ECLI:NL:OGEABES:2025:16

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
29 januari 2025
Publicatiedatum
14 april 2025
Zaaknummer
BON202400430
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding en nevenvoorzieningen tussen partijen met gezamenlijk gezag over minderjarige

Op 29 januari 2025 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in een echtscheidingszaak tussen een vrouw, wonende in de Verenigde Staten, en een man, wonende op Bonaire. De vrouw had op 16 september 2024 een verzoekschrift tot echtscheiding ingediend, met nevenvoorzieningen, waaronder het verzoek om gezamenlijk gezag over hun minderjarige kind. De mondelinge behandeling vond plaats op 18 december 2024, waarbij beide partijen en hun gemachtigden aanwezig waren. Het gerecht heeft vastgesteld dat het huwelijk van partijen duurzaam ontwricht is en heeft de echtscheiding uitgesproken. Tevens is bepaald dat partijen gezamenlijk belast blijven met het gezag over hun minderjarige kind, dat de hoofdverblijfplaats bij de vrouw zal zijn, en dat de man voorlopig een bijdrage van USD 100,00 per maand zal betalen in de kosten van verzorging en opvoeding van het kind. De beslissingen over de omgangsregeling en definitieve kinderalimentatie zijn aangehouden tot een latere zitting op 5 maart 2025.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA zittingsplaats Bonaire

Registratienummer: BON202400430
Datum uitspraak: 29 januari 2025
BESCHIKKING
op verzoek van:
[verzoekster],wonende te Chicago (Verenigde Staten van Amerika),
hierna: de vrouw,
gemachtigde: mr. E.J. Winkel,
tegen
[verweerder],
wonende te Bonaire,
hierna: de man,
gemachtigde: mr. M.M.A. van Lieshout.

1.Het procesverloop

1.1.
Het gerecht heeft de volgende stukken ontvangen:
  • het verzoekschrift tot echtscheiding met nevenvoorzieningen met bijlagen van de vrouw, ingekomen op 16 september 2024;
  • het verweerschrift met bijlagen van de man, ingekomen op 11 november 2024;
  • akte van eiswijziging van de vrouw, ingekomen op 4 december 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 18 december 2024. Daarbij zijn verschenen:
- de man met zijn gemachtigde;
- de vrouw (via een videoverbinding) met haar gemachtigde;
- [ medewerker Voogdijraad] van de Voogdijraad CN (hierna: VR).
1.3.
De beschikking is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn op 11 oktober 2019 te Bonaire in algehele gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd.
2.2.
Uit dit huwelijk is één thans nog minderjarig kind geboren, te weten:
-
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats] (hierna: de minderjarige).
2.3.
De vrouw woont sinds 22 april 2022 met de minderjarige in de Verenigde Staten van Amerika (hierna: de VS). De man woont op Bonaire.

3.3. Rechtsmacht

3.1.
.Op grond van artikel 429c Rv BES is bevoegd de rechter in eerste aanleg van de woonplaats van hetzij de verzoeker of één van de verzoekers, hetzij één van de in het verzoekschrift genoemde belanghebbenden. Gelet op het feit dat de man, in deze zaak optredend als verzoeker en als verweerder, in Bonaire woonachtig is en gelet op het feit dat de bevoegdheid van de Bonairiaanse rechter om kennis te nemen van de verzoeken door partijen niet is weersproken, acht het gerecht zich bevoegd kennis te nemen van de verzoeken.
4.1.
De verzoeken
4.1.
De vrouw heeft, na eiswijziging, verzocht om, onder compensatie van de proceskosten, de echtscheiding, althans de scheiding van tafel en bed, tussen partijen uit te spreken en de volgende nevenvoorzieningen te treffen:
- de vrouw te belasten met het gezag over de minderjarige;
- de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vrouw te bepalen;
- de door de man aan de vrouw te betalen kinderalimentatie te bepalen op
USD 300,00 per maand;
- de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap ten overstaan van een notaris te bevelen met benoeming van een onzijdig persoon voor het geval de man aan deze scheiding en deling geen medewerking wil verlenen.
4.2
De man heeft, met uitzondering van de verzoeken die zien op de echtscheiding en de scheiding en deling van de huwelijksgoederengemeenschap, verweer gevoerd tegen de verzoeken van de vrouw en het gerecht zelfstandig verzocht om:
- de hoofdverblijfplaats alleen bij de vrouw te bepalen indien sprake is van een uitgebreide schriftelijke omgangsregeling;
- gezamenlijk met de vrouw belast te worden met het gezag over de minderjarige.

5.De beoordeling

Echtscheiding, aanwijzing van een notaris en benoeming van een onzijdig persoon
5.1.
De vrouw heeft het gerecht verzocht een echtscheiding, althans de scheiding van tafel en bed, tussen partijen uit te spreken vanwege het duurzaam ontwricht zijn van het huwelijk. Daarnaast heeft de vrouw het gerecht verzocht om de man te bevelen om binnen 14 dagen nadat de echtscheiding is ingeschreven met de vrouw over te gaan tot scheiding en deling van de tussen partijen bestaande gemeenschap van goederen, met aanwijzing van notaris mr. Kenneth F. Arends ten overstaan van wie de scheiding en deling zal plaatsvinden en voorts met benoeming van een onzijdig persoon conform artikel 3:181 BW BES voor het geval de man aan deze scheiding en deling geen medewerking wil verlenen.
5.2.
De man heeft verzocht om deze verzoeken van de vrouw toe te wijzen.
5.3.
Het gerecht overweegt als volgt. Nu tijdens de mondelinge behandeling voldoende is aangetoond dat het huwelijk van partijen duurzaam is ontwricht, en de verzoeken van de vrouw door de man worden ondersteund en op de wet zijn gegrond, zal het gerecht op grond van 1:150 lid 2 BW BES de verzoeken toewijzen.
Gezag
5.4.
De man heeft het gerecht verzocht om te bepalen dat de man en de vrouw gezamenlijk belast zullen blijven met het gezag over de minderjarige.
5.5.
Op grond van artikel 1:251 lid 2 BW BES kunnen, voor zover hier relevant, ouders na ontbinding van het huwelijk anders dan door de dood of na scheiding van tafel en bed, op hun eensluidend verzoek gezamenlijk belast blijven met de uitoefening van het gezag. Indien een zodanig verzoek niet is gedaan of indien het verzoek is afgewezen, bepaalt de rechter in eerste aanleg aan wie van de ouders voortaan alleen het gezag over ieder der kinderen zal toekomen.
5.6.
Het gerecht overweegt als volgt. Ter zitting heeft de vrouw zich aangesloten bij het verzoek van de man om gezamenlijk belast te blijven met het gezag over de minderjarige. Gelet hierop zal het gerecht het verzoek van de man als een eensluidend verzoek van partijen opvatten en, in ogenschouw nemend dat het belang van de minderjarige zich niet tegen gezamenlijk gezag verzet, bepalen dat de ouders gezamenlijk belast blijven met het gezag over de minderjarige.
Hoofdverblijfplaats
5.7.
De vrouw heeft het gerecht verzocht om de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij haar vast te stellen.
5.8.
De man voert geen verweer tegen dit verzoek van de vrouw, mits sprake is van een uitgebreide schriftelijke omgangsregeling tussen de man en de minderjarige.
5.9.
Het gerecht overweegt als volgt. De man is akkoord met het verzoek van de vrouw om de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vrouw vast te stellen onder de voorwaarde dat er een omgangsregeling wordt vastgesteld. Gelet op hetgeen zal worden overwogen in 5.12 en nu niet is gebleken dat het belang van de minderjarige zich tegen dit verzoek verzet, zal het gerecht dit verzoek van de vrouw toewijzen.
Omgangsregeling
5.10.
De man heeft het gerecht verzocht om een omgangsregeling vast te stellen tussen hem en de minderjarige waarbij hij eens per jaar voor langere tijd (een aantal maanden achtereen) naar de VS zal gaan en waarbij de minderjarige eens per jaar gedurende de kerstvakantie naar Bonaire komt. Daarnaast verzoekt de man om regelmatig contact te hebben met de minderjarige via
facetimeof
whatsappgedurende de tijd dat hij op Bonaire en zij in de VS verblijft.
5.11
Artikel 1:377a lid 2 BW BES bepaalt dat de rechter in eerste aanleg op verzoek van de ouders of van één van hen, al dan niet voor bepaalde tijd, een regeling inzake de uitoefening van het omgangsrecht vaststelt dan wel ontzegt, al dan niet voor bepaalde tijd, het recht op omgang.
5.12.
De vrouw geeft aan akkoord te zijn met het verzoek van de man waar dit ziet op zijn verblijf in de VS en biedt aan dat de man gedurende zijn verblijf in de VS kosteloos bij haar en de minderjarige kan verblijven. Wel stelt zij daarbij de voorwaarde dat de man tijdens zijn verblijf bij hen geen alcohol nuttigt. Ten aanzien van zijn verzoek om digitaal contact met de minderjarige te onderhouden wanneer de man in Bonaire is, brengt de vrouw naar voren dat er momenteel een paar keer per week contact tussen de man en de minderjarige is via
whatsappof
facetime. Er kunnen wat haar betreft vaste tijden gepland worden voor deze contactmomenten. Waar het verzoek van de man ziet op het verblijf van de minderjarige op Bonaire tijdens de vakantieperiode, voert de vrouw aan dat dit financieel niet haalbaar is voor haar en haar bovendien ook niet nodig voorkomt als de man al voor langere periode gedurende het jaar naar de VS afreist en bij haar en de minderjarige verblijft.
5.13.
Niet in geschil is dat de man recht heeft op omgang met de minderjarige. Het gerecht constateert dat partijen welwillend zijn om onderling tot een regeling te komen. Het gerecht zal de beslissing over de verzochte omgangsregeling aanhouden tot de (EJ-)roldatum van 5 maart 2025 voor akte zijdens partijen. Mochten partijen er niet of niet geheel uitkomen dan verzoekt het gerecht partijen in de akte te specificeren wat de resterende beslispunten zijn en wat de standpunten van partijen zijn in dat kader.
Kinderalimentatie
5.14.
De vrouw heeft het gerecht verzocht te bepalen dat de man een financiële bijdrage van USD 300,00 per maand zal leveren in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige (hierna: kinderalimentatie).
5.15.
De man verweert zich tegen het verzoek van de vrouw. De man stelt dat hij op dit moment in staat is om maximaal USD 100,00 per maand bij te dragen. Wel geeft hij aan dat hij, als hij in de VS bij de vrouw en de minderjarige verblijft, kan gaan werken en gedurende die tijd meer zou kunnen bijdragen.
5.16.
Artikel 1:404 BW BES bepaalt dat ouders verplicht zijn naar draagkracht te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen.
5.17.
Het gerecht overweegt als volgt. De financiële gegevens van zowel de man als de vrouw om tot een behoefte- en draagkrachtberekening te komen en zodoende te bepalen in hoeverre de man naar draagkracht zou kunnen en moeten bijdragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige, ontbreken vooralsnog. Partijen hebben zich tijdens de mondelinge behandeling welwillend getoond om onderling tot een financiële regeling te komen. Gelet hierop zal het gerecht ook de beslissing over de verzochte kinderalimentatie aanhouden tot de (EJ-)roldatum van 5 maart 2025 voor akte zijdens partijen. Dit om partijen de kans te geven om met elkaar tot een regeling te komen en deze te specificeren. Mocht geen regeling zijn bereikt, dan verzoekt het gerecht in de akte te specificeren wat partijen verdeeld houdt. .
5.18.
Nu de man ter zitting heeft verklaard dat hij bereid is een financiële bijdrage te leveren van maximaal USD 100,00 per maand, ziet het gerecht aanleiding om de kinderalimentatie, in afwachting van een regeling tussen partijen of een definitieve beslissing in dit kader van het gerecht, voorlopig te bepalen op dit bedrag van
USD 100,00 per maand, bij vooruitbetaling te betalen op de eerste dag van elke maand.

6.De beslissing

Het gerecht:
6.1.
spreekt uit de echtscheiding van het tussen partijen op 11 oktober 2019 te Bonaire gesloten huwelijk;
6.2.
beveelt de man na inschrijving van deze beschikking in de registers van de burgerlijke stand om met de vrouw over te gaan tot verdeling van de gemeenschap van goederen waarin partijen zijn gehuwd, met benoeming van mr. K. F. Arends met standplaats Bonaire of één van zijn plaatsvervangers, tot notaris ten overstaan van wie de werkzaamheden der verdeling zullen plaatsvinden;
6.3.
benoemt tot onzijdig persoon in geval van weigerachtigheid en/of nalatigheid van de man tot medewerking aan de werkzaamheden der verdeling, de deurwaarder M.A.A. Manuel Bernabela, wonende te Bonaire, ter vertegenwoordiging van de man;
6.4.
bepaalt dat partijen gezamenlijk belast zullen blijven met het gezag over:
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats];
6.5.
bepaalt de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vrouw;
6.6.
bepaalt de door de man te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats], met ingang van 1 februari 2025 voorlopig, dat wil zeggen totdat daarover een regeling tussen partijen is bereikt of bij eindbeschikking in deze procedure zal zijn beslist, op USD 100,00 per maand, bij vooruitbetaling te voldoen op de eerste van elke maand aan de vrouw;
6.7.
houdt de beslissingen ten aanzien van de omgangsregeling en de definitief door de man te betalen maandelijkse bijdrage in de kosten en verzorging van de minderjarige aan en verwijst de zaak naar de (EJ-)rol van
5 maart 2025om
09:30 uur voor akte zijdens partijen ten aanzien van deze verzoeken.
6.8.
verklaart deze beschikking, met uitzondering van het bepaalde in 6.1, uitvoerbaar bij voorraad;
6.9.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.W. Scholte, rechter, en op 29 januari 2025 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.