 2014 had ik nachtdienst. Omstreeks 03:25 uur zette een takelwagen een inbeslaggenomen auto van het merk Kia Picanto met nummerplaat [ ] af op het HCC-terrein. Een collega en ik gingen de auto controleren. Mijn collega controleerde de auto van de binnenkant en ik van de buitenkant. Op een gegeven moment werd ik door een man verrast. Deze man had een vuurwapen in zijn hand en dwong mij op de grond te gaan liggen, anders zou hij mij doodschieten. Door deze en een andere man werd ik achter het portiershuisje gesleept en daar werd ik door twee of drie personen aan mijn handen en voeten vastgestreept (
bedoeld wordt: met tie-wraps vastgebonden, opm. Gerecht). Ze namen mijn mobiele telefoon uit mijn broekzak.
3. Proces-verbaal van bevinding weggenomen goederen, proces-verbaalnummer 20140409.17.00, met bijlage, in de wettelijke vorm opgemaakt en gesloten op 4 september 2014 door N.A.A. Webster en S.S.J. Jandroep, beiden brigadier bij het Korps Politie Curaçao, voor zover inhoudende als verklaring van de verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Op 3 september 2014 werden op het HCC-terrein zeven motorfietsen en een Kia Picanto gestolen. De beheerder van het terrein, Inspecteur van politie T.V. Maduro, heeft ons een lijst overhandigd waarop de gestolen goederen vermeld staan. Op de lijst staan zeven motorfietsen vermeld van de merken Gilera, Piaggio, Bevely en Yamaha.
4. Proces-verbaal van aangifte, proces-verbaalnummer 2014035362.20140915.0915, in de wettelijke vorm opgemaakt en gesloten op 15 september 2014 door M.N.C. Parris, brigadier bij het Korps Politie Curaçao, voor zover inhoudende als verklaring van [z], zakelijk weergegeven:
Ik ben eigenaar van de auto van het merk Kia Picanto met kentekennummer [ ]die op 3 september 2014 in beslag werd genomen en met de takelwagen naar het HCC-terrein is gebracht.
5. De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 25 maart 2015, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb meegedaan met de beroving op het HCC-terrein.
Toen wij op het terrein stonden heb ik het wapen van medeverdachte [a] overgenomen en zag ik dat het een luchtdrukpistool was. Na de beroving heb ik het luchtdrukpistool in de bosjes gegooid.
6. Proces-verbaal van vierde verhoor, proces-verbaalnummer 2014035362.20140913.1215, opgemaakt en gesloten op 13 september 2014 door M.M. Muller en H.A. Merce, brigadier respectievelijk hoofdagent bij het Korps Politie Curaçao, voor zover inhoudende als verklaring van medeverdachte [a], zakelijk weergegeven:
Mijn zwarte vuurwapen van Airsoft moest gebruikt worden tijdens de beroving.
7. Proces-verbaal van vijfde verhoor, proces-verbaalnummer 2014035362.2014091512.00, opgemaakt en gesloten op 16 september 2014 door M.M. Muller en M.N.C. Parris, beiden brigadier bij het Korps Politie Curaçao, voor zover inhoudende als verklaring van medeverdachte [a], zakelijk weergegeven:
Mijn vuurwapen is zwart van kleur en is een luchtdrukpistool. Het lijkt op een Glock.

6.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
1.
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijker te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
2.
medeplegen van handelen in strijd met het in artikel 3 van de Vuurwapenverordening 1930 gegeven verbod.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

7.Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.

8.Motivering van de sanctie

Bij de beslissing over de sanctie die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft het Gerecht zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. In het bijzonder heeft het Gerecht het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee ernstige en ergerlijke misdrijven. Hij heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een gewelddadige overval en vuurwapenbezit. De slachtoffers is geweld aangedaan en zijn bedreigd. Het is een feit van algemene bekendheid dat dergelijke overvallen door de slachtoffers als uitermate beangstigend worden ervaren. De ervaring leert dat slachtoffers van dergelijke delicten daar doorgaans nog lange tijd nadelige psychische gevolgen van ondervinden. Voor de getroffen eigenaren van de goederen is de economische schade en overlast groot. Bovendien vergroten brutale overvallen als deze de gevoelens van angst en onveiligheid in de maatschappij. De verdachte is aan deze gevolgen van zijn handelen volledig voorbijgegaan. Het Gerecht rekent het de verdachte zwaar aan dat hij zich louter heeft laten leiden door eigen gewin. Daarnaast kan verboden vuurwapenbezit een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich brengen. Tegen het ongecontroleerde bezit van vuurwapens dient dan ook streng te worden opgetreden.
Het Gerecht is op grond van de aard en de ernst van de feiten van oordeel dat slechts een straf die vrijheidsbeneming met zich brengt, als passende straf in aanmerking komt.
Ten voordele van verdachte geldt dat uit zijn documentatie blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld ter zake van strafbare feiten.
Voorts houdt het Gerecht rekening met de bekennende proceshouding van de verdachte alsmede met de straf die ten aanzien van medeverdachte Margarita is opgelegd.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte houdt het Gerecht rekening met zijn jeugdige leeftijd en met de rapportages die omtrent zijn persoon zijn opgesteld. De psychiater is van oordeel dat het delict de verdachte verminderd kan worden toegerekend. Door zijn beperkte intelligentie en de zwakke sociale omstandigheden is de verdachte kwetsbaar, afhankelijk van zijn omgeving en makkelijk te beïnvloeden. Er bestaat een reële kans op recidive, aldus de psychiater in het rapport d.d. 12 januari 2015. Volgens het reclasseringsrapport van 19 december 2014 wordt de kans op herhaling zelfs groot te noemen. Om het recidivegevaar terug te dringen dient een bewustwordingsproces op gang te worden gebracht en doordacht gedrag bij de verdachte te worden gestimuleerd, aldus de reclassering. Het Gerecht sluit zich hierbij aan.
Alles afwegende acht het Gerecht de hierna te melden straf passend en geboden. Het Gerecht zal een deel van deze straf in voorwaardelijke zin opleggen teneinde de kans op herhaling te beperken door middel van reclasseringstoezicht. De verdachte dient zich binnen drie (3) werkdagen na zijn detentie te melden bij Stichting Reclassering Curaçao (thans gevestigd op het adres: Scharlooweg 154/156 Unit B (oud Kranshi gebouw), telefoonnummer 461-1832) voor reclasseringsbegeleiding en zich vervolgens te houden aan de aanwijzingen van de reclassering.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

artikel 1:19, 1:20, 1:21, 1:123, 1:136, 1:224 en 2:291 van het Wetboek van Strafrecht;
artikel 3 en 11 van de Vuurwapenverordening 1930.

10.Beslissing

Het Gerecht:
verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde zoals in rubriek
4Aomschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart dat de bewezen verklaarde feiten de in rubriek
6genoemde strafbare feiten opleveren;
verklaart de verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte wegens deze feiten tot een gevangenisstraf voor de duur van
achtenveertig (48) maanden;
beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte,
groot vierentwintig (24) maanden,
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van
drie (3) jaren;
bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
stelt als
bijzondere voorwaardendat de veroordeelde:
  • zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen te geven door of namens U.O. Reclassering Curaçao (thans gevestigd op het adres: Scharlooweg 154/156 (oud Kranshi gebouw), telefoonnummer 461-1832), zulks zolang deze instelling dat gedurende de proeftijd nodig acht, ook als dat inhoudt dat hij een sociale vaardigheidstraining moet volgen en afronden en/of zich onder behandeling moet stellen bij Fundashon Maneho di Adikshon (FMA);
  • zich in het kader van het vorenstaande binnen drie (3) werkdagen na zijn invrijheidstelling meldt bij de Stichting Reclassering Curaçao (thans gevestigd op het adres: Scharlooweg 154/156 Unit B (oud Kranshi gebouw), telefoonnummer 461-1832).
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. I.H. Lips en uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht op 21 april 2015, in tegenwoordigheid van de griffier.