ECLI:NL:OGEAC:2012:BW0458

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
28 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
KG 54008
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting van de Centrale Bank tot uitbetaling van tegoeden aan IdealFX onder dwangsom

In deze zaak heeft de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten een verzoekschrift in kort geding ingediend tegen IdealFX Limited. De Centrale Bank vorderde dat 75% van de tegoeden die IdealFX aanhoudt bij de FCIB, zou worden uitbetaald op de derdengeldrekening van het advocatenkantoor van mr. Zahavi. Dit verzoek was gebaseerd op een eerder vonnis van 8 augustus 2011, waarin was bepaald dat de Centrale Bank deze uitbetaling moest verzorgen, onder verbeurte van een dwangsom van NAF 10.000 per dag bij niet-nakoming. Ondanks het verstrijken van de termijn van zes maanden, waren de tegoeden nog niet uitgekeerd vanwege verschillende beslagen die op het saldo waren gelegd.

De Centrale Bank vorderde in conventie om de uitkering van de tegoeden te laten executeren, terwijl IdealFX in reconventie vroeg om de vordering van de Centrale Bank af te wijzen en om een bedrag van GBP 3.198.206,53 overgemaakt te krijgen. Het Gerecht oordeelde dat de vorderingen van de Centrale Bank en IdealFX zodanig met elkaar verbonden waren dat zij gezamenlijk behandeld moesten worden. Het Gerecht concludeerde dat de beslagen die op de tegoeden waren gelegd, de uitkering van de tegoeden in de weg stonden. De Centrale Bank kon niet worden verplicht om de tegoeden uit te keren zolang de beslagen van kracht waren.

Uiteindelijk heeft het Gerecht de conventionele vordering van de Centrale Bank afgewezen en de reconventionele vordering van IdealFX eveneens afgewezen. Het vonnis bevatte een verbod voor IdealFX om het eerdere vonnis van 8 augustus 2011 te executeren, en veroordeelde IdealFX in de proceskosten aan de zijde van de Centrale Bank. Dit vonnis werd uitgesproken op 28 februari 2012 door mr. J.R. Veerman.

Uitspraak

KG 504008
28 februari 2012
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Vonnis in kort geding van 28 februari 201
in de zaak van
de openbare rechtspersoon
CENTRALE BANK VAN CURAÇAO EN SINT MAARTEN,
zetelend in Curaçao,
eiseres,
gemachtigden mrs. M. Welten en P.A. van den Hout.
tegen
de rechtspersoon naar vreemd recht
IDEALFX LIMITED,
gevestigd in Engeland,
gedaagde,
gemachtigde mr. D.D. Zahavi.
Partijen zullen hierna de Centrale Bank en IdealFX worden genoemd.
1. De procedure
De Centrale Bank heeft op 3 februari 2012 een verzoekschrift in kort geding ingediend, voorzien van producties. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 14 februari 2012. Bij deze gelegenheid hebben beide partijen vooraf toegezonden (aanvullende) producties overgelegd.
2. De feiten
2.1. In een vonnis van 8 augustus 2011 in een bodemprocedure tussen partijen (AR 2010/32532) is beslist dat de Centrale Bank ervoor moet zorgen dat 75% van de tegoeden die IdealFX aanhoudt bij de FCIB door FCIB wordt uitbetaald op de derdengeldrekening van het advocatenkantoor van mr. Zahavi, dit onder verbeurte van ene dwangsom van NAF 10.000,00 voor elke dag of een gedeelte van een dag dat zij daarmee in gebreke blijft, met een maximum van NAF 10.000.000,00.
2.2. Hoewel de hiervoor vermelde 6 maanden zijn verstreken, zijn de hiervoor vermelde tegoeden nog niet uitgekeerd. De reden daarvoor is gelegen in een aantal beslagen die op dit saldo zijn gelegd. Het gaat om conservatoir derdenbeslagen van de curator van Environmental Timber Products Limited en van curator van Ultimate Security Agency Limited, alsmede om een strafrechtelijk (conservatoir) beslag op grond van een rechtshulpverzoek uit Engeland.
3. Het geschil
<u>In conventie:</u>
3.1. De Centrale Bank vordert – samengevat – om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad met betrekking tot (1) de periode tot en met 8 februari 2012 en (2) de periode nadien, indien en gedurende de tijd dat er enig beslag onder FCIB ten laste van IdealFX zal zijn gelegd en dit niet zal zijn opgeheven, het vonnis ten aanzien van de beslissing te executeren, waaronder het leggen van beslag en waaronder het aanspraak maken op het verbeuren van dwangsommen, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van NAF 20.000.000,00.
<u>In reconventie:</u>
3.2. IdealFX vordert – samengevat – de vordering in conventie af te wijzen en de Centrale Bank te veroordelen tot het overmaken van GBP 3.198.206,53 van het door IdealFX bij FCIB aangehouden saldo onder verbeurte van een dwangsom van NAF 100.000,00 voor iedere dag of een gedeelte daarvan dat de Centrale Bank daarmee in gebreke blijft.
4. De beoordeling
4.1. De conventionele en de reconventionele vorderingen houden zodanig met elkaar verband dat zij zich voor een gezamenlijke behandeling lenen.
4.2. De spoedeisendheid van het belang bij de gevraagde voorzieningen volgt uit de voorzieningen zelf en is door partijen over en weer ook niet weersproken. Daarvan zal hierna dan ook worden uitgegaan.
4.3. IdealFX stelt dat de beslagen niet aan de uitkering van de tegoeden in de weg hoeven te staan. De gezamenlijke som waarvoor de twee civielrechtelijke beslagen is gelegd is lager dan het na uitkering resterende saldo van 25%, terwijl er voor het strafrechtelijk beslag in geen grondslag is omdat het neerkomt op een derdenbeslag waarvoor geen regeling bestaat in het Curaçaose strafrecht. Bovendien wordt zij blijkens het p-v van beslaglegging als een verdachte ten aanzien van de beslagen zaken aangemerkt terwijl zij in het daarvoor gegeven beslagverlof niet als een verdachte wordt vermeld.
4.4. IdealFX wijst erop dat de rechter in het vonnis van 8 augustus 2012 de feitelijke situatie als een niet in de wet geregeld “vierdenbeslag” heeft aangemerkt en dat hij heeft beslist dat daaraan een einde moet komen. De thans door derden gelegde beslagen kunnen daarom aan een uitkering niet in de weg staan.
4.5. Voorop staat dat de rechtsgeldigheid van de genoemde beslagen een zaak is tussen IdealFX en de betreffende beslagleggers. De Centrale Bank staat daar buiten. Van haar kan niet worden verwacht dat zij in weerwil van de beslagen de tegoeden uit zou keren. Het vonnis van 8 augustus 1012 strekt ertoe een einde te maken aan de situatie waarin de tegoeden nog langer onder FCIB worden gehouden zonder rechterlijk verlof of toetsing, zoals daarin expliciet is overwogen. Dit betekent echter niet dat in een voorkomend geval aan wel met deze waarborgen omklede beslagen voorbij zou moet worden gegaan, integendeel is voor dergelijke maatregelen in het vonnis nog een termijn van zes maanden gegeven.
4.6. Het beslag wordt gelegd op het volledige saldo van de tegoeden en is dus niet beperkt tot de in het kader van het beslag begrote som. Als altijd dient rekening te worden gehouden met eventuele andere beslagen waarmee in ponds-ponds gewijs moet worden gedeeld, zodat de beslaglegger een belang heeft bij een zo hoog mogelijke beslagen som. De begroting betreft uitsluitend het bedrag waarvoor een bankgarantie kan worden gesteld ter opheffing van het beslag.
4.7. De conventionele vordering zal daarom worden afgewezen, waaruit volgt dat de reconventionele vordering wordt afgewezen. Voor een afzonderlijke proceskostenveroordeling in reconventie wordt geen aanleiding gezien gelet op de verwevenheid van stellingen met die in conventie.
5. De beslissing
Het Gerecht, bij wijze van voorlopige voorziening:
<u>In conventie:</u>
5.1. Verbiedt IdealFX het vonnis van 8 augustus 2011 te executeren – waaronder het leggen van beslag en het aanspraak maken op het verbeuren van dwangsommen tot (1) de periode tot en met 8 februari 2012 en (2) de periode nadien, indien en gedurende de tijd dat er enig beslag onder FCIB ten laste van IdealFX zal zijn gelegd en dit niet zal zijn opgeheven, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van NAF 20.000.000,00,
5.2. veroordeelt IdealFX in de proceskosten aan de zijde van de Centrale Bank begroot op NAF 1.500,00 voor het gemachtigdensalaris en NAF 450,00 voor het griffiegeld,
5.3. verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
<u>In reconventie:</u>
5.4. wijst de vorderingen af. , aan de zijde van gedaagde begroot op NAF 1.500,00,
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Veerman en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 28 februari 2012.