ECLI:NL:OGEABES:2025:110

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
26 november 2025
Publicatiedatum
4 december 2025
Zaaknummer
BON202400384
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over nakoming leningsovereenkomst en verkoop aandelen resort

In deze zaak hebben partijen een overeenkomst gesloten voor de verkoop van aandelen van een resort, waarbij een leningsovereenkomst is afgesloten voor de betaling van de koopsom. Er is een geschil ontstaan over de nakoming van deze leningsovereenkomst. De verkoper, [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie], heeft ECR Caribbean Realty (Bonaire) B.V. aangeklaagd, omdat hij meent dat ECR tekortschiet in haar verplichtingen. ECR heeft op haar beurt een tegenvordering ingesteld. Tijdens de mondelinge behandeling op 29 januari 2025 en opnieuw op 27 oktober 2025 zijn beide partijen vertegenwoordigd door hun gemachtigden. De rechter heeft de zaak aangehouden om partijen de kans te geven een minnelijke regeling te treffen. De rechter heeft op 26 november 2025 uitspraak gedaan, waarbij de vorderingen van [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] zijn aangehouden en ECR is verzocht om haar verplichtingen na te komen. De rechter heeft bepaald dat de zaak opnieuw op de rol komt voor verdere behandeling.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

zittingsplaats Bonaire

registratienummer: BON202400384
datum beslissing: 26 november 2025
in de zaak van
[eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie],
wonende in de Verenigde Staten van Amerika,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna:
[eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie],
gemachtigde: mr. J.K. Althoff,
tegen:
E.C.R. CARIBBEAN REALTY (BONAIRE) B.V.
gevestigd te Bonaire,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen:
ECR,
gemachtigde: mr. J.E. Lovert.

1.De procedure

1.1.
In het procesdossier zitten de volgende stukken:
  • het verzoekschrift van 13 augustus 2024 met producties 1 tot en met 8;
  • de conclusie van antwoord in conventie met een eis in reconventie met producties 1 tot en met 6;
  • de akte van 13 januari 2025 met wijziging van de eis in reconventie;
  • de conclusie van antwoord in reconventie met producties 9 tot en met 20;
  • producties 7 tot en met 9 van ECR;
  • producties 10 tot en met 14 van ECR.
1.2.
Op 29 januari 2025 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden ten overstaan van rechter mr. M.W. Scholte. [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] is verschenen, bijgestaan door mr. P.A. van Dort (kantoorgenoot van mr. Althoff). Namens ECR is de heer [directeur ECR] (directeur, hierna: [directeur ECR]) verschenen, bijgestaan door mr. Lovert. De spreekaantekeningen die de gemachtigden van partijen hebben voorgelezen zijn aan het procesdossier toegevoegd. Na afloop van de mondelinge behandeling is de zaak aangehouden om partijen de gelegenheid te geven een minnelijke regeling te beproeven.
1.3.
Vanwege organisatorische redenen zal het vonnis in deze zaak niet worden gewezen door mr. M.W. Scholte. De griffie van het gerecht heeft op 7 mei 2025 aan de gemachtigden van partijen gevraagd of zij gebruik willen maken van hun recht op een mondelinge behandeling ten overstaan van de rechter die het vonnis zal wijzen. Partijen hebben aangegeven daar gebruik van te maken.
1.4.
Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft ECR op 21 oktober 2025 een akte wijziging van haar eis in reconventie ingediend. Bovendien heeft ECR op 22 oktober 2025 en 23 oktober 2025 aanvullende producties ingediend. Deze stukken maken onderdeel uit van het procesdossier.
1.5.
De nieuwe mondelinge behandeling heeft op 27 oktober 2025 plaatsgevonden ten overstaan van rechter mr. R.P.P. Hoekstra. [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] is vertegenwoordigd door mr. Althoff. Namens ECR is [directeur ECR] verschenen. De spreekaantekeningen die de gemachtigden van partijen hebben voorgelezen zijn aan het procesdossier toegevoegd.
1.6.
Ten slotte is bepaald dat op 26 november 2025 uitspraak zal worden gedaan.

2.De kern van de zaak

2.1. [
eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] heeft aandelen verkocht aan ECR. Voor het betalen van de koopprijs van de aandelen hebben partijen een overeenkomst gesloten. Partijen verschillen van mening over wie tekort schiet in de nakoming van die overeenkomst. [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] vordert dat ECR wordt veroordeeld tot nakoming van haar betaalverplichtingen. De beslissingen op de vorderingen van [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] worden aangehouden.
2.2.
ECR heeft een tegenvordering ingesteld. Na wijziging van haar tegenvordering vraagt ECR het gerecht te bepalen dat zij een aantal door haar gestelde schadeposten mag verrekenen met bedragen die zij aan [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] moet betalen. Die vorderingen zijn niet toewijsbaar. Daarnaast eist ECR dat [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] wordt veroordeeld om een verplichting uit een overeenkomst na te komen. Die vordering is in beginsel toewijsbaar. Tot slot vordert ECR dat [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] wordt veroordeeld om het door hem gelegde conservatoire beslag op te heffen. De beslissing op die vordering wordt aangehouden.

3.De beoordeling

in conventie en in reconventie
De achtergrond van het geschil
3.1. [
eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] en de broer van [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] waren ieder eigenaar van 50 % van de aandelen in de naamloze vennootschap Latino Americana de Inversiones N.V. (hierna: LAI), handelend onder de naam Eden Beach Resort. [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] en zijn broer waren bovendien bestuurders van LAI.
3.2.
ECR is een besloten vennootschap die zich blijkens het handelsregister bezig houdt met projectontwikkeling. [directeur ECR] is enig bestuurder van ECR.
3.3.
Op 1 mei 2021 hebben [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] en ECR een ‘Share Purchase Agreement’ (hierna: SPA) gesloten waarin [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] zijn aandelen in LAI heeft verkocht voor een bedrag van $ 2.000.000. In de SPA staat in artikel 3.1 dat $ 100.000 betaald wordt bij
“the consummation of the transaction as contemplated by this Agreement”en $ 100.000 betaald wordt als de koper
“all documents and information necessary to perform the due diligence”ontvangen heeft. Het restant van de koopsom moet worden betaald binnen vijf jaar na het sluiten van de transactie.
3.4.
Op 1 juli 2021 heeft ECR aan [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] een bedrag betaald van $ 99.840 en op 21 september 2021 een bedrag van $ 55.000.
3.5.
Op 26 januari 2022 hebben [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] en ECR een ‘Loan Agreement with regard to the Purchase Agreement …’ (hierna: leningsovereenkomst) gesloten. In de leningsovereenkomst staat dat een bedrag van $ 45.000 door ECR aan [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] betaald moet worden na het ondertekenen van die overeenkomst. Verder zijn partijen overeengekomen dat de resterende koopprijs van $ 1.800.000 wordt omgezet in een lening van [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] aan ECR.
3.6.
In de leningsovereenkomst zijn betaaltermijnen overeengekomen voor het terugbetalen van het leningsbedrag. Overeengekomen is dat uiterlijk op 1 mei 2022 een bedrag van minimaal $ 155.000 door ECR aan [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] betaald zal worden
“under the strict condition that creditor will approve the financials from Leosie N.V. and Latino Americana de Inversiones N.V. up to and including the year 2020 […] Debtor will make the financials, to be approved by creditor, available on or before March 30th 2022.”. Daarna moet uiterlijk op iedere 15 januari van de daaropvolgende vijf jaar een bedrag door ECR aan [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] worden betaald.
3.7.
Op 31 januari 2022 heeft ECR aan [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] een bedrag betaald van $ 45.000 en op 12 maart 2022 een bedrag van $ 77.500. Daarna heeft ECR geen betaling meer aan [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] verricht.
De eiswijziging van ECR wordt toegelaten, maar de vorderingen zijn niet toewijsbaar
3.8.
ECR heeft op 21 oktober 2025 een akte genomen met wijziging van haar tegenvordering. [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] heeft bezwaar gemaakt tegen de eiswijziging en verzoekt primair om de eiswijziging buiten beschouwing te laten vanwege strijd met de goede procesorde en subsidiair om schriftelijk op de eiswijziging te mogen reageren tegen de voorwaarde dat het gerecht toekomt aan de beoordeling van de gewijzigde tegenvorderingen.
3.9.
Hoewel de akte met eiswijziging van ECR laat is ingebracht, heeft [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] op de mondelinge behandeling daartegen inhoudelijk verweer gevoerd. Naar het oordeel van het gerecht is de akte niet in strijd met de goede procesorde en zal de eiswijziging worden toegelaten.
3.10.
De eiswijziging van ECR heeft betrekking op vier nieuwe vorderingen waarin zij verzoekt dat het gerecht bepaalt dat zij haar verplichting tot betaling van de koopsom van de aandelen mag verrekenen met verschillende door haar gestelde schadeposten. Daarover overweegt het gerecht als volgt. Een beroep op verrekening kan niet worden gehonoreerd als de gegrondheid van het verrekeningsverweer niet eenvoudig is vast te stellen. Dat is bepaald in artikel 6:136 BW BES. Dit is hier het geval. Tegen iedere door ECR gevorderde schadepost heeft [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] gemotiveerd verweer gevoerd. Daarom is de gegrondheid van het beroep van ECR op verrekening niet eenvoudig vast te stellen en zullen de vorderingen tot verrekening bij eindvonnis worden afgewezen.
3.11.
Omdat het gerecht de nieuwe vorderingen uit de eiswijziging van ECR bij eindvonnis zal afwijzen, is de voorwaarde waartegen [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] heeft verzocht schriftelijk te mogen reageren op de eiswijziging niet vervuld. Op dat verzoek hoeft daarom niet te worden beslist.
Inhoudelijke standpunten van partijen
3.12.
Partijen verwijten elkaar tekort te schieten in de nakoming van hun verplichtingen uit de leningsovereenkomst met betrekking tot de voorwaarde waartegen ECR de eerste betaling van $ 155.000 moet verrichten (zie rechtsoverweging 3.6), namelijk het vaststellen van de jaarrekeningen van LAI en Leosie N.V. tot en met het jaar 2020.
3.13. [
eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] stelt dat ECR tekort schiet in haar verplichting om de financiële cijfers aan hem te verstrekken die hij nodig heeft om de jaarrekeningen goed te kunnen keuren. Volgens [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] heeft hij in mei 2021 alle financiële informatie aan [directeur ECR] verstrekt over de periode dat hij LAI feitelijk bestuurde. Volgens [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] bestuurde hij LAI feitelijk tot begin 2020. Pas op 27 april 2022 ontving [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] van ECR de concept jaarrekeningen die hij moet goedkeuren. [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] heeft de concept jaarrekeningen aan zijn eigen financieel adviseur voorgelegd. De financieel adviseur van [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] constateerde abnormaliteiten en adviseerde [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] de jaarrekeningen op basis van deze concepten niet goed te keuren. Volgens [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] heeft hij daarna de financiële cijfers die ten grondslag liggen aan de concept jaarrekeningen bij [directeur ECR] opgevraagd, maar nooit ontvangen. [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] kan niet overgaan tot het goedkeuren van de jaarrekeningen als hij niet zeker weet dat ze correct zijn opgesteld.
3.14.
ECR stelt op haar beurt dat [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] tekort schiet in zijn verplichting uit de leningsovereenkomst om de jaarrekeningen goed te keuren. Volgens ECR is zij voor het verkrijgen van financiering afhankelijk van het goedkeuren van de jaarrekeningen door [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie]. Met die financiering wil ECR het resort verder ontwikkelen en investeren om met de te behalen positieve bedrijfsresultaten de koopsom van de aandelen te betalen. Volgens ECR frustreert [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] dat proces. ECR heeft vaak bij [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] aangedrongen om de jaarrekeningen goed te keuren, maar [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] werkt daar niet aan mee. Omdat [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] zich onvoldoende heeft ingespannen om de jaarrekeningen goed te keuren, schiet hij tekort in de nakoming van zijn verplichting op grond van de leningsovereenkomst om de jaarrekeningen goed te keuren en verkeert [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] in schuldeisersverzuim.
[eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] moet zijn verplichting uit de leningsovereenkomst nakomen
3.15.
Het is tussen partijen niet in geschil dat [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] op grond van de leningsovereenkomst de jaarrekeningen van LAI en Leosie N.V. tot en met het jaar 2020 moet goedkeuren. Het is eveneens niet in geschil dat ECR concepten van goed te keuren jaarrekeningen aan [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] heeft verstrekt.
3.16.
De stelling van [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] dat de concept jaarrekeningen niet correct zijn en dat hij ze daarom niet kan goedkeuren heeft hij onvoldoende onderbouwd. Weliswaar heeft [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] een e-mailbericht van 30 mei 2022 van zijn financieel adviseur overgelegd waarin [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] geadviseerd wordt de concept jaarrekeningen niet goed te keuren vanwege abnormaliteiten, maar die abnormaliteiten zijn niet toegelicht of gespecificeerd. Het is te begrijpen dat [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] daarvoor inzicht nodig heeft in de financiële cijfers die ten grondslag liggen aan de concept jaarrekeningen, maar [directeur ECR] heeft tijdens beide mondelinge behandelingen verklaard dat [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] volledige inzage mag hebben in de administratie.
3.17.
Omdat [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] op grond van de leningsovereenkomst verplicht is de jaarrekeningen van LAI en Leosie N.V. goed te keuren voordat hij aanspraak kan maken op betaling van ECR van de eerste termijn uit de leningsovereenkomst, kan de conventionele vordering nu nog niet worden toegewezen en is de reconventionele vordering van ECR om [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] daartoe te veroordelen in beginsel toewijsbaar.
3.18. [
eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] wordt gelet op het voorgaande in de gelegenheid gesteld om een akte in het geding te brengen waaruit blijkt dat hij de jaarrekeningen van LAI en Leosie N.V. tot en met het jaar 2020 heeft goedgekeurd. Als [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] die jaarrekeningen niet kan goedkeuren, omdat ze niet correct zijn opgesteld, moet [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] een onderbouwde en gespecificeerde verklaring van een onafhankelijke registeraccountant in het geding brengen waaruit volgt waarom de jaarrekeningen niet goedgekeurd kunnen worden.
3.19.
Na ontvangst van de akte van [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] zal ECR in de gelegenheid worden gesteld om per antwoordakte te reageren.
3.20.
Als [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] de jaarrekeningen heeft goedgekeurd, heeft hij voldaan aan zijn verplichting op grond van de leningsovereenkomst en liggen de vorderingen in conventie voor toewijzing gereed. Als komt vast te staan dat de jaarrekeningen niet kunnen worden goedgekeurd omdat de financiële gegevens niet correct zijn, valt het [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] niet kwalijk te nemen dat hij niet aan zijn verplichting op grond van de leningsovereenkomst tot goedkeuring voldoet en liggen de vorderingen in conventie ook voor toewijzing gereed.
3.21.
Ten overvloede overweegt het gerecht dat ECR op grond van de leningsovereenkomst verplicht is om mee te werken en [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] de financiële gegevens te verstrekken die hij nodig heeft om de door ECR verstrekte concept jaarrekeningen te beoordelen. [directeur ECR] heeft tijdens de mondelinge behandeling toegezegd dat [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] volledige inzage mag hebben in de administratie. Het gerecht gaat ervan uit dat [directeur ECR] zich aan die toezegging zal houden.
3.22.
Iedere (verdere) beslissing in conventie en reconventie wordt aangehouden.

4.De beslissing

Het gerecht:
in conventie en in reconventie
4.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van woensdag 28 januari 2026 voor het nemen van een akte door [eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie] over wat is vermeld onder rechtsoverweging 3.18 waarna ECR op de rol van 25 februari 2026 daarna een antwoordakte kan nemen,
4.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.P. Hoekstra, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 26 november 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.