ECLI:NL:OGEABES:2025:123

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
3 december 2025
Publicatiedatum
8 december 2025
Zaaknummer
BON202500557
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot opleggen van een dwangsom voor het nakomen van een eerder gewezen vonnis in kort geding

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 3 december 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en [gedaagde]. De procedure is gestart met een verzoekschrift dat op 31 oktober 2025 is ingediend. De mondelinge behandeling vond plaats op 19 november 2025, waarbij [eiser] werd vertegenwoordigd door mr. D.G. Kock, terwijl [gedaagde] niet verschenen was. Ondanks een deugdelijke oproeping is [gedaagde] niet op de zitting verschenen, en zijn verzoek om uitstel werd afgewezen. Het gerecht heeft verstek verleend tegen [gedaagde].

De zaak betreft een vordering tot het opleggen van een dwangsom voor het nakomen van een eerder vonnis van 28 mei 2025, waarin [gedaagde] werd veroordeeld tot betaling van een bedrag aan [eiser] en het verlijden van een notariële akte. [eiser] heeft het vonnis op 5 juli 2025 aan [gedaagde] betekend, maar heeft tot op heden geen betaling ontvangen. In het kort geding vorderde [eiser] dat [gedaagde] wordt bevolen om binnen dertig dagen na betekening van het vonnis het eerdere vonnis na te komen.

Het gerecht oordeelde dat er sprake is van een spoedeisend belang en dat de vordering niet onrechtmatig of ongegrond is. Het gerecht heeft [gedaagde] bevolen om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis een afspraak te maken bij een notaris voor het verlijden van de notariële akte. Tevens zijn er dwangsommen opgelegd voor het niet voldoen aan deze veroordelingen. [gedaagde] is ook veroordeeld in de proceskosten van het kort geding. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissingen onmiddellijk moeten worden nageleefd, ook als [gedaagde] in hoger beroep gaat.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

zittingsplaats Bonaire

registratienummer: BON202500557
datum beslissing: 3 december 2025
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[eiser],
wonend te Bonaire,
eiser,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. D.G. Kock,
tegen
[gedaagde],
wonend te Bonaire,
gedaagde,
hierna te noemen: [gedaagde],
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verzoekschrift met bijlagen is op 31 oktober 2025 op de griffie van dit gerecht ingediend.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 19 november 2025. [eiser] is vertegenwoordigd door mr. Kock. [gedaagde] is niet verschenen.
1.3.
Hoewel [gedaagde] deugdelijk is opgeroepen, is hij niet op de mondelinge behandeling verschenen. Een uitstelverzoek van hem is afgewezen. De door [gedaagde] aangevoerde reden dat zijn gemachtigde niet aanwezig kon zijn, bleek bij navraag bij de door hem genoemde gemachtigde onjuist; deze bleek [gedaagde] in deze procedure niet bij te staan. Tegen [gedaagde] is op de mondelinge behandeling verstek verleend.
1.4.
Ten slotte is bepaald dat vandaag schriftelijk uitspraak wordt gedaan.

2.De beoordeling

2.1.
Op 28 mei 2025 heeft dit gerecht vonnis gewezen (bekend onder registratienummer BON202200341, hierna: het vonnis) in een zaak tussen [eiser] als eiser en [gedaagde] en de zus van partijen als gedaagden.
2.2.
In het vonnis is – kortgezegd – het volgende beslist. In het kader van de scheiding en deling van de nalatenschap van de vader van partijen is een perceel erfpachtgrond, plaatselijk bekend als [adres 48] te Bonaire, toebedeeld aan [gedaagde]. Bij het verlijden van de notariële akte moet [gedaagde] een bedrag van USD 318.247,84 betalen aan [eiser]. De notariële akte moet uiterlijk 120 dagen na de datum van het vonnis verleden worden. [gedaagde] moet bovendien op het moment van het verlijden van de notariële akte een gebruiksvergoeding betalen van USD 416,67 per maand vanaf 11 oktober 2017 tot de dag van het verlijden van de notariële akte, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de laatstgenoemde dag. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
2.3. [
eiser] heeft het vonnis op 5 juli 2025 aan [gedaagde] per deurwaardersexploot betekend. Tot op heden heeft [eiser] geen betaling van [gedaagde] ontvangen. [eiser] vordert in deze procedure dat [gedaagde] wordt bevolen om op straffe van een dwangsom binnen dertig dagen na betekening van dit vonnis het vonnis van 28 mei 2025 na te komen.
2.4.
In een kortgedingprocedure moet het gerecht ambtshalve (dus ook als daartegen geen verweer is gevoerd) beoordelen of sprake is van een spoedeisend belang. Naar het oordeel van het gerecht ligt in de aard van de vordering een spoedeisend belang besloten.
2.5.
Omdat [gedaagde] niet in deze procedure is verschenen, moet het gerecht slechts beoordelen of de vordering haar onrechtmatig of ongegrond voorkomt. Daar is geen sprake van. Vonnissen moeten nagekomen worden. Als dat niet gebeurt, kan een partij vorderen dat een dwangsom wordt opgelegd als prikkel tot nakoming. Een dwangsom kan niet worden opgelegd bij een veroordeling tot betaling van een geldsom (zie artikel 611a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering BES). Daarom zal de vordering van [eiser] worden toegewezen als volgt.
2.6. [
gedaagde] zal worden bevolen om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis een afspraak te maken bij een notaris tot het verlijden van de notariële akte waarbij het perceel erfpachtgrond aan hem wordt toebedeeld. Die afspraak moet plaatsvinden binnen negentig dagen na betekening van dit vonnis. Als [eiser] niet aan deze veroordeling voldoet, moet hij een dwangsom betalen van USD 250,00 voor iedere dag dat hij niet aan deze veroordeling voldoet tot een maximum van USD 17.500,00 is bereikt.
2.7. [
gedaagde] zal ook worden bevolen om op de hiervoor bedoelde afspraak bij de notaris te verschijnen en de door de notaris op te maken akte als bedoeld in rechtsoverweging 2.6. te ondertekenen. Als [eiser] niet aan deze veroordeling voldoet, moet hij een dwangsom betalen van USD 1000,00 per dag voor iedere dag dat hij niet aan deze veroordeling voldoet tot een maximum van USD 100.000,00 is bereikt.
2.8.
Mocht, anders dan [gedaagde] steeds heeft aangevoerd, hij niet in staat zijn zelf het perceel te kopen, dan is het – ter voorkoming van het verschuldigd worden van aanzienlijke dwangsommen – aan hem om met spoed initiatieven te nemen voor de verkoop aan een ander en daartoe met [eiser] (en de zus [zus]) afspraken te maken.
2.9.
Hoewel sprake is van een familieband tussen partijen, zal [gedaagde] worden veroordeeld in de proceskosten van dit kort geding. Dit kort geding had namelijk niet gevoerd hoeven worden, als [gedaagde] het vonnis was nagekomen. De proceskosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op USD 251,00 aan griffierecht, USD 559,00 aan salaris gemachtigde (tarief voor eenvoudig kort geding), USD 159,00 aan betekeningskosten van het verzoekschrift en USD 140,00 aan nakosten (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing).
2.10.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Van kenbare bezwaren van [gedaagde] tegen uitvoerbaar bij voorraadverklaring is het gerecht niet gebleken. Dit betekent dat de beslissingen in deze uitspraak moeten worden gevolgd, ook als [gedaagde] in hoger beroep gaat. De beslissingen in deze uitspraak gelden in dat geval tot door de hogere rechter een andere beslissing genomen wordt.

3.De beslissing

Het gerecht:
3.1.
beveelt [gedaagde] om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis een afspraak binnen negentig dagen na betekening van dit vonnis te maken bij een notaris tot het verlijden van de notariële akte waarbij het perceel erfpachtgrond, plaatselijk bekend als [adres 48]te Bonaire (kadastraal bekend als Afdeling 4, Sectie 4, nummer 1548) aan hem wordt toebedeeld;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] een dwangsom te betalen van USD 250,00 voor iedere dag dat hij niet aan de in rechtsoverweging 3.1. uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van USD 17.500,00 is bereikt;
3.3.
beveelt [gedaagde] om op de afspraak als bedoeld in rechtsoverweging 3.1. te verschijnen en de akte van de notaris te ondertekenen;
3.4.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] een dwangsom te betalen van USD 1000,00 voor iedere dag dat hij niet aan de in rechtsoverweging 3.3. uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van USD 100.000,00 is bereikt;
3.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van USD 1.109,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met USD 84,00 als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
3.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.P. Hoekstra, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 3 december 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.