ECLI:NL:OGEABES:2024:68

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
13 juni 2024
Publicatiedatum
18 juli 2024
Zaaknummer
BON202400202
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van huurwoning in kort geding met vordering tot betaling van huurachterstand en incassokosten

In deze zaak heeft de stichting Fundashon Cas Bonairiano, hierna aangeduid als verhuurster, op 21 mei 2024 een verzoekschrift ingediend in kort geding tegen een huurster, die sinds 30 juli 2010 een woning huurt van de verhuurster. De huurster heeft een huurachterstand van USD 5.658,21 tot en met 1 juni 2024. De behandeling van het kort geding vond plaats op 13 juni 2024, waarbij de verhuurster werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. A.T.C. Nicolaas, en de huurster verscheen in persoon. De verhuurster vorderde de ontruiming van de woning, betaling van de huurachterstand, buitengerechtelijke incassokosten, proceskosten en nakosten, met wettelijke rente over de hoofdsom en proceskosten vanaf de datum van indiening van het verzoekschrift.

De rechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van de verhuurster toewijsbaar zijn, aangezien de huurster de vorderingen niet heeft weersproken. De huurster is veroordeeld om de woning uiterlijk op 30 juni 2024 te verlaten en te ontruimen. Daarnaast is de huurster veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, buitengerechtelijke incassokosten, en proceskosten, met wettelijke rente. De rechter heeft ook bepaald dat indien de huurster niet aan de veroordeling voldoet, de deurwaarder bevoegd is om de sterke arm van politie en justitie in te roepen voor de ontruiming. Dit vonnis is uitgesproken door mr. M.W. Scholte op 13 juni 2024 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA zittingsplaats Bonaire

Registratienummer: BON202400202
Datum uitspraak: 13 juni 2024
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
de stichting
FUNDASHON CAS BONAIRIANO,
gevestigd te Bonaire,
eiseres, hierna: verhuurster,
gemachtigde: mr. A.T.C. Nicolaas,
tegen
[gedaagde],
wonend te Bonaire,
gedaagde, hierna: huurster,
in persoon.

1.Het procesverloop

1.1.
Op 21 mei 2024 heeft verhuurster een verzoekschrift in kort geding ingediend.
1.2.
De behandeling van het kort geding heeft plaatsgevonden op 13 juni 2024.
Daarbij is namens verhuurster de heer [vertegenwoordiger] van de afdeling incasso verschenen met mr. Nicolaas voornoemd. Huurster is ook verschenen. Bij die gelegenheid hebben partijen hun stellingen en verweren (verder) toegelicht.
1.3.
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

2.1.
Huurster huurt sinds 30 juli 2010 van verhuurster de woning aan de [adres] te Bonaire (hierna: de woning) voor een huurprijs van inmiddels USD 503,12 per maand. De huurprijs is op de eerste van de betreffende maand verschuldigd.
2.2.
Verhuurster heeft op de in het verzoekschrift aangevoerde gronden - samengevat - de ontruiming van het gehuurde en betaling van de huurachterstand plus de tot aan de ontruiming verschuldigde termijnen buitengerechtelijke incassokosten gevorderd en proceskosten en nakosten. Daarbij wordt wettelijke rente over de hoofdsom vanaf datum indiening verzoekschrift en over de proceskosten gevorderd.
2.3.
Zoals tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht bedraagt de achterstand tot en met 1 juni 2024 USD 5.658,21.
2.4.
Huurster heeft de vorderingen van verhuurster niet weersproken.
Die vorderingen zijn toewijsbaar gelet op de aard van de zaak. De onweersproken huurachterstand rechtvaardigt de in dit kort geding gevorderde ontruiming met dien verstande dat zal worden bepaald dat huurster de woning per eind juni 2024 dient te verlaten. Gebleken is dat verhuurster kosten heeft gemaakt ter verkrijging van betaling buiten rechte. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden toegewezen conform het Procesreglement.
2.5.
Huurster zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Deze bedragen:
explootkosten USD 159,00
griffierecht USD 251,00
salaris gemachtigde USD
559,00 +
totaal: USD 969,00

3.De beslissing

Het gerecht, recht doende in kort geding,
3.1.
veroordeelt huurster de woning uiterlijk 30 juni 2024 met alle personen en zaken die zich van de kant van huurster in en om het gehuurde bevinden, te verlaten en te ontruimen en ontruimd te houden en onder afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van verhuurster te stellen,
3.2.
verstaat dat, indien huurster niet aan de veroordeling onder 3.1. voldoet, de deurwaarder, door wie de gedwongen ontruiming zal dienen te geschieden, op grond van de wet- en regelgeving (artikel 555 e.v. Rv BES) bevoegd is de sterke arm van politie en justitie in te roepen, en verleent reeds thans toestemming voor de vertegenwoordiging als bedoeld in artikel 557 jo. 444 lid 2 Rv BES,
3.3.
veroordeelt huurster bij wijze van voorschot tot betaling aan verhuurster van USD 5.155,09 ter zake van een betalingsachterstand tot en met de maand mei 2024, vermeerderd met USD 418,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de indiening van het inleidend verzoekschrift tot de dag van algehele voldoening,
3.4.
veroordeelt huurster tot betaling aan verhuurster van USD 503,12 per maand voor iedere ingegane maand vanaf 1 juni 2024 dat zij in het gehuurde verblijft tot het tijdstip van ontruiming,
3.5.
veroordeelt huurster tot betaling van de proceskosten, tot op heden begroot op USD 969,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis,
3.6.
veroordeelt huurster tot betaling van de nakosten van USD 140,00 zonder betekening en verhoogd met USD 84,00 in geval van betekening, indien nakoming door huurster uitblijft binnen veertien dagen nadat huurster schriftelijk is verzocht door verhuurster om aan het vonnis te voldoen,
3.7.
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. Scholte, rechter en uitgesproken op 13 juni 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.