ECLI:NL:OGEABES:2024:7

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
17 januari 2024
Publicatiedatum
19 februari 2024
Zaaknummer
BON202300446
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over ontruiming en huurachterstand

In deze zaak heeft de verhuurder op 26 september 2023 een verzoekschrift ingediend voor een kort geding, waarin hij ontruiming van het gehuurde en betaling van huurachterstand vorderde. De behandeling vond plaats op 10 januari 2024, waarbij de verhuurder vertegenwoordigd was door zijn gemachtigde, mr. R.P. Koeijers. De huurders zijn, ondanks deugdelijke oproeping, niet verschenen, waardoor verstek is verleend.

De huurders huren sinds juni 2021 een woning te Bonaire voor een huurprijs van USD 200,00 per maand. De verhuurder vorderde een ontruiming van het gehuurde en betaling van een huurachterstand van USD 2.600,00, evenals buitengerechtelijke incassokosten, wettelijke rente en proceskosten. Aangezien de huurders niet op de zitting zijn verschenen, zijn de vorderingen van de verhuurder niet weersproken en zijn deze toewijsbaar.

De rechter heeft geoordeeld dat de onweersproken huurachterstand de gevorderde ontruiming rechtvaardigt. De buitengerechtelijke incassokosten zijn toegewezen op basis van de geringe werkzaamheden die zijn verricht. De huurders zijn als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die in totaal op USD 969,00 zijn begroot.

In de beslissing is bepaald dat de huurders het gehuurde binnen veertien dagen na betekening van het vonnis moeten verlaten. Indien zij hier niet aan voldoen, kan de deurwaarder de sterke arm van politie en justitie inschakelen voor de gedwongen ontruiming. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA zittingsplaats Bonaire

Registratienummer: BON202300446
Datum uitspraak: 17 januari 2024
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[EISER],
wonende te Curaçao,
eiser, hierna ook: verhuurder,
gemachtigde: mr. R.P. Koeijers,
tegen

1.[GEDAAGDE 1],

2.
[GEDAAGDE 2],
wonende te Bonaire,
gedaagden, hierna ook: huurders.

1.Het procesverloop

1.1.
Op 26 september 2023 heeft verhuurder een verzoekschrift in kort geding ingediend.
1.2.
De behandeling van het kort geding heeft – na aanhouding op verzoek van mr. Koeijers - plaatsgehad op 10 januari 2024. Verhuurder, althans mr. Koeijers namens hem, is verschenen en heeft een pleitnota overgelegd. Huurders zijn, hoewel deugdelijk opgeroepen, niet verschenen. Tegen huurders is verstek verleend.
1.3.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

2.1.
Huurders huren sinds juni 2021 van verhuurder een woning te [adres] te Bonaire (hierna: het gehuurde) voor een huurprijs van USD 200,00 per maand.
2.2.
Verhuurder heeft ontruiming van het gehuurde en betaling van een huurachterstand van USD 2.600,00, buitengerechtelijke incassokosten, wettelijke rente en proceskosten gevorderd.
2.3.
Huurders, die niet op de zitting zijn verschenen, hebben de vorderingen van verhuurder niet weersproken. Die vorderingen zijn toewijsbaar zoals hieronder in de beslissing weergegeven. De onweersproken huurachterstand rechtvaardigt de gevorderde ontruiming. De buitengerechtelijke incassokosten zullen gelet op de geringe werkzaamheden die in dit verband zijn uitgevoerd - een enkele sommatiebrief van mr. Koeijers - worden toegewezen naar rato van ½ punt van tarief 2 van het liquidatietarief voor bodemzaken in eerste aanleg.
2.4.
Huurders zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Deze bedragen:
explootkosten USD 159,00
griffierecht USD 251,00
salaris gemachtigde USD
559,00 +
totaal: USD 969,00

3.De beslissing

Het gerecht, recht doende in kort geding,
3.1.
veroordeelt huurders het gehuurde binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis met alle personen en zaken die zich van de kant van huurders in en om het gehuurde bevinden, te verlaten en te ontruimen en ontruimd te houden en, onder afgifte van de sleutels, ter vrije en algehele beschikking van verhuurder te stellen,
3.2.
verstaat dat, indien huurders niet binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis aan deze veroordeling voldoet, de deurwaarder, door wie de gedwongen ontruiming zal dienen te geschieden, op grond van de wet- en regelgeving (artikel 555 e.v. Rv BES) bevoegd is de sterke arm van politie en justitie in te roepen, en verleent reeds thans toestemming voor de vertegenwoordiging als bedoeld in artikel 557 jo. 444 lid 2 Rv BES,
3.3.
veroordeelt huurders hoofdelijk des dat indien en voor zover de een zal hebben betaald de ander zal zijn bevrijd tot betaling aan verhuurder van USD 2.600,00 ter zake van achterstallige huurpenningen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het verzoekschrift 26 september 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening,
3.4.
veroordeelt huurders hoofdelijk des dat indien en voor zover de een zal hebben betaald de ander zal zijn bevrijd tot betaling aan verhuurder van USD 210,00 ter zake van buitengerechtelijke incassokosten te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het verzoekschrift 26 september 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening,
3.5.
veroordeelt huurders hoofdelijk des dat indien en voor zover de een zal hebben betaald de ander zal zijn bevrijd tot betaling van de proceskosten aan de zijde van verhuurder, tot op heden begroot op USD 969,00,
3.6.
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Veerman, rechter en uitgesproken op 17 januari 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.