ECLI:NL:OGEABES:2024:91

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
18 september 2024
Publicatiedatum
12 november 2024
Zaaknummer
BON202400362
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van een pasgeborene met een jong meerderjarige moeder

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 18 september 2024 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van een pasgeborene, geboren uit een jong meerderjarige moeder die eerder als minderjarige onder toezicht was gesteld. De Voogdijraad Caribisch Nederland heeft verzocht om de voogdij over de pasgeborene aan Zorg en Jeugd Caribisch Nederland (ZJCN) toe te wijzen, omdat er zorgen waren over de stabiliteit en structuur die de moeder kan bieden. De moeder, die recent meerderjarig is geworden, heeft een instabiele woonsituatie en een tijdelijk inkomen, wat haar in staatstelling om voor de baby te zorgen in gevaar brengt. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 september 2024 zijn zowel de moeder als de vader, die de minderjarige nog niet heeft erkend, verschenen. De rechter heeft de zorgen van de Voogdijraad gevolgd en de ondertoezichtstelling toegewezen, met de benoeming van ZJCN als gezinsvoogd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de moeder is aangespoord om de aangeboden hulp van ZJCN te accepteren en de gemaakte afspraken na te komen.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA zittingsplaats Bonaire
Registratienummers : BON202400362
datum beslissing : 18 september 2024
op verzoek van:
VOOGDIJRAAD CARIBISCH NEDERLAND,
gevestigd te Bonaire,
hierna: de Voogdijraad,
met betrekking tot de minderjarige:
[de minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2024 te Bonaire
hierna ook: [de minderjarige].
Als belanghebbende worden aangemerkt:
[de moeder],
wonende te Bonaire,
hierna ook: de moeder
en
[de vader],
wonende te Nederland,
hierna ook: de vader

1.De procedure

1.1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen, waaronder een rapport van de Voogdijraad, ingekomen op 6 april 2023.
- de brief met aanvullende informatie van de Voogdijraad van 13 augustus 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 4 september 2024. Daarbij zijn verschenen:
- de moeder
- de vader, via videoverbinding,
- mevr. [informant] (oma mz) in de rol val informant.
- Zorg en Jeugd Caribisch Nederland (hierna: ZJCN), vertegenwoordigd door
mevr. [medewerker Jeugdzorg 1] en de heer [medewerker Jeugdzorg 2];
- de Voogdijraad, vertegenwoordigd door mevr. [medewerker Voogdijraad 1] en
de heer [medewerker Voogdijraad 2].
1.3.
De datum van de beschikking is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van 6 december 2023 is de moeder onder toezicht gesteld en uithuisgeplaatst in de residentie van Stichting Project te Bonaire, tot 18 augustus 2024, de datum waarop zij meerderjarig zou worden. ZJCN was daarbij belast met het toezicht.
2.2.
Bij beschikking van 23 februari 2024 heeft het gerecht de uithuisplaatsing van de moeder bij Stichting Project beëindigd en het verzoek tot beëindiging van de ondertoezichtstelling afgewezen.
2.3.
De moeder is van rechtswege belast met het gezag.
2.3.
De vader heeft de minderjarige nog niet erkend.

3.Het verzoek en de beoordeling

Verzoek
3.1.
De Voogdijraad heeft verzocht om ZJCN te belasten met de voogdij over pasgeborene [de minderjarige], geboren uit de toen nog minderjarige moeder.
Beoordeling
3.2.
Ingevolge artikel 1:254 lid 1 BW kan de rechter in eerste aanleg een kind onder toezicht stellen indien het kind zodanig opgroeit, dat zijn zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd, en andere middelen ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald of, naar is te voorzien, zullen falen. Ingevolge artikel 1:255 lid 1 BW benoemt de rechter bij toewijzing van het verzoek tevens een gezinsvoogd, die onder zijn leiding op het kind toezicht houdt.
3.3.
De Voogdijraad heeft aan het verzoek tot ondertoezichtstelling, samengevat, het volgende ten grondslag gelegd. Hoewel de moeder inmiddels de leeftijd heeft bereikt om het gezag uit te oefenen over [de minderjarige], blijven er vanuit de Voogdijraad zorgen over de structuur en stabiliteit die de moeder aan de minderjarige kan bieden op zowel korte als lange termijn. Terwijl zij eerder aangaf met de vader van de baby naar Nederland te verhuizen om een leven op te bouwen, verblijft zij nu toch weer bij oma mz, alwaar zij nog niet zo lang geleden als minderjarig uit huis is geplaatst. De moeder heeft dus een instabiele woonsituatie. Zij is nog niet in staat zelfstandig een veilig leven te creëren voor zichzelf en haar pasgeboren kind. De moeder heeft tot voor kort emotionele instabiliteit ervaren en was daardoor niet in staat om te kunnen profiteren van hulp of onderwijs, zij werd sociaal en emotioneel overvraagd. Bovendien heeft de moeder een tijdelijk en onzeker inkomen.
3.4.
De Voogdijraad stelt dat de moeder weliswaar laat zien dat zij stappen in de richting van verbetering zet, maar dat de zorg blijft bestaan of zij op dit moment wel in staat is om te gaan met de spanningen en verantwoordelijkheid die komen kijken bij het grootbrengen van een baby in de omgeving die direct gerelateerd is aan de recent beëindigde OTS. Nu zij weer in dezelfde omgeving is teruggekeerd, acht de Voogdijraad het noodzakelijk dat de moeder gedurende een periode direct na de geboorte van de [de minderjarige] door ZJCN wordt ondersteund bij het nemen van gezonde beslissingen ten behoeve van de baby. Deze ondersteuning houdt in dat de moeder de verantwoordelijke en dagelijkse taak blijft houden om de baby te verzorgen en groot te brengen en dat ZJCN de wettelijke verantwoordelijkheid (voogdij) over de baby op zich zal nemen totdat moeder of ouders in staat is/zijn om stabiliteit en structuur te kunnen bieden aan de baby. Ook kan op die manier geëvalueerd worden of er veranderingen in de opvoedsituatie zijn gekomen.
3.7.
De moeder ziet de zorgen die de Voogdijraad ziet niet, omdat zij van mening is dat het beter gaat. Wel heeft zij aangegeven in te zien dat het goed is om ondersteuning van ZJCN te krijgen gedurende de eerste fase na de geboorte van [de minderjarige].
3.8.
Het gerecht volgt de Voogdijraad in haar advies en motivering en zal het verzoek om ondertoezichtstelling van [de minderjarige] toewijzen. ZJCN zal tot gezinsvoogd worden benoemd, zoals verzocht. Het gerecht merkt hierbij op dat het een uitdrukkelijk appel doet op de moeder om de aangeboden hulp vanuit ZJCN aan pakken en de met hen gemaakte afspraken na te komen. Het gerecht benadrukt dat dit hoort bij de verantwoordelijke rol die zij nu vervult als moeder. Het nemen van deze verantwoordelijk door de moeder is noodzakelijk om [de minderjarige] een goede start te geven.

4.De beslissing

Het gerecht:
4.1.
stelt de minderjarige [de minderjarige], geboren op
[geboortedatum] 2024 te Bonaire, onder toezicht vanaf heden voor de duur van een half jaar (dat wil zeggen tot: 18 maart 2025),
4.2.
bepaalt dat een gezinsvoogd van Zorg en Jeugd Caribisch Nederland (ZJCN) belast is met het toezicht op de minderjarige,
4.3.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.R. Veerman, rechter, en uitgesproken op 18 september in tegenwoordigheid van de griffier.