ECLI:NL:OGEABES:2024:97

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
2 oktober 2024
Publicatiedatum
12 november 2024
Zaaknummer
BON202400183
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ondercuratelestelling van een meerderjarige wegens geestelijke stoornis

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 2 oktober 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot ondercuratelestelling. Verzoekers, twee van de vijf kinderen van de betrokkene, hebben verzocht om hun moeder, geboren in 1941, onder curatele te stellen vanwege haar geestelijke toestand. De overige kinderen steunen dit verzoek, met uitzondering van één kind dat van mening is dat de geestestoestand van de betrokkene niet zodanig is dat ondercuratelestelling noodzakelijk is. De mondelinge behandeling vond plaats op 21 augustus 2024, waarbij alle betrokkenen aanwezig waren, inclusief de gemachtigden van de verzoekers.

De rechter heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan dementie, wat blijkt uit een verklaring van twee specialisten in de ouderengeneeskunde. De geestelijke stoornis maakt het voor de betrokkene moeilijk om haar belangen te behartigen. De rechter heeft het verzoek om ondercuratelestelling toegewezen en heeft de verzoeker die het meeste draagvlak heeft onder de kinderen benoemd tot curator. De rechter heeft daarbij rekening gehouden met de voorkeur van de betrokkene, die niet in staat was om deze kenbaar te maken, en met de complexe familieverhoudingen.

De beschikking bepaalt dat de curator binnen 10 dagen na de uitspraak de ondercuratelestelling bekend moet maken in de Staatscourant en lokale dagbladen. Tevens moet de curator binnen twee maanden een boedelbeschrijving indienen en jaarlijks een schriftelijke rekening en verantwoording over het gevoerde beheer. De uitspraak is gedaan door mr. J.R. Veerman en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

zittingsplaats Bonaire

Registratienummer: BON202400183
Datum beslissing: 2 oktober 2024
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[verzoeker 1],
wonende te Nederland,
en
[verzoeker 2],
wonende te Bonaire,
verzoekers,
gemachtigde mr. A.T.C. Nicolaas,
tot ondercuratelestelling van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] 1941 te Bonaire,
wonende te Bonaire,
hierna ook te noemen: betrokkene.
Als (overige) belanghebbenden worden aangemerkt:
[belanghebbende 1],
wonende te Nederland,
[belanghebbende 2],
wonende te Bonaire,
gemachtigde: mr. A.T.C. Nicolaas.
[belanghebbende 3],
wonende te Bonaire,
gemachtigde: mr. E.J. Winkel.
zijnde de (overige) kinderen van betrokkene.
De kinderen zullen hierna met hun voornaam genoemd worden

1.De procedure

1.1.
Het verzoekschrift met bijlagen is ingediend op 13 mei 2024.
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 21 augustus 2024. Daarbij zijn verzoekers, betrokkene en de overige belanghebbenden verschenen. Ook mr. Nicolaas en mr. Winkel waren aanwezig.
1.3.
Na de mondelinge behandeling is op het verzoek van het gerecht nog een bereidverklaring van [verzoeker 2] om alleen tot curator te worden benoemd binnengekomen.
1.4.
De datum van de uitspraak is bepaald op vandaag.

2.2. Het verzoek en de beoordeling

2.1.
Verzoekers zijn twee van de vijf kinderen van betrokkene. Zij verzoeken om betrokkene onder curatele te stellen. Daar staan de overige kinderen achter, uitgezonderd [belanghebbende 3]. Zij vindt dat de geestestoestand van betrokkene niet zodanig is dat een ondercuratelestelling nodig is. Verzoekers willen dat zij samen tot curator worden benoemd. Daar is [belanghebbende 3] het niet mee eens. Als het tot een ondercuratelestelling zou moeten komen zou zij zelf tot curator benoemd willen worden.
2.2.
Een meerderjarige kan op grond van artikel 1:378 lid 1 onder a BW BES door de rechter onder curatele worden gesteld wegens een geestelijke stoornis waardoor betrokkene, al dan niet met tussenpozen, niet in staat is of bemoeilijkt wordt haar belangen behoorlijk waar te nemen.
2.3.
Bij de overgelegde stukken zit een verklaring over de geestelijke toestand van betrokkene, afgelegd door mevrouw M. Spaans, AIOS specialist oudenrengeneeskunde, mede afgelegd door mevrouw A. de Bruijn, specialist oudenregengeneeskunde. Op grond hiervan en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken en waargenomen, is voldoende aannemelijk geworden dat voldaan is aan de grond voor ondercuratelestelling zoals genoemd in artikel 1:378 lid 1 BW BES onder a. Betrokkene lijdt aan dementie. Er is sprake van stoornissen in het korte- en langetermijngeheugen, in oriëntatie in tijd en plaats en in het denken. Kortom, zij is niet in staat haar belangen naar behoren te behartigen. Het verzoek om ondercuratelestelling van betrokkene zal worden toegewezen.
2.4.
Op grond van art. 1:383 lid 1 BW BES benoemt de rechter bij het uitspreken van de curatele of zo spoedig mogelijk daarna een curator. Ingevolge art. 1:383 lid 2 BW BES volgt de rechter daarbij de uitdrukkelijke voorkeur van de betrokkene, tenzij gegronde redenen zich tegen zodanige benoeming verzetten. Betrokkene was niet in staat om haar voorkeur kenbaar te maken. Door de complexe verhoudingen binnen de familie liepen de emoties tijdens de mondelinge behandeling erg hoog op. Ingevolge lid 3 van artikel 1:383 BW BES wordt bij voorkeur, nu er geen echtgenoot/levensgezel is, een van de kinderen van betrokkene benoemd tot curator. Het uitgangspunt van de wet is (anders dan in Nederland) één curator. Aangezien de onder curatele gestelde ingevolge artikel 1:12 BW BES de woonplaats van de curator volgt is het niet wenselijk om [verzoeker 1] die in Nederland woont tot curator te benoemen. [belanghebbende 3] woont wel in Bonaire, maar heeft geen draagvlak bij de andere kinderen, ondanks de omstandigheid dat de zorg over betrokkene de afgelopen jaren primair bij haar heeft gelegen. De andere kinderen hebben er geen vertrouwen (meer) in dat [belanghebbende 3] deze zorg nog goed kan uitvoeren. Daarbij speelt enerzijds dat zij [belanghebbende 3] niet vertrouwen als het gaat om de financiën van betrokkene en anderzijds dat [belanghebbende 3] niet, althans niet tijdig de noodzaak van een opname van betrokkene in Kas di Kuido heeft onderkend. Het gerecht zal [verzoeker 2] alleen tot curator benoemen nu zij onder de andere kinderen het meeste draagvlak heeft. Zij heeft zich na de mondelinge behandeling daartoe bereid verklaard nadat het gerecht haar althans haar advocaat daarover heeft aangeschreven met een kopie aan (de advocaat van) [belanghebbende 3]. Het staat anderen natuurlijk vrij om [verzoeker 2] te helpen bij de uitoefeningen van haar (toekomstige) taak indien door haar gewenst.
2.5.
Een zorg die [belanghebbende 3] tijdens de mondelinge behandeling heeft uitgesproken is dat als een van haar zussen tot curator benoemd zal worden het haar niet zal worden toegestaan om zo af en toe met betrokkene op pad te gaan zoals zij in voorgaande jaren altijd heeft gedaan. Het gerecht overweegt daarover dat het voor zich spreekt dat [verzoeker 2] in haar hoedanigheid van curator over betrokkene, [belanghebbende 3] en betrokkene voldoende ruimte zal moeten geven om in ruime mate omgang met elkaar te hebben. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat zij [belanghebbende 3] en betrokkene een bijzonder band hebben met elkaar. Het is in het belang van betrokkene dat deze behouden blijft.

3.De beslissing

Het gerecht:
stelt
[betrokkene], geboren op [geboortedatum betrokkene] 1941 te Bonaire, onder curatele,
benoemt tot curator,
[verzoeker 2], geboren op [geboortedatum verzoeker 2] 1973 te Bonaire,
bepaalt dat deze beschikking binnen 10 dagen nadat deze uitspraak ten uitvoer kan worden gelegd, door de curator bekend zal worden gemaakt in de Staatscourant alsmede in de op Bonaire verschijnende dagbladen Extra en het Antilliaans Dagblad,
verstaat dat de griffier van dit gerecht de ondercuratelestelling in het curateleregister aantekent,
bepaalt dat de curator
binnen 2 maandenna deze uitspraak een boedelbeschrijving (opgave van bezittingen/schulden en inkomsten/uitgaven) aan het gerecht verstrekt (via het bijgevoegde formulier),
bepaalt dat de curator ieder kalenderjaar - voor het eerst uiterlijk op
1 maart 2025voor wat betreft het kalenderjaar 2024 - een schriftelijke rekening en verantwoording (via het bijgevoerde formulier) indient bij dit gerecht over het gevoerde beheer.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.R. Veerman, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 2 oktober 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.