In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, heeft eiseres een vordering ingesteld tegen gedaagde met betrekking tot de terugbetaling van een waarborgsom van US$ 600,-. De huurovereenkomst tussen partijen liep van 15 maart 2023 tot en met 15 juli 2023, waarbij eiseres maandelijks een huurprijs van US$ 600,- betaalde. Na het beëindigen van de huurovereenkomst heeft gedaagde de waarborgsom niet terugbetaald, wat heeft geleid tot deze rechtszaak.
De mondelinge behandeling vond plaats op 7 mei 2024, waarbij eiseres aanwezig was, maar gedaagde niet. Eiseres heeft haar standpunt uiteengezet, terwijl gedaagde geen verweer heeft gevoerd. De feiten zijn als volgt: eiseres heeft het appartement zonder schade achtergelaten, maar gedaagde beweert dat er schade was aan het appartement, wat de reden zou zijn voor het niet terugbetalen van de waarborgsom. Eiseres heeft echter bewijs geleverd in de vorm van een video die aantoont dat er geen schade was.
De rechter heeft geoordeeld dat, aangezien gedaagde niet ter zitting is verschenen en de stellingen van eiseres niet zijn weersproken, de vordering van eiseres moet worden toegewezen. Gedaagde is veroordeeld tot betaling van de waarborgsom, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken op 11 juni 2024.