ECLI:NL:OGEAC:2011:BP4036

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
14 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AR 2010/46112KG en 2011/46375KG
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding en ontslag van bestuursleden van Stichting CEMS na financiële malaise en beëindiging van ambulancezorg op Curaçao

In deze zaak, die zich afspeelt in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, zijn Melfor, Hagen en Lourens betrokken als eisers tegen Capriles, Inderson, De Windt, Stichting CEMS, het Land Curaçao en FKA. De zaak betreft een kort geding dat is aangespannen door de bestuursleden van Stichting CEMS, die hun ontslag en de schorsing van hun functies aanvechten. De achtergrond van de zaak ligt in de financiële problemen van Stichting CEMS, die sinds april 2000 verantwoordelijk was voor de ambulancezorg op Curaçao. Door aanhoudende financiële malaise en een gebrek aan bestuurlijke daadkracht heeft de overheid besloten de vergunning voor de ambulancezorg niet te verlengen en de zorg onder te brengen bij een nieuwe stichting, FKA.

Het Gerecht overweegt dat de bestuursleden van CEMS hun hand hebben overspeeld door geen overleg te plegen met de Raad van Toezicht en de procedure zonder toestemming voort te zetten. De vorderingen van Melfor, Hagen en Lourens tot opheffing van ontslag- en schorsingsbesluiten worden afgewezen. Het Gerecht oordeelt dat Stichting CEMS niet meer functioneert en slechts een lege huls is. Het Land en FKA zijn niet verplicht om met de eisers een arbeidsovereenkomst aan te gaan, ook al biedt FKA de ambulancezorg aan.

De eisers hebben niet kunnen aantonen dat er onrechtmatige uitlatingen zijn gedaan door de gedaagden. Het Gerecht wijst de gevraagde voorzieningen af en verwijst de eisers in de proceskosten. De uitspraak benadrukt dat de overheid in redelijkheid kon besluiten tot een nieuwe constructie voor de ambulancezorg, gezien de jarenlange financiële problemen van Stichting CEMS. De zaak illustreert de complexe relatie tussen de overheid en de stichting, en de gevolgen van bestuurlijke beslissingen in het kader van publieke dienstverlening.

Uitspraak

HET GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
Vonnis in kort geding in de gevoegde zaken van:
1. Sharlon Maurice Genaro MELFOR,
2. Joyceline Christine HAGEN - LASTEN,
3. Miriëtta Petra LOURENS – DE LANOY,
allen wonende te Curaçao,
eisers,
gemachtigde mr. M.M. Bloem,
tegen:
1. Carol Fecunda CAPRILES,
2. Afiba INDERSON,
3. Glenn Philip John DE WINDT,
allen wonende te Curaçao,
4. de stichting STICHTING CURAÇAO EMERGENCY MEDICAL SERVICES,
gevestigd te Curaçao,
gedaagden,
gemachtigde mr. L.N. Asjes,
en
1. Sharlon Maurice Genaro MELFOR,
2. Joyceline Christine HAGEN - LASTEN,
3. Miriëtta Petra LOURENS – DE LANOY,
allen wonende te Curaçao,
eisers,
gemachtigde mr. M.M. Bloem,
tegen:
1. de openbare rechtspersoon HET LAND CURAÇAO,
waarvan de zetel is gevestigd te Curaçao,
2. de stichting FUNDASHON KUIDO DI AMBULANS,
gevestigd te Curaçao,
gedaagden,
gemachtigde mr. G.H.E. Camelia.
Partijen zullen hierna Melfor, Hagen en Lourens, Capriles, Inderson en De Windt, Stichting Cems, het Land en FKA worden genoemd.
Verloop van de procedure
Ter terechtzitting van 6 januari 2011 hebben Melfor, Hagen en Lourens in beide zaken gesteld en gevorderd overeenkomstig de inleidende verzoekschriften met producties, alsmede de overgelegde pleitnotities, met dien verstande dat zij de vorderingen hebben gewijzigd overeenkomstig de ter zitting overgelegde aktes wijziging eis. De vordering tegen de Minister van Gezondheid, Milieu en Natuur is ingetrokken. Voorafgaand aan de zitting hebben zij nog nadere producties overgelegd.
Gedaagden hebben bezwaar gemaakt tegen de eiswijzigingen en tegen overlegging van de laatste producties, maar die eiswijzigingen en producties zijn niet van dien aard dat zij daardoor onredelijk in hun verdediging worden geschaad, zodat deze bezwaren worden verworpen.
Gedaagden hebben verweer gevoerd overeenkomstig de overgelegde pleitnotities, met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Ook zij hebben voorafgaand aan de zitting producties overgelegd. Naast de gemachtigden waren zowel de eisende als de gedaagde personen ter zitting aanwezig.
Na verder debat is vonnis bepaald op heden.
De feiten
1. Het gerecht is uitgegaan van de volgende feiten:
a. Op 28 april 2000 heeft het Eilandgebied Curaçao Stichting Cems in het leven geroepen, met als doel kort gezegd het bieden van ambulancezorg.
Volgens de statuten wordt Stichting Cems bestuurd door de Raad van Bestuur, onder toezicht van de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht benoemt, schorst en ontslaat de leden van de Raad van Bestuur. De leden van de Raad van Toezicht werden benoemd door het Bestuurscollege van het Eilandgebied Curaçao en worden sinds 10 oktober 2010 benoemd door de Raad van Ministers. Die benoeming gebeurt op voordracht van de in artikel 8 van de statuten vermelde organisaties. Voor de functies van lid op juridisch gebied en lid op financieel gebied is geen voordracht nodig.
b. Melfor is sinds 1 mei 2000 algemeen directeur van Stichting Cems en sinds 28 mei 2000 voorzitter van de Raad van Bestuur. Hagen is sinds 1 september 2004 financieel manager bij Stichting Cems en sinds 1 juli 2005 lid van de Raad van Bestuur. Lourens is sinds 1 juni 2000 human resource manager bij Stichting Cems en sinds 1 juli 2005 lid van de Raad van Bestuur.
c. Een brief van 28 oktober 2010 van de Minister van Gezondheid, Milieu en Natuur aan Melfor, de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht van Stichting Cems luidt voor zover van belang als volgt:
“Het voormalige Bestuurscollege van het eilandgebied Curaçao heeft op 09 oktober 2010 BC 2010/58577 het besluit genomen om de ambulancezorg, een van de kerntaken van de overheid welke aan u werd uitbesteed, terug te plaatsen bij het Ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur van het land Curaçao.
De structurele Financiële problemen waarmee uw organisatie sinds 2006 kampt en weinig bestuurlijke daadkracht uwerzijds om tot een oplossing hiervoor te komen heeft de regering van het Land Curaçao als rechtsopvolger van het voormalige Bestuurscollege, in het kader van de waarborgfunctie en de continuïteit van de ambulancezorg, doen besluiten over te gaan tot uitvoering van bovengenoemd besluit.
In aanloop daartoe bericht ik u dat de regering het voornemen heeft om de aan u toegekende vergunning ter uitvoering van de ambulancezorg welke op 31 december 2010 verloopt niet langer te verlengen.
Tegelijkertijd is het voornemen om uw subsidieaanvrage voor het jaar 2011 niet te honoreren. In de lijn hiervan zal ook de bruikleenovereenkomst voor de aan u in bruikleen gegeven ambulance(6) per 31 december 2010 worden beëindigd.
In het kader van het genomen besluit wordt aan u de mogelijkheid geboden om door mij gehoord te worden. (…)”
d. In de Notitie nieuwe ambulanceorganisatie van 23 november 2010, afkomstig van de Minister van Gezondheid, Milieu en Natuur en gericht aan de Raad van Ministers, staat onder meer dat de Minister de beslissing heeft genomen de subsidierelatie met Stichting Cems na 31 december 2010 niet voort te zetten, omdat door de jaren heen is komen vast te staan dat het financiële beleid ter zake Cems heeft gefaald. De Minister kiest in die notitie voor het tijdelijk – maximaal voor zes maanden - onderbrengen van de ambulancezorg in een nieuw op te richten stichting, totdat de wet- en regelgeving voor een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) gereed zal zijn. Daarbij zullen materiaal en personeel door de overheid ter beschikking worden gesteld aan de nieuwe stichting. In dat kader zal het personeel, exclusief het management team, op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van 6 maanden door de overheid in dienst worden genomen, aldus deze notitie.
e. Bij Landsbesluit van 3 december 2010, nummer 10/4878, is de Minister van Gezondheid, Milieu en Natuur aangewezen om het Land te vertegenwoordigen bij de oprichting van een stichting waarin de ambulancezorg tijdelijk zal worden ondergebracht. Op dezelfde dag heeft de Minister namens het Land FKA opgericht, met als doel kort gezegd het bieden van ambulancezorg.
f. Op 8 december 2010 heeft Stichting Cems bij de administratieve rechter van dit Gerecht een kort geding aangespannen tegen de Minister. De behandeling zou plaatsvinden op 14 december 2010.
g. Na daartoe bij Landsbesluit van 13 december 2010 te zijn gemachtigd, heeft de Minister van Gezondheid, Natuur en Milieu op dezelfde dag Capriles benoemd tot voorzitter van de Raad van Toezicht van Stichting Cems. Bij Landsbesluit van eveneens 13 december 2010 is Inderson benoemd tot lid van de Raad van Toezicht van Stichting Cems. Zij vervullen de in artikel 8 van de statuten genoemde plaatsen op juridisch en op financieel gebied waarvoor geen voordracht is vereist. In beide gevallen was positief geadviseerd door de SOAB. Samen met De Windt, het enige nog zittende lid, telt de Raad van Toezicht daarmee drie leden.
h. Bij brief van 13 december 2010 heeft Capriles namens de Raad van Toezicht de Raad van Bestuur van Stichting Cems uitgenodigd voor een spoedvergadering van de Raad van Toezicht, diezelfde middag om 16.30 uur op het kantoor van Stichting Cems. Als belangrijkse agendapunten worden in die brief onder meer genoemd:
- De door Stichting Cems aangespannen rechtszaak,
- Het niet vooraf informeren van de Raad van Toezicht over het voornemen om de overheid voor de rechter te dagen,
- de laatste ontwikkelingen binnen de Stichting, in het bijzonder de financiële situatie.
i. Bij brief van 13 december 2010 heeft de Raad van Bestuur aan de Raad van Toezicht laten weten de oproep voor de vergadering te hebben ontvangen, maar er de voorkeur aan te geven een vergadering te houden na de datum waarop het gerecht uitspraak zou doen. Als reden werd opgegeven dat de onderwerpen op de agenda deels ter zitting aan de orde zouden komen. Verder deelde de Raad van Bestuur in die brief mee pas sinds 10 december 2010 te weten dat de Raad van Toezicht met twee leden werd aangevuld en dat het zittende lid wel degelijk op de hoogte was gesteld van het voornemen om een procedure aan te spannen. Toen de leden van de Raad van Toezicht de dertiende december aan het einde van de middag bij het gebouw van de Stichting Cems aankwamen, bleken de leden van de Raad van Bestuur te zijn vertrokken en kregen zij deze brief overhandigd.
j. In de vervolgens gehouden vergadering van de Raad van Toezicht, waarbij De Windt wegens gezondheidsredenen niet aanwezig was, is besloten de voltallige Raad van Bestuur voor zes weken te schorsen en E. Vijzelman te belasten met de waarneming van de taken van de Raad van Bestuur. Bij brieven van 13 december 2010 aan de leden van de Raad van Bestuur is hun die schorsing aangezegd. Als reden voor de schorsing is daarbij vermeld dat hun aanwezigheid niet gewenst is gedurende het voorgenomen onderzoek naar het gevoerde financiële beleid en dat de Raad van Bestuur zonder toestemming van de Raad van Toezicht een procedure tegen de overheid aanhangig had gemaakt.
k. Bij brief van 13 december 2010 heeft de Raad van Toezicht de toenmalige gemachtigde van Stichting Cems, thans gemachtigde van Melfor, Hagen en Lourens, meegedeeld dat hij heeft besloten de door Stichting Cems aangespannen voorlopige voorzieningenprocedure in te trekken. Dat kort geding heeft vervolgens geen doorgang gevonden.
l. Bij exploten van 31 december 2010 zijn aan de leden van de Raad van Bestuur brieven van dezelfde datum betekend, waarin hun wordt meegedeeld dat zij per die datum als lid van de Raad van Bestuur zijn ontslagen en dat Stichting Cems zal overgaan tot het wettelijk doen beëindigen van hun dienstverband.
m. Vanaf 1 januari 2011 wordt de ambulancezorg verricht door FKA. De meeste personeelsleden van Stichting Cems hebben sindsdien een arbeidscontract met het Land.
Het geschil
2. Melfor, Hagen en Lourens vorderen, kort en zakelijk weergegeven:
in de zaak met AR nummer 2010/46112
- opheffing van de ontslagbesluiten van 31 december 2010, met bevel hen weer in staat te stellen hun functies als bestuurders van Cems als voorheen te verrichten,
- opheffing van de schorsingsbesluiten van 13 december 2010, inclusief spreekverbod, met bevel hen weer in staat te stellen hun werkzaamheden als bestuurder en medewerker uit te voeren als voorheen,
- een verbod om hen opnieuw te schorsen of te ontslaan,
- een bevel om de benoeming van derden in hun functies op te schorten en om reeds door die derden verrichte handelingen terug te draaien,
- een verbod om onrechtmatige uitlatingen over beweerdelijk wanbeleid te doen,
- een gebod om hun, met behoud van hun oorspronkelijke functie, salaris en emolumenten, dezelfde rechten aan te bieden tot indiensttreding bij het Land als aangeboden aan de andere medewerkers van Stichting Cems, althans een voorschot toe te kennen op een eventuele vergoeding wegens beëindiging van de dienstbetrekking, althans te bevelen dat hun salaris met emolumenten wordt doorbetaald totdat in de hoofdzaak is beslist, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom;
in de zaak met AR nummer 2011/46375
- een bevel om de benoemingsbesluiten van Capriles en Inderson op te schorten,
- een bevel om de benoeming van derden in hun functies op te schorten en om reeds door die derden verrichte handelingen terug te draaien, zowel bij Stichting Cems als bij FKA,
- een verbod om onrechtmatige uitlatingen over beweerdelijk wanbeleid te doen,
- een gebod om hun, met behoud van hun oorspronkelijke functie, salaris en emolumenten, dezelfde rechten aan te bieden tot indiensttreding bij het Land of bij FKA als aangeboden aan de andere medewerkers van Stichting Cems, althans een voorschot toe te kennen op een eventuele vergoeding wegens beëindiging van de dienstbetrekking, althans te bevelen dat hun salaris met emolumenten wordt doorbetaald totdat in de hoofdzaak is beslist,
- een bevel om alle noodzakelijke medewerking te verlenen ter uitvoering van een veroordelend vonnis,
een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom.
3. Melfor, Hagen en Lourens stellen daartoe dat uit de - hiervoor onder 1d. vermelde – notitie van de Minister van Gezondheid, Natuur en Milieu van 23 november 2010 blijkt van een bewust plan om het management van Cems af te breken en weg te werken uit de ambulancezorg. Dat plan komt voort uit gewijzigde politieke verhoudingen die tot een koersverandering van 180 graden hebben geleid. In oktober 2010 was de Minister van Financiën nog van oordeel dat er geen twijfel was over de kwaliteit van de gezondheidszorg maar dat de financiën het punt waren. Daarnaar zou onderzoek worden gedaan, maar dan moest Melfor tot en met 1 januari 2011 vakantie nemen. Melfor wilde juist graag meewerken aan het onderzoek en was dus niet bereid met vakantie te gaan. Bij brief van 3 november 2010 deelde de Minister van Financiën daarop mee af te zien van het voorgenomen onderzoek. Op 13 december moest er volgens de toen net aangetreden Raad van Bestuur alsnog een onderzoek komen. Uit de vele activiteiten die de op 13 december 2010 aangestelde Raad van Bestuur nog diezelfde avond aan de dag legde blijkt van een “hidden agenda”, alles in nauwe samenwerking en op instructie van de Minister van Gezondheid, Milieu en Natuur.
De Raad van Toezicht had helemaal niet het doel om voor de belangen van Stichting Cems op te komen, maar om Cems le liquideren en blindelings de opdrachten van de Minister te volgen. De financiële problemen van Stichting Cems zijn niet veroorzaakt door wanbeleid, maar doordat de toegekende subsidie systematisch te laag was om kwalitatief goede ambulancezorg te garanderen en met niet-kostendekkende tarieven te kunnen opereren. Daarbij kwam een tarievendiscriminatie in de vergoedingen van het Land en het Eilandgebied. Bovendien heeft Stichting Cems net als bijvoorbeeld Sehos een zorgplicht, waarbij de zorg op de eerste plaats komt en pas daarna de vraag of de desbetreffende persoon verzekerd is. Allemaal factoren die compleet buiten de invloedsfeer van de bestuurders van Stichting Cems lagen en die al vanaf 2000 een rol speelden. Uit de notitie van 23 november 2010 blijkt dat het in de nieuwe opzet voor 2011 ineens wel mogelijk is deze kinderziektes aan te pakken door extra inkomsten ter beschikking te stellen. Daarmee erkent de overheid in feite dat de bestuurders van Stichting Cems het al die jaren bij het rechte eind hebben gehad.
Volgens Melfor, Hagen en Lourens is de benoeming van de nieuwe leden van de Raad van Toezicht op een groot aantal punten in strijd met de statuten en reglementen van Stichting Cems. In een bodemprocedure dreigt dan ook de nietigheid van de besluiten tot schorsing en ontslag, waaraan zelf ook aanzienlijke gebreken kleven. Zij verwijten Carpiles en Inderson persoonlijk dat zij al voor hun benoeming samen met advocaten van het Land plannen hebben beraamd tot eliminatie van Stichting Cems, terwijl zij zich ervan bewust waren dat zij Melfor, Hagen en Lourens daarmee schade zouden berokkenen. De bestuurders van Stichting Cems komen door de uitvoering van deze plannen immers op straat te staan en worden dus ernstig benadeeld. Ook andere werknemers van Stichting Cems en zakenrelaties worden benadeeld, aldus Melfor, Hagen en Lourens.
4. Gedaagden hebben verweer gevoerd, waarop voor zover van belang hierna zal worden ingegaan.
De beoordeling
5. Stichting Cems was voor haar functioneren volstrekt afhankelijk van de overheid, die haar een vergunning verleende om ambulancezorg uit te voeren, de benodigde ambulances in bruikleen gaf en met subsidies de tekorten aanvulde.
Toen het Land besloot de vergunning na 31 december 2010 niet te verlengen, de subsidieaanvraag voor 2011 niet te honoreren en de bruikleenovereenkomst voor de ambulances per 31 december 2010 te beëindigen, viel voor Stichting Cems dan ook het doek. Vanaf 1 januari 2011 was zij niet meer in staat haar doel, het bieden van ambulancezorg, te verwezenlijken.
Pogingen van Stichting Cems om deze voor haar voortbestaan cruciale beslissingen van het Land via de administratieve rechter aan te vechten zijn gestaakt. In dit kort geding staan die beslissingen niet ter discussie en vormen ze dus een gegeven.
Een ander gegeven is dat de ambulancezorg vanaf 1 januari 2011 wordt uitgevoerd door FKA, daartoe door het Land in staat gesteld.
6. Dit betekent dat de werkzaamheden die Melfor, Hagen en Lourens bij Stichting Cems hebben verricht en waartoe zij weer willen worden toegelaten niet meer bestaan, of het nu gaat om hun werk als bestuurder of om hun werk als directeur, financieel manager, respectievelijk human resource manager. Dat is een voldongen feit. Stichting Cems is nog slechts een lege huls, die volgens haar gemachtigde zal worden ontbonden overeenkomstig artikel 15 van haar statuten en daarna alleen blijft voortbestaan voor zover dat nodig is ter vereffening van haar vermogen. Alleen om die reden al kunnen de vorderingen die zijn gericht op herstel in de oude toestand niet worden toegewezen.
7. Melfor, Hagen en Lourens zijn alleen als bestuurders ontslagen. Hun arbeidsovereenkomsten als directeur, financieel manager, respectievelijk human resource manager, duren voort totdat die rechtsgeldig zijn beëindigd. Ter zitting heeft Stichting Cems aangekondigd dat zij, na daartoe verkregen toestemming, zal overgaan tot opzegging van deze arbeidsovereenkomsten, met inachtneming van de voorgeschreven opzegtermijnen. Zij heeft uitdrukkelijk toegezegd dat Melfor, Hagen en Lourens tot aan het einde van hun dienstbetrekkingen normaal zullen worden doorbetaald en dat daarvoor ook de geldmiddelen aanwezig zijn. Er is dan ook geen aanleiding Stichting Cems hiertoe te veroordelen, te minder nu er geen achterstand in de betalingen is. Onder deze omstandigheden is er evenmin aanleiding vooruit te lopen op een eventuele vergoeding in het kader van de beëindiging van de arbeidsovereenkomsten.
8. Het Land en FKA zijn rechtens niet verplicht om met Melfor, Hagen en Lourens een arbeidsovereenkomst aan te gaan, ook al biedt FKA thans op initiatief van het Land de ambulancezorg die tot 1 januari 2011 door Stichting Cems werd geboden.
9. Van onrechtmatige uitlatingen door (een of meer) gedaagden over Melfor, Hagen en Lourens is niet gebleken. Zij hebben niet duidelijk kunnen maken wat de Minister van Gezondheid, Natuur en Milieu nu precies bij welke gelegenheid over hen zou hebben gezegd. De enkele mededeling dat het feest is afgelopen – “e fiesta a kaba” - is niet onrechtmatig. Voor een verbod is dan ook geen plaats. Overigens is ter zitting vastgesteld dat aan Melfor, Hagen en Lourens geen spreekverbod is opgelegd. Hun is slechts verboden om nog langer namens Stichting Cems te spreken.
10. Het voorgaande betekent dat de gevraagde voorzieningen moeten worden geweigerd, met verwijzing van Melfor, Hagen en Lourens als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten, aan de zijde van Capriles, Inderson, De Windt en Stichting Cems begroot op Naf. 1.500,00 en aan de zijde van het Land en FKA eveneens op Naf. 1.500,00.
11. Volgens Melfor, Hagen en Lourens kleven aan de besluiten tot benoeming van Capriles en Inderson en aan de besluiten tot schorsing en ontslag tal van gebreken en zullen die besluiten in een bodemprocedure geen stand houden. Zoals uit het voorgaande blijkt zijn de gevraagde voorzieningen om andere redenen al niet toewijsbaar. Ten overvloede wordt hierover niettemin het volgende overwogen.
12. Stichting Cems is in 2000 opgericht door de overheid, die de leden van de Raad van Toezicht benoemt en zo belangrijke invloed binnen de stichting kan blijven uitoefenen.
Het stond de Raad van Ministers volgens de statuten vrij een lid van de Raad van Toezicht op juridisch gebied en een lid van de Raad van Toezicht op financieel gebied te benoemen. De desbetreffende besluiten bevinden zich bij de stukken en niet valt in te zien waarom die niet rechtsgeldig zouden zijn. Weliswaar heeft de Raad van Bestuur geen gebruik kunnen maken van het recht om zijn opvatting en/of voorkeur over vervulling van de beide vacatures kenbaar te maken (artikel 7 van het Reglement voor de Raad van Toezicht), maar dat leidt niet tot nietigheid van de benoemingen.
13. De Raad van Bestuur is vervolgens uitgenodigd voor een vergadering van de Raad van Toezicht. Dat gebeurde weliswaar op korte termijn, maar dat was onvermijdelijk aangezien ondermeer zou worden gesproken over een belangrijk punt als het entameren van een rechtszaak tegen de overheid, die de volgende dag zou worden behandeld. De Raad van Bestuur verkeerde ook niet in de onmogelijkheid om op de vergadering aanwezig te zijn, maar deelde mee eerst de uitslag van het kort geding af te willen wachten alvorens met de Raad van Toezicht te vergaderen. Daarmee ging de Raad van Bestuur het gesprek uit de weg en overspeelde zijn hand.
Men zette de procedure door zonder overleg met de Raad van Toezicht, laat staan toestemming van de Raad van Toezicht. Deze reageerde met schorsing van de leden van de Raad van Bestuur, die onder deze omstandigheden niet met succes erover kunnen klagen dat zij daarop niet zijn gehoord. Toen zij vervolgens op 31 december 2010 als bestuurders werden ontslagen viel er bij Stichting Cems nauwelijks meer iets te besturen. Het is dan ook niet aannemelijk dat de omstandigheid dat zij daarop niet zijn gehoord tot nietigheid van die besluiten zal leiden.
14. Capriles, Inderson en De Windt zijn in persoon gedaagd. Voor zover het gaat om hun handelen als lid van de Raad van Toezicht geldt echter dat zij daarbij niet op persoonlijke titel maar namens Stichting Cems optraden. Vorderingen die daarop betrekking hebben zullen dan ook tegen Stichting Cems moeten worden gericht.
Ter zitting is nog betoogd dat Capriles en Inderson persoonlijk onrechtmatig hebben gehandeld door de statuten niet na te leven en reeds voor hun benoeming plannen te beramen met de advocaten van het Land om Stichting Cems te elimineren, maar dat verwijt heeft onvoldoende handen en voeten gekregen.
15. Ten slotte kon het Land na jaren van financiële malaise bij Stichting Cems in redelijkheid besluiten tot een nieuwe constructie voor de ambulancezorg en om daarbij afscheid te nemen van degenen die Stichting Cems de laatste jaren hebben bestuurd. Zolang de arbeidsverhoudingen behoorlijk worden afgewikkeld en de schuldeisers van Stichting Cems niet in hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld is dat niet op voorhand onrechtmatig. Het antwoord op de vraag waardoor die financiële malaise werd veroorzaakt en wie daarvoor verantwoordelijk zijn vergt een nader onderzoek naar de feiten en leent zich dus niet voor behandeling in kort geding.
Beslissing
Het gerecht:
rechtdoende in kort geding:
- weigert de gevraagde voorzieningen;
- verwijst Melfor, Hagen en Lourens in de proceskosten, aan de zijde van Capriles, Inderson, De Windt en Stichting Cems begroot op Naf. 1.500,00 en aan de zijde van het Land en FKA eveneens begroot op Naf. 1.500,00;
- verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, lid van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao, en in het openbaar uitgesproken op 14 januari 2011, in aanwezigheid van de griffier.