In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 18 september 2024 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van een pasgeborene, geboren uit een jong meerderjarige moeder die eerder als minderjarige onder toezicht was gesteld. De Voogdijraad Caribisch Nederland heeft verzocht om de voogdij over de pasgeborene aan Zorg en Jeugd Caribisch Nederland (ZJCN) toe te wijzen, omdat er zorgen waren over de stabiliteit en structuur die de moeder kan bieden. De moeder, die recent meerderjarig is geworden, heeft een instabiele woonsituatie en een tijdelijk inkomen, wat haar in staatstelling om voor de baby te zorgen in gevaar brengt. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 september 2024 zijn zowel de moeder als de vader, die de minderjarige nog niet heeft erkend, verschenen. De rechter heeft de zorgen van de Voogdijraad gevolgd en de ondertoezichtstelling toegewezen, met de benoeming van ZJCN als gezinsvoogd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de moeder is aangespoord om de aangeboden hulp van ZJCN te accepteren en de gemaakte afspraken na te komen.