In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, is op 2 oktober 2024 uitspraak gedaan over de hoofdverblijfplaats en omgangsregeling van drie minderjarigen, geboren in 2014, 2015 en 2018. De moeder, die recentelijk naar Nederland is verhuisd, verzocht om de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij haar te bepalen en een omgangsregeling te treffen waarbij de kinderen om de week bij haar en de vader verblijven. De vader was het hier niet mee eens en de Voogdijraad heeft onderzoek gedaan naar de situatie van de kinderen.
De Voogdijraad concludeerde dat het wijzigen van de hoofdverblijfplaats niet in het belang van de kinderen zou zijn, aangezien zij al geruime tijd bij de vader wonen. Het gerecht heeft dit advies gevolgd en het verzoek van de moeder om de hoofdverblijfplaats te wijzigen afgewezen. Wat betreft de omgangsregeling heeft de Voogdijraad een voorstel gedaan dat de kinderen in de even weken bij de moeder verblijven en in de oneven weken doordeweeks op woensdag en donderdag bij de vader. Dit voorstel is door het gerecht overgenomen, waarbij ook de mogelijkheid van videobellen is opgenomen in de regeling.
De uitspraak benadrukt het belang van een onbelaste omgang tussen de kinderen en beide ouders, en dat er hulpverlening moet plaatsvinden om de strijd tussen de ouders te verminderen. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven door rechter mr. J.R. Veerman en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.