ECLI:NL:OGEABES:2024:92

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
30 augustus 2024
Publicatiedatum
12 november 2024
Zaaknummer
BON202400217
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van koop- en aannemingsovereenkomsten met betrekking tot appartementen en gemeenschappelijke ruimtes

In deze zaak hebben eisers, bestaande uit acht personen, een kort geding aangespannen tegen de gedaagde, BLUE JAY HOLDING BONAIRE B.V., die niet is verschenen. De eisers hebben appartementen gekocht in een nog te bouwen appartementencomplex, genaamd 'Turtuga Building', en vorderen nakoming van de koop- en aannemingsovereenkomsten. De gedaagde heeft de oplevering van de appartementen en gemeenschappelijke ruimtes niet tijdig gerealiseerd, wat heeft geleid tot een geschil. De eisers hebben de gedaagde in gebreke gesteld en een lijst met tekortkomingen overlegd, maar de gedaagde heeft niet gereageerd. De rechter heeft vastgesteld dat de vordering van eisers tot nakoming van de overeenkomsten gegrond is, aangezien deze niet is weersproken. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld tot oplevering van de appartementen en gemeenschappelijke ruimtes binnen 15 dagen na betekening van het vonnis, met een dwangsom van USD 10.000,00 per dag bij niet-nakoming, tot een maximum van USD 150.000,00. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van de eisers, die zijn begroot op USD 1.225,58. Het vonnis is uitgesproken door rechter J.R. Veerman op 30 augustus 2024.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

zittingsplaats Bonaire

Registratienummer: BON202400217
Datum uitspraak: 30 augustus 2024
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van
[eiseres 1 t/m 8]
9. de besloten vennootschap
PERICE B.V.,
10. de besloten vennootschap
FEDUSHI DUIVEN B.V.,
allen wonende te c.q. gevestigd te Bonaire respectievelijk Nederland,
eisers,
gemachtigde: mr. D.G. Kock,
tegen
de besloten vennootschap
BLUE JAY HOLDING BONAIRE B.V.,
gevestigd te Bonaire,
gedaagde,
niet verschenen.

1.Het procesverloop

1.1.
Eisers hebben bij verzoekschrift in kort geding, op 23 mei 2024 ter griffie ingediend, gesteld en gevorderd als is vermeld in dat verzoekschrift. Oorspronkelijk waren ook de besloten vennootschap Meeuwsen Real Estate B.V. en de besloten vennootschap Laman B.V. eisers, maar zij hebben hun vorderingen op 13 augustus 2024 ingetrokken. Op 16 augustus 2024 hebben eisers twee aanvullende producties overgelegd. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 19 augustus 2024. Daarbij waren eisers sub 6 en 8 aanwezig bijgestaan door mr. Kock voornoemd en
mr. E.J. Winkel. Gedaagde is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. De rechter heeft tegen gedaagde verstek verleend.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Gedaagde is een bedrijf dat een appartementencomplex ontwikkelt genaamd ‘Turtuga Building’ op het perceel plaatselijk bekend als [adres] te Bonaire.
2.2.
Gedaagde heeft het gebouw op dit perceel gesplitst in 19 appartementsrechten die ieder recht geven op het uitsluitend gebruik van het betreffende appartement, parkeerruimte en algemeen gebruik van de gemeenschappelijke zones.
2.3.
Eisers hebben ieder zo’n appartementsrecht van gedaagde gekocht en geleverd gekregen. De respectievelijke onderliggende tussen gedaagde en de respectievelijke eisers gesloten koopovereenkomsten zijn tevens aannemingsovereenkomsten, omdat de appartementen ten tijde van het sluiten van die overeenkomsten nog gebouwd moesten worden. Op die overeenkomsten zijn algemene bepalingen van toepassing.
2.4.
In artikel 5 van de onder 2.3. genoemde overeenkomsten is als opleverdatum voor het privé-gedeelte uiterlijk 1 december 2023 opgenomen.
2.5.
Oplevering op 1 december 2023 bleef uit waarna een aantal van de eisers gedaagde in gebreke heeft gesteld en heeft aangemaand om hun appartementen uiterlijk op 1 februari 2024 op te leveren. De respectievelijke appartementen van eisers zijn op verschillende data na 1 februari 2024 opgeleverd, maar met op de respectievelijke opleveringsformulieren aangetekende tekortkomingen. Volgens artikel 12 van de algemene bepalingen moeten tekortkomingen binnen een maand na oplevering worden hersteld.
2.6.
In de onder 2.3. genoemde overeenkomsten van eisers sub 1 tot en met 3 is opgenomen dat de gemeenschappelijk gedeelten uiterlijk 1 april 2024 gereed voor gebruik worden opgeleverd. Dat is niet gebeurd. Eisers hebben een lijst bijgehouden van alle werkzaamheden die nog moeten plaatsvinden voordat kan worden opgeleverd en die aan gedaagde gestuurd. Gedaagde reageert niet op eisers.

3.De beoordeling

3.1.
De vordering van eisers strekt tot nakoming van de onder 2.3. genoemde overeenkomsten door de deugdelijke oplevering van hun appartementen en de oplevering van de gemeenschappelijke gedeelten, met een deugdelijk werkend aircosysteem, zulks op straffe van een dwangsom.
3.2.
Het spoedeisend belang volgt uit de aard van de vordering, zodat eisers daarin ontvankelijk zijn.
3.3.
De vordering zal, nu deze niet is weersproken en het gerecht niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, worden toegewezen met dien verstande dat het gerecht de dwangsom zal maximeren als hierna meer gespecificeerd in de beslissing bepaald.
3.4.
Gedaagde zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van eisers tot op heden begroot op
USD 136,58 voor het deurwaardersexploot, USD 251,00 aan griffierechten en USD 838,00 in verband met het salaris van de gemachtigde.

4.De beslissing

Het gerecht, rechtdoende in kort geding,
4.1.
veroordeelt gedaagde tot nakoming van de onder 2.3. genoemde overeenkomsten door binnen 15 dagen na betekening van deze uitspraak aan iedere eiser hun respectievelijke appartement deugdelijk op te leveren overeenkomstig de op de respectievelijke opleveringsformulieren aangetekende punten en door de parkeerplaatsen en alle gemeenschappelijke ruimtes van het onder 2.1. genoemde gebouw conform de lijst met nog te verrichten werkzaamheden op te leveren, met een deugdelijk werkend aircosysteem,
4.2.
veroordeelt gedaagde tot betaling van een dwangsom van USD 10.000,00 voor eisers gezamenlijk die hoofdelijk moet worden betaald, des dat zij aan de een zal hebben betaald zij jegens de ander zal zijn bevrijd, voor elke dag of gedeelte van een dag dat gedaagde nalaat aan de veroordeling onder 4.1. te voldoen, met een maximum van USD 150.000,00,
4.3.
veroordeelt gedaagde in de kosten van de procedure van eisers welke worden begroot op USD 1.225,58 voor hen gezamenlijk en hoofdelijk aan hen moeten worden betaald, des dat zij aan de een zal hebben betaald zij jegens de ander zal zijn bevrijd,
4.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Veerman, rechter, en op 30 augustus 2024 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.