Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
de naamloze vennootschap CURAÇAO PORTS AUTHORITY N.V.,
[verweerder],
verzoeker bij zelfstandig tegenverzoek,
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft de Curaçao Ports Authority N.V. (CPA) verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een gepensioneerde ambtenaar, hierna aangeduid als [verweerder]. CPA stelde dat er gewichtige redenen waren voor de ontbinding, met name veranderingen in de omstandigheden. De arbeidsovereenkomst was oorspronkelijk voor onbepaalde tijd, maar CPA voerde aan dat [verweerder] op de hoogte was van de aanstelling van een nieuwe jurist en dat hij had ingestemd met zijn vertrek. [verweerder] daarentegen betwistte dat er sprake was van een rechtsgeldige beëindiging en verzocht om doorbetaling van zijn loon en een vergoeding voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
De procedure begon met een verzoekschrift van CPA op 6 juli 2015, waarin zij vroeg om ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 augustus 2015 heeft [verweerder] verweer gevoerd en een zelfstandig tegenverzoek ingediend voor doorbetaling van zijn loon. De rechter heeft vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst niet met wederzijds goedvinden was beëindigd, omdat [verweerder] niet had ingestemd met de beëindiging en CPA hem niet had kunnen houden aan een eerdere bereidheid tot medewerking.
De rechter oordeelde dat de arbeidsovereenkomst per 15 september 2015 zou worden ontbonden, maar dat er geen recht op een beëindigingsvergoeding bestond. De rechter overwoog dat [verweerder] al veertien jaar zowel een pensioenuitkering als zijn volledige loon ontving en dat hij zich had kunnen voorbereiden op het einde van de arbeidsrelatie. CPA werd veroordeeld tot betaling van het overeengekomen loon aan [verweerder] van 1 juli 2015 tot 15 september 2015, en de proceskosten werden verrekend. De beschikking werd uitgesproken op 11 september 2015.