ECLI:NL:OGEAC:2012:BZ8825
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Rechtspositie van eiseres in kort geding tegen het Land Curaçao
In deze zaak, die op 19 december 2012 door het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao is behandeld, staat de rechtspositie van eiseres centraal. Eiseres, vertegenwoordigd door mr. M.F. Bonapart, heeft een kort geding aangespannen tegen de openbare rechtspersoon HET LAND CURAÇAO, vertegenwoordigd door mr. G.H.E. Camelia. Eiseres vordert onder andere de formele vastlegging van haar rechtspositie in een arbeidsovereenkomst en betaling van overuren. De zaak is ontstaan uit een geschil over de arbeidsrelatie tussen eiseres en het Land, waarbij eiseres stelt dat zij op basis van een mondelinge overeenkomst door de minister is aangesteld als projectleider voor een vergunningenloket. Het Gerecht heeft vastgesteld dat er niet zorgvuldig met eiseres is omgesprongen door de opeenvolgende ministers, maar oordeelt dat het onvoldoende aannemelijk is dat de bodemrechter eiseres in het gelijk zal stellen. De vorderingen van eiseres worden afgewezen, omdat er geen formele arbeidsovereenkomst is gesloten en de benodigde machtigingsbesluiten ontbreken. Het Gerecht concludeert dat de vorderingen van eiseres niet toewijsbaar zijn en verwijst haar in de proceskosten, begroot op Naf. 1.500,00. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.