ECLI:NL:OGEABES:2024:94

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
28 augustus 2024
Publicatiedatum
12 november 2024
Zaaknummer
BON202300402
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis bodemprocedure inzake vordering tot betaling en bewijsopdracht in civiele zaak tussen High Power Heavy Equipment and Rentals B.V. en Get Easy Transport E.Z.

In deze civiele procedure, die diende voor het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, heeft eiseres High Power Heavy Equipment and Rentals B.V. een vordering ingesteld tegen gedaagde Get Easy Transport E.Z. De zaak betreft een tussenvonnis in een bodemprocedure waarin High Power stelt dat gedaagde op eigen naam voor een opdrachtgever van eiser heeft gewerkt, met de bedoeling om buiten het zicht van de Belastingdienst te blijven. Gedaagde heeft gefactureerd aan de opdrachtgever, maar heeft de gefactureerde bedragen niet aan eiser afgedragen. Eiser vordert het bedrag dat gedaagde aan de opdrachtgever heeft gefactureerd en heeft een bewijsopdracht gekregen voor de gestelde overeenkomst. Het verweer van gedaagde dat de overeenkomst nietig is wegens strijd met de goede zeden, is door de rechter verworpen. Eiser heeft ook een verzoek gedaan op basis van artikel 843a Rv BES, maar dit verzoek is afgewezen omdat de opdrachtgever niet als procespartij is betrokken. De rechter heeft de zaak verwezen naar een volgende zitting voor eiser om bewijs te leveren van de gestelde overeenkomst en de omstandigheden rondom de facturen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

zittingsplaats Bonaire

registratienummer: BON202300402
datum uitspraak: 28 augustus 2024
VONNIS
in de zaak van:
de besloten vennootschap
HIGH POWER HEAVY EQUIPMENT AND RENTALS B.V.,
gevestigd te Bonaire,
eiseres in conventie,
gedaagde in reconventie,
gemachtigde: mr. E.J. Winkel,
tegen
[gedaagde in conv. eiser in reconv.] h.o.d.n. GET EASY TRANSPORT E.Z.,
wonende c.q. gevestigd te Bonaire,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
gemachtigde: mr. A.T.C. Nicolaas.
Partijen zullen hierna High Power en [gedaagde in conv. eiser in reconv.] genoemd worden.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift
  • de conclusie van antwoord in conventie tevens van eis in reconventie
  • de comparitie van partijen waar partijen met hun gemachtigden zijn verschenen.
1.2.
Uiteindelijk is vonnis bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
High Power is eigenaar van verschillende vrachtwagens en graafmachines waarmee zij verschillende diensten verleende aan verschillende opdrachtgevers waaronder Bonairiaanse Wegenbouw Maatschappij N.V. (hierna: BWM).
2.2. [
gedaagde in conv. eiser in reconv.] werkte als oproepkracht voor High Power.
2.3.
Op 16 mei 2023 heeft [gedaagde in conv. eiser in reconv.] op zijn naam een eigen onderneming – eenmanszaak – ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder de naam Get Easy Transport E.Z. (hierna: Get Easy)
2.4.
In de maanden mei en juni 2023 heeft [gedaagde in conv. eiser in reconv.] werkzaamheden uitgevoerd voor BWM met gebruikmaking van voertuigen van High Power. Voor twee voertuigen heeft [gedaagde in conv. eiser in reconv.] verzekeringen gesloten vanaf 28 april 2023 voor een periode van een jaar.
2.5.
Voor haar werkzaamheden voor BWM heeft [gedaagde in conv. eiser in reconv.] op naam van Get Easy zes facturen gezonden aan BWM waarvan de eerste vier voor een totaal van USD 12.148,66. In de procedure is niet bekend geworden wat de hoogte van de laatste twee facturen is geweest.
2.6.
Tussen de stukken zit een verklaring waarin staat dat [gedaagde in conv. eiser in reconv.] aan de heer [bestuurder HP], bestuurder van High Power, toestemming geeft de facturen voor de voor BWM verrichte werkzaamheden in ontvangst te nemen. De verklaring is ondertekend met een handtekening waarvan High Power stelt dat die van [gedaagde in conv. eiser in reconv.] is.
2.7.
High Power heeft voor de door haar in deze procedure gestelde vordering conservatoir beslag gelegd ten laste van [gedaagde in conv. eiser in reconv.].

3.De vordering

In conventie
3.1.
High Power vordert op grond van artikel 843a Rv BES dat BWM uitvoerbaar bij voorraad wordt bevolen om de twee laatste facturen die Get Easy voor haar werkzaamheden heeft verzonden aan haar over te leggen. Verder vordert zij dat [gedaagde in conv. eiser in reconv.] wordt veroordeeld tot betaling aan High Power van USD 12.148,66 of zoveel meer als uit de hiervoor bedoelde twee facturen zou blijken, te vermeerderen met de wettelijke rente, alsmede [gedaagde in conv. eiser in reconv.] te veroordelen in de kosten van de procedure.
3.2.
Aan de vordering wordt ten grondslag gelegd dat [gedaagde in conv. eiser in reconv.] de werkzaamheden voor BWM uitsluitend als stroman voor High Power heeft uitgevoerd. High Power heeft [gedaagde in conv. eiser in reconv.] verzocht om als stroman voor haar te werken om aldus buiten het beeld van de Belastingdienst CN te blijven. High Power heeft of had een forse belastingschuld, waarvoor de Belastingdienst CN beslag onder haar had gelegd.
3.3. [
gedaagde in conv. eiser in reconv.] betwist de vordering en deels de feiten die High Power daaraan ten grondslag legt. Hij erkent dat hij de werkzaamheden voor BWM heeft uitgevoerd en daarvoor voertuigen van High Power heeft gebruikt maar hij betwist de door High Power gestelde afspraak dat zij voor deze werkzaamheden als stroman voor High Power zou fungeren.
In reconventie
3.4. [
gedaagde in conv. eiser in reconv.] vordert opheffing van het ten laste van haar gelegde conservatoir beslag op straffe van een dwangsom van USD 1.000,00 tot een maximum van USD 15.000,00, met veroordeling van High Power in de kosten van de procedure.
3.5.
High Power voert verweer.

4.De beoordeling

In conventie en in reconventie
4.1.
De vorderingen in conventie en in reconventie betreffen dezelfde feiten en/of kwestie waardoor zij zich voor een gezamenlijke beoordeling lenen.
4.2.
High Power beroept zich voor haar vordering op een met [gedaagde in conv. eiser in reconv.] gestelde afspraak die echter door [gedaagde in conv. eiser in reconv.] wordt bestreden. Ter onderbouwing van de door haar gestelde afspraak stelt zij dat 1) [gedaagde in conv. eiser in reconv.] de eenmanszaak op 16 mei 2023 heeft opgericht of ingeschreven, volgens haar speciaal met het oog op de door haar gestelde afspraak tussen partijen, 2) [gedaagde in conv. eiser in reconv.] niet over eigen voertuigen beschikte en zij, anders dan [gedaagde in conv. eiser in reconv.] stelt, deze voertuigen natuurlijk niet zonder enige vergoeding aan [gedaagde in conv. eiser in reconv.] ter beschikking zou stellen, 3) zij in die periode het gebruikelijke loon aan [gedaagde in conv. eiser in reconv.] doorbetaalde, alsook het loon van de andere jongens die op en met deze voertuigen werkten en dat nu indirect via [gedaagde in conv. eiser in reconv.] deden en 4) [gedaagde in conv. eiser in reconv.] aan haar schriftelijke toestemming heeft gegeven om de facturen van [gedaagde in conv. eiser in reconv.] aan BWM bij BWM op te halen.
4.2. [
gedaagde in conv. eiser in reconv.] voert ter betwisting van de gestelde afspraak aan dat 1) hij inderdaad de voertuigen van High Power voor zijn werkzaamheden voor BWM heeft gebruikt maar dat deze eerst door hem moesten worden gerepareerd en dat hij zelf de voertuigen moest verzekeren, waardoor het begrijpelijk is dat High Power voor het gebruik van die voertuigen niets bij hem in rekening bracht, 2) hij zelf de facturen aan BWM heeft opgesteld en dat deze op zijn eigen naam staan, 3) hij de jongens die met deze voertuigen werkten heeft betaald en hij ook geen betaling voor zijn eigen werkzaamheden van High Power heeft gekregen, 4) hij geen toestemming heeft gegeven aan High Power voor het ophalen van de facturen bij BWM en dat de handtekening op het daarvan overgelegde stuk niet van hem is. Tot slot stelt hij dat de door High Power gestelde overeenkomst een onzedelijke overeenkomst is omdat deze zou strekken tot het ontduiken van belasting zodat daarvan geen nakoming kan worden gevraagd. En helemaal tot slot stelt [gedaagde in conv. eiser in reconv.] dat hij nog geen betaling door BWM op zijn facturen heeft gekregen en ook daardoor niet tot een betaling aan High Power kan worden veroordeeld.
4.3.
Nu de door High Power gestelde overeenkomst wordt betwist is het aan haar om deze op grond van de hoofdregel van artikel 129 Rv BES te bewijzen. Daarbij gaat het specifiek om haar stelling dat zij [gedaagde in conv. eiser in reconv.] en de voor hem op de voertuigen werkende jongens ten tijde van de werkzaamheden voor BWM heeft doorbetaald. Voorts zal zij moeten verklaren waarom [gedaagde in conv. eiser in reconv.] de voertuigen zelf heeft verzekerd en/of moeten uitleggen waarom zij deze mogelijk zelf niet heeft verzekerd. Ook zal zij moeten uitleggen wat nu de bedoeling was van de door haar gestelde toestemming om de facturen bij BWM op te halen, immers ligt het voor de hand dat zij daarvan dan zelf direct een kopie van [gedaagde in conv. eiser in reconv.] had kunnen krijgen. Vooralsnog kan niet van deze toestemming worden uitgegaan gelet op de door [gedaagde in conv. eiser in reconv.] betwiste handtekening daaronder. Op grond van het door High Power gestelde feit dat de eenmanszaak van [gedaagde in conv. eiser in reconv.] met het oog op de nu door hem uitgevoerde werkzaamheden is opgericht en dat [gedaagde in conv. eiser in reconv.] niet over eigen voertuigen beschikte om deze werkzaamheden uit te voeren en daarvoor de voertuigen van High Power moest gebruiken kan op zichzelf de door [gedaagde in conv. eiser in reconv.] gestelde overeenkomst nog niet worden aangenomen.
4.4.
High Power wordt in de gelegenheid gesteld om het hiervoor besproken bewijs te leveren. Zij zal zich bij akte kunnen uitlaten hoe zij dat bewijs wil leveren. Als zij het bewijs (ook) schriftelijk wil leveren zal zij de bewijsmiddelen in dat verband direct met dezelfde akte moeten overleggen.
4.5.
Uit het voorgaande volgt dat wordt verworpen de stelling dat de gestelde overeenkomst een onzedelijke overeenkomst is waarvan geen nakoming kan worden gevraagd. Onjuist en onrechtmatig is het ontduiken van belasting, maar de gevorderde betaling van [gedaagde in conv. eiser in reconv.] aan High Power is dat op zichzelf nog niet. Verder volgt uit het de door [gedaagde in conv. eiser in reconv.] gestelde omstandigheid dat hij nog geen betaling op zijn facturen heeft gekregen nog niet dat er geen verplichting is om deze te betalen als van de door High Power gestelde overeenkomst zou worden uitgegaan, zij het dat de betalingsvordering dan mogelijk alleen onder de voorwaarde van betaling door BWM toewijsbaar is.
4.6.
De vordering tot inzage in twee facturen ex artikel 843a Rv BES wordt afgewezen, reeds omdat BWM als partij waartegen deze vordering is gericht geen partij is in deze procedure. In een te zijner tijd te wijzen eindvonnis zal aldus worden beslist.

5.De beslissing

In conventie en in reconventie

5.1.
draagt High Power op om het bewijs te leveren zoals hiervoor onder 4.3 uiteengezet,
5.2.
verwijst de zaak naar de rol van 2 oktober 2024 voor een akte aan de zijde van High Power om zich erover uit te laten hoe zij dat bewijs wil leveren, alsmede zich in die akte uit te laten over de verzekering van de voertuigen en over de door haar gestelde toestemming om de facturen bij BWM te mogen ophalen, een en ander als onder 4.3 uiteengezet,
5.3.
bepaalt dat in zoverre High Power dit bewijs met schriftelijke stukken wil leveren zij deze direct bij dezelfde akte moet overleggen,
5.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Veerman, rechter, en uitgesproken op 28 augustus 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.