ECLI:NL:OGEABES:2025:104

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
26 november 2025
Publicatiedatum
4 december 2025
Zaaknummer
BON202500373
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot vrijwaring in arbeidsongeval met schadevergoedingseis

In deze zaak, die zich afspeelt in het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, betreft het een arbeidsongeval dat plaatsvond op 16 januari 2025. De eiser, die als bouwvakker in dienst was van Viyoma Construction N.V., raakte gewond toen een slang van de cementwagen losraakte en hem aan zijn hoofd raakte, wat leidde tot hoofd- en hersenletsel. De eiser vordert in de hoofdzaak een verklaring voor recht dat 't Zandmannetje B.V. aansprakelijk is voor de schade die hij heeft geleden en nog zal lijden, alsook een voorschot op schadevergoeding van USD 30.000,00.

'T Zandmannetje B.V. heeft in het incident een vordering tot vrijwaring ingesteld tegen Viyoma, waarbij zij stelt dat Viyoma als werkgever aansprakelijk is voor de schade die de eiser heeft geleden. De eiser heeft zich gerefereerd aan deze vordering, wat betekent dat hij geen verweer heeft gevoerd. De rechter heeft geoordeeld dat er een rechtsverhouding bestaat die toewijzing van de incidentele vordering rechtvaardigt.

De rechter heeft de oproeping van Viyoma voor de rolzitting op 17 december 2025 gelast, waar Viyoma een conclusie van antwoord in vrijwaring moet indienen. De proceskosten zijn gecompenseerd, aangezien de eiser zich heeft gerefereerd aan de vordering. De verdere beslissing in de hoofdzaak is aangehouden tot de genoemde rolzitting.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

zittingsplaats Bonaire

Registratienummer: BON202500373
Datum uitspraak: 26 november 2025
VONNIS IN HET INCIDENT TOT VRIJWARING
in de zaak van
[eiser in de hoofdzaak, gedaagde in het incident]
domicilie kiezend te Bonaire,
eiser in de hoofdzaak,
gedaagde in het incident,
gemachtigde: mr. E.J. Winkel,
tegen
de besloten vennootschap
’t ZANDMANNETJE B.V.
gevestigd en kantoorhoudende te Bonaire,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
gemachtigde: mr. A.C.A. Gonzales
Partijen zullen hierna ook [eiser in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] en ‘t Zandmannetje genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit:
  • het verzoekschrift d.d. 18 juli 2025
  • het incidentele verzoek tot oproeping in vrijwaring
  • de aantekeningen van de rolzitting van 29 oktober 2025 waaruit blijkt dat [eiser in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] zich heeft gerefereerd aan het incidentele verzoek
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Op 16 januari 2025 werd ’t Zandmannetje door de naamloze vennootschap Viyoma Construction N.V. (hierna ‘Viyoma’) ingehuurd voor het storten van cement bij een woning in aanbouw. [eiser in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] was als bouwvakker in dienst van Viyoma.
2.2.
Tijdens de werkzaamheden is een slang van de cementwagen losgeraakt en deze heeft [eiser in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] aan zijn hoofd geraakt. [eiser in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] heeft daarbij hoofd- en hersenletsel opgelopen.
2.3.
In de hoofdzaak vordert [eiser in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] een verklaring voor recht dat ’t Zandmannetje aansprakelijk is voor de schade die [eiser in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] heeft geleden en nog zal lijden ten gevolge van het arbeidsongeval. Ook vordert hij een voorschot op een schadevergoeding van USD 30.000,00.

3.De vordering en het verweer

3.1. ’
t Zandmannetje vordert dat Viyoma als gedaagde in vrijwaring wordt opgeroepen in de hoofdzaak en dat Viyoma wordt veroordeeld tot vergoeding van alle schade- en kostenposten die het direct of indirect gevolg zijn van het [eiser in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] in dienst van Viyoma op de bouwplaats van Viyoma overkomen ongeval.
3.2.
Kort gezegd voert zij daartoe aan dat Viyoma als werkgever aansprakelijk is voor alle schade die [eiser in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] tijdens zijn werkzaamheden heeft geleden en dat zij ’t Zandmannetje daarvan dient te vrijwaren.
3.3. [
eiser in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] heeft zich gerefereerd aan de vordering.

4.De beoordeling

4.1.
Voor toewijzing van de incidentele vordering is nodig een rechtsverhouding op grond waarvan de in vrijwaring op te roepen (rechts)persoon, ’t Zandmannetje dient vrij te houden van de nadelige gevolgen van het verliezen van de hoofdzaak (conform HR 10 april 1992, NJ 1992, 446).
4.2.
In de stellingen van ’t Zandmannetje is een zodanige rechtsverhouding te lezen en [eiser in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] heeft daartegen ook geen verweer gevoerd. Dit betekent dat de vordering kan worden toegewezen.
4.3.
De proceskosten zullen worden gecomponseerd, nu [eiser in de hoofdzaak, gedaagde in het incident] zich heeft gerefereerd en dus geen verweer heeft gevoerd.

5.De beslissing

Het gerecht,
in het incident
5.1.
gelast de oproeping door de deurwaarder van de naamloze vennootschap Viyoma Construction N.V. voor de rolzitting van woensdag 17 december 2025 om 09.00 uur voor het nemen van een conclusie van antwoord in vrijwaring op de hiervoor onder 3.1. geformuleerde eis in vrijwaring onder gelijktijdige uitreiking aan haar van een afschrift van het inleidend verzoekschrift, de incidentele vordering tot vrijwaring en dit vonnis;
4.2.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
in de hoofdzaak
4.4.
houdt iedere verdere beslissing aan tot aan de hiervoor genoemde rolzitting van 17 december 2025 om 09.00 uur.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.P.P. Hoekstra, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 26 november 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.