ECLI:NL:OGEABES:2025:51
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vaststelling verdeling huwelijksgemeenschap en omvang gemeenschap na echtscheiding
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 29 oktober 2025 uitspraak gedaan over de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap tussen twee partijen, die op 19 april 2000 te Poona, India, met elkaar zijn gehuwd. De echtscheiding werd uitgesproken op 8 december 2017 en ingeschreven op 18 mei 2018. De eiser in conventie, vertegenwoordigd door mr. A.K. Kleinmoedig, vorderde de vaststelling van de samenstelling en omvang van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap, terwijl de gedaagde in conventie, vertegenwoordigd door mr. A.F. van Toll, verweer voerde en ook een reconventionele vordering indiende. De procedure omvatte verschillende comparities en het overleggen van producties door beide partijen.
De rechter heeft vastgesteld dat de partijen in gemeenschap van goederen waren gehuwd en dat de ontbonden gemeenschap verdeeld moest worden. De omvang van de gemeenschap was in geschil, met name de waarde van onroerende goederen en bankrekeningen. Het gerecht heeft geoordeeld dat de woning aan de [adres 4] geen deel uitmaakte van de gemeenschap, omdat deze eigendom was van La Bonaire B.V. en eerder was overgedragen aan de gedaagde in reconventie. Het appartement in India werd wel als onderdeel van de gemeenschap beschouwd, ondanks de stelling van de gedaagde dat dit buiten de verdeling zou blijven.
Uiteindelijk heeft het gerecht de verdeling vastgesteld, waarbij het perceel grond aan de Kaya Korona aan de eiser in conventie werd toebedeeld en het appartement in India aan de gedaagde in conventie. De eiser in conventie werd ook veroordeeld tot betaling van USD 85.000,00 aan de gedaagde in conventie wegens overbedeling. De proceskosten werden gecompenseerd, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.