2.1In dit vonnis wordt het volgende als vaststaand aangenomen.
[eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] is klant bij water- en energieleverancier Aqualectra. Zij heeft op haar woonadres aan de [woonadres] te Curaçao sinds jaar en dag een aansluiting voor de levering van stroom. Tussen partijen is daartoe op enig moment een overeenkomst gesloten.
Het verbruik van stroom door [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] wordt gemeten met een meter, die zich, zoals gebruikelijk, in een nis aan de straatkant van het perceel van [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] bevindt.
De meterstand wordt, zoals gebruikelijk, maandelijks door een door Aqualectra ingeschakelde (hulp)persoon opgenomen.
Op 11 december 2013 heeft Aqualectra de oude meter vervangen door een digitale meter.
Bij brief van 2 oktober 2014 heeft Aqualectra [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] als volgt bericht:
“Bij een controle, dat Aqualectra d.d. 12-11-2013 aan uw meetinrichting heeft verricht, hebben wij onrechtmatigheid geconstateerd aan hetzij uw meter, meetinrichting of uw installatie. Deze onrechtmatigheid heeft ertoe geleid dat een deel van het verbruikte water en/of elektra niet is geregistreerd. Deze handelswijze is in strijd met onze aansluitvoorwaarden, meer in het bijzonder met:
Artikel 25 lid 1B
Het is de aanvrager en verbruiker verboden door of vanwege het bedrijf aangebrachte verzegeling te verbreken of te doen verbreken.
Artikel 25 lid 1C
Het is de aanvrager en verbruiker verboden handelingen te verrichten of te doen verrichten, waardoor de omvang van de levering niet juist kan worden vastgesteld dan wel een situatie te scheppen waardoor het normaal functioneren van de meetinrichting of andere apparatuur van het bedrijf wordt verhinderd, of de tarieven en vergoedingsregeling van het bedrijf niet juist kunnen worden toegepast.
Er zal op uw rekening conform bovenstaand artikel een bedrag van NAF. 14.238,37 opgevoerd worden. (…) Indien wij na 4 weken geen reactie van u ontvangen, zal genoemd bedrag op uw rekening opgevoerd worden.”
Bij brief aan Aqualectra van 15 oktober 2015 heeft [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] betwist dat er sprake is geweest van een onrechtmatigheid, heeft zij er op gewezen dat zij steeds volledig aan haar betalingsverplichtingen voldoet en heeft zij om een onderbouwing van het bedrag van Naf. 14.238,37 gevraagd.
Vervolgens is overleg gevoerd en gecorrespondeerd. Aqualectra heeft het bedrag van Naf. 14.238,37 opgenomen op de maandelijkse factuur aan [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] onder de noemer “konsumo no registra”. [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] heeft dat bedrag niet voldaan. De overige haar in rekening gebrachte bedragen wel.
In de periode maart-september 2015 heeft Aqualectra [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] vier maal van stroom afgesloten, waarna na protest weer aansluiting volgde.
Door [eiseres in conventie, gedaagde in reconventie] is kort voor de zitting een (naar het Gerecht begrijpt door het factureringssysteem van Aqualectra automatisch gegenereerde) aankondiging ontvangen dat wederom tot afsluiting wordt overgegaan indien het volgens Aqualectra uitstaande bedrag van Naf. 14.238,37 niet wordt betaald.