ECLI:NL:OGEABES:2024:89

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
4 september 2024
Publicatiedatum
11 november 2024
Zaaknummer
BON202400234
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om kosteloos procederen en ontruiming van woning met betrekking tot vruchtgebruik

Op 4 september 2024 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba een mondeling vonnis gewezen in een kort geding tussen [eiseres] en [gedaagde]. [Eiseres], die lijdt aan dementie, verzocht het gerecht om kosteloos te mogen procederen en vorderde dat [gedaagde], haar dochter, de woning aan de [adres] te Bonaire zou ontruimen en haar de sleutels zou teruggeven. Deze woning was in 2012 verkocht aan [gedaagde], met de afspraak dat [eiseres] tot haar overlijden in de woning mocht blijven wonen, vastgelegd in een notariële akte van vruchtgebruik.

Echter, [eiseres] woont al enkele jaren niet meer in de woning en verblijft bij andere dochters in Curaçao. In 2023 heeft zij op verzoek van [gedaagde] de huissleutels afgegeven, maar later verzocht zij om de sleutels terug, wat door [gedaagde] werd geweigerd. De rechter oordeelde dat [eiseres] geen toegang meer heeft tot de woning en dat er geen spoedeisend belang is bij haar verzoek, aangezien zij al lange tijd niet in de woning verblijft. Bovendien is het recht van vruchtgebruik persoonlijk en kan [eiseres] niet zomaar iemand anders dan een gezinslid in de woning laten wonen.

De rechter heeft de vorderingen van [eiseres] afgewezen, maar verleende haar wel verlof om kosteloos te procederen. [Eiseres] werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van [gedaagde] zijn begroot op USD 838,00. Dit vonnis werd mondeling uitgesproken in het bijzijn van de griffier en vastgelegd in een proces-verbaal op 12 september 2024.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

zittingsplaats Bonaire

Registratienummer : BON202400234
Proces-verbaal van mondelinge uitspraak in het kort geding van 4 september 2024 in de zaak van:
[eiseres],
wonende te Bonaire,
eiseres,
gemachtigde: mr. E.J. Winkel,
tegen
[gedaagde],
wonende te Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. E. Frins.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.
Direct na het sluiten van de mondelinge behandeling van de zaak op 4 september 2024 heeft de rechter mr. J.R. Veerman in een voortzetting van de zitting in aanwezigheid van de griffier en ten overstaan van partijen het volgende, in dit proces-verbaal nader uitgewerkte, mondelinge vonnis gewezen.

1.Het verzoek en de beoordeling

1.1. [
gedaagde] is een dochter van [eiseres]. In 2012 heeft [eiseres] haar woning verkocht aan [gedaagde]. De woning is gelegen aan de [adres] te Bonaire. Tegelijk met de verkoop en levering hebben partijen afgesproken dat [eiseres] tot haar overlijden in de woning zou mogen blijven wonen. Die afspraak is in de notariële leveringsakte vastgelegd door een daarin beschreven recht van vruchtgebruik. Het betreft een onvervreemdbaar en persoonlijk recht van [eiseres] om de woning voor zichzelf en voor haar eventuele gezinsleden te gebruiken. [eiseres] woont al enkele jaren niet meer in de woning. Zij woont of verblijft bij een van haar andere dochters in Curaçao. In 2023 heeft [eiseres] op verzoek van [gedaagde] de huissleutels aan [gedaagde] afgegeven. [eiseres] verbleef op dat moment al een tijdje niet meer in de woning. Op enig moment daarna heeft [eiseres] aangegeven naar de woning terug te willen. Met het oog daarop heeft zij de huissleutels aan [gedaagde] teruggevraagd. [gedaagde] heeft deze niet aan [eiseres] willen afgeven. Er zitten inmiddels ook andere sloten op de deur. Het komt er dus op neer dat [eiseres] thans geen toegang meer heeft tot de woning en dus geen gebruik kan maken van haar hiervoor beschreven recht van vruchtgebruik. [eiseres] lijdt aan dementie.
1.2. [
eiseres] verzoekt het gerecht haar verlof te verlenen om kosteloos te mogen procederen en vordert dat [gedaagde] de woning aan de [adres] zal ontruimen, de sleutels aan haar zal afgeven en haar voor de duur van de geldigheid van het vruchtgebruik de toegang tot de woning niet te belemmeren en/of te ontzeggen op straffe van een dwangsom van USD 5.000,00 voor elke overtreding van dit verbod met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
1.3.
De vordering zal worden afgewezen. Uit meerdere geneeskundige verklaringen die door [gedaagde] zijn overgelegd staat dat [eiseres] lijdt aan dementie en niet meer in staat is om zelfstandig haar wil te bepalen. De juistheid van deze verklaringen wordt van de zijde van [eiseres] betwist maar in de procedure zijn geen andere verklaringen overgelegd die aanleiding geven voor een andere conclusie in dit verband. [eiseres] was niet aanwezig op de comparitie zodat de rechter zich over de mentale gesteldheid van [eiseres] geen eigen beeld heeft kunnen vormen. Verder onderzoek daarnaar zou nodig zijn, ware het niet dat de vordering op andere gronden al niet toewijsbaar is. De eerste daarvan is dat er geen sprake is van een spoedeisend belang bij de door [eiseres] gevraagde voorzieningen nu zij al jaren niet meer in de woning woont. Niet duidelijk is geworden waarom [eiseres] nu zo’n haast heeft om naar de woning terug te keren. En als zij daarbij al een belang zou hebben is wel duidelijk geworden, althans staat als onbestreden vast, dat zij daar niet zonder een voortdurende begeleiding en zorg kan wonen. Met het oog daarop hebben de andere dochters op Curaçao iemand op het oog die bij haar zou kunnen inwonen, maar daarmee gaan zij eraan voorbij dat het hier aan de orde zijnde vruchtgebruik een persoonlijk recht betreft. Het geeft, voorlopig oordelend, [eiseres] niet het recht om iemand anders dan een gezinslid bij haar te laten inwonen. Hierdoor heeft [eiseres] geen belang meer bij haar vordering.
Nu de vorderingen worden afgewezen, zal [eiseres] in de kosten van de procedure worden veroordeeld. Deze worden aan de zijde van [gedaagde] begroot op USD 838,00 aan salaris gemachtigde.

2.De beslissing

Het gerecht,
2.1.
verleent [eiseres] verlof om kosteloos te mogen procederen,
2.2.
wijst de vorderingen af,
2.3.
veroordeelt [eiseres] in de kosten van de procedure, aan de zijde van [gedaagde]begroot op USD 838,00.
Aldus mondeling uitgesproken in het bijzijn van de griffier ter openbare terechtzitting van 4 september 2024, en vastgelegd in dit op 12 september 2024 opgemaakte en ondertekende proces-verbaal.