ECLI:NL:OGEABES:2024:76

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
10 september 2024
Publicatiedatum
25 oktober 2024
Zaaknummer
BON201900760, BON201900762, BON202000193, BON202000482, BON202100157
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van verzoeken tot toekenning van onroerende zaken in oude boedelzaak met betrekking tot eigendomsverkrijging en concessies

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, zijn verzoeken ingediend op grond van artikel 3:200a e.v. van het Burgerlijk Wetboek BES voor de toekenning van verschillende onroerende zaken. De verzoeken betreffen terreinen in Nikiboko, Zuid Nikiboko, Rincon en Tera Kòrá, met als belanghebbende het Openbaar Lichaam Bonaire (OLB), vertegenwoordigd door mr. T.L.H. Peeters. De laatste tussenbeschikking in deze zaken dateert van 10 april 2024, waarin verzoekers en belanghebbenden de gelegenheid kregen om aanvullende gegevens over concessies te verstrekken. Het OLB, als rechtsopvolger van het Gouvernement, werd gevraagd zijn betwisting van het bestaan van relevante concessies nader te onderbouwen.

De beoordeling van de zaak is van belang, omdat het ook een zaak betreft die in hoger beroep bij het Hof loopt, waarin vergelijkbare juridische vragen aan de orde zijn, zoals eigendomsverkrijging anders dan door notariële overdracht en het beroep op artikel 5:24 BW. Het Gerecht heeft besloten om de verzoekers, belanghebbenden en het OLB in de gelegenheid te stellen om zich uit te laten over de relevantie van de tussenbeschikking van het Hof, om tegenstrijdige beslissingen te voorkomen. De zaken zijn verwezen naar de oude boedel-rolzitting op 3 december 2024 voor verdere behandeling.

De beschikking is op 10 september 2024 gegeven en ondertekend door de rechters P.E. de Kort en J.R. Veerman. De verdere beoordeling van de zaak zal plaatsvinden in de rolzitting, waar de betrokken partijen hun standpunten kunnen toelichten.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABAzittingsplaats Bonaire
Zaaknummers: BON201900760, BON201900762, BON202000193, BON202000482, BON202100157
Datum uitspraak: 10 september 2024
betreffende de verzoeken op grond van
artikel 3:200a e.v. van het Burgerlijk Wetboek BES
tot toekenning van (een deel van) de onroerende zaken:
Nikiboko (442 m2)- (BON201900760 – [verzoeker 1])
Zuid Nikiboko (1.445 m²)- (BON201900762 – [verzoeker 2])
Rincon (27.750 m²)- (BON202000193 – [verzoeker 3])
Nikiboko (19.820 m²)- (BON202000482 – [verzoeker 4])
Tera Kòrá (5.680 m²) + (12.270 m²)- (BON202100157 – [verzoeker 5])
alle te Bonaire,
met in alle zaken als belanghebbende op grond van de wet:
Het Openbaar Lichaam Bonaire, hierna: ‘het OLB’,
gemachtigde: mr. T.L.H. Peeters.

1.Het procesverloop

1.1.
De laatste tussenbeschikking in bovengenoemde zaken was de beschikking van 10 april 2024. In die beschikking heeft dit gerecht alle verzoekers en belanghebbenden de gelegenheid gegeven om aanvullende gegevens met betrekking tot de gestelde concessie van hun rechtsvoorgangers in het geding te brengen. Het OLB, als rechtsopvolger van het Gouvernement dat concessies verstrekte, is in die beschikking de gelegenheid geboden zijn betwisting van het bestaan van voor deze zaken relevante concessies nader handen en voeten te geven, bijvoorbeeld door overlegging van bescheiden (lijsten) met gegevens over concessies die wél zijn verstrekt. Daarmee kon het OLB dan tevens zijn stelling onderbouwen dat het hier om terreinen gaat die geen andere eigenaar hebben en ingevolge artikel 5:24 BW aan het OLB toebehoren. Daarnaast heeft dit gerecht FCB in de hiervoor genoemde beschikking in de zaken BON202000193 (
[verzoeker 3]), BON202100157 (
[verzoeker 5]) en BON201900762 (
[verzoeker 2]) gevraagd of FCB belangstelling heeft in verwerving van de (braakliggende) terreinen in die zaken en zo ja, tegen welke prijs.
1.2.
FCB heeft zich uitgelaten in de zaken waarin om de belangstelling van FCB is gevraagd. Verder zijn door verzoekers, belanghebbenden en het OLB aktes genomen in de verschillende zaken.
1.3.
Beschikking is bepaald op heden.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Inmiddels is het gerecht ambtshalve bekend geraakt met de tussenbeschikking van het Hof van 3 september 2024 in het hoger beroep in de zaak BON202100096 – BON2022H00050,
[…], inzake Rincon (9.180 m2). Die beschikking, waarover het OLB en een aantal verzoekers en andere belanghebbenden al zullen beschikken, zal naar verwachting eerdaags worden gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
2.2.
De beoordeling en beslissing van het Hof kunnen voor de onderhavige zaken van belang zijn. Het gaat in de zaak van het Hof (ook) om terrein ten name van “eigenaar onbekend”, om een beroep van het OLB op artikel 5:24 BW, en om eigendomsverkrijging anders dan door een notariële overdracht.
2.3.
Om mogelijk tegenstrijdige beslissingen zoveel mogelijk te voorkomen, zal het gerecht verzoekers, belanghebbenden en het OLB in de gelegenheid stellen om zich bij akte uit te laten over de relevantie van de tussenbeschikking en de nog te wijzen daaropvolgende beschikking(en) van het Hof in de zaak BON202100096 – BON2022H00050.
2.4.
Indien verzoekers, belanghebbenden en het OLB door archiefonderzoek over nadere gegevens zijn komen te beschikken die kunnen dienen als (tegen)bewijs terzake de eigendomsverkrijging, in het bijzonder over de gestelde concessies,
het ‘
Register der in concessie of in huur afgestane landsgronden op het eiland Bonaire’, het ‘
Register van concessiegronden voorkomende op de domeinkaarten van het eiland Bonaire’ en de
Verordening van 10 december 1924 tot regeling van de rechten met betrekking tot onroerende goederen, die bij wijze van concessie of vergunning op Aruba of Bonaire zijn uitgegeven, dan kunnen zij die gegevens bij de door hen te nemen aktes in het geding brengen.
2.5.
De zaken zullen worden verwezen naar oude boedel-rolzitting. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.Beslissing

Het Gerecht:
3.1.
verwijst de zaken naar de oude boedel-rolzitting van dinsdag 3 december 2024 om 14.00 uur voor akte uitlating zijdens verzoekers, belanghebbenden en het OLB als bedoeld onder 2.3 en 2.4;
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is op 10 september 2024 gegeven door mr. P.E. de Kort, rechter, en door rechter mr. J.R. Veerman getekend en in het openbaar uitgesproken.