ECLI:NL:OGEABES:2024:57

• Datum uitspraak: 24 januari 2024
• Publicatiedatum: 19 juni 2024
• Zaaknummer: BON202300606
• Instantie: Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht
• Procedures: Eerste aanleg - enkelvoudig
• Rechters: E.G.C. Groenendaal
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Benoeming van een voogdes voor een minderjarige moeder die onbevoegd is om gezag uit te oefenen

In deze zaak heeft de Voogdijraad Caribisch Nederland op 27 december 2023 een verzoek ingediend om [oma] (oma moederszijde) te belasten met de voogdij over de minderjarige [de minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2023 te Bonaire. Dit verzoek werd ondersteund door een akkoordverklaring van de moeder en een bereidverklaring van de oma, die op 15 januari 2024 zijn ingediend. De mondelinge behandeling vond plaats op 17 januari 2024, waarbij de Voogdijraad werd vertegenwoordigd door mevrouw F. Franckaert, en ook de moeder, de biologische vader [de vader], en de oma moederszijde aanwezig waren.

De moeder, geboren op [geboortedatum] 2006 te Bonaire, is minderjarig en heeft de minderjarige niet erkend. Volgens artikel 1:246 BW BES is zij onbevoegd om het gezag uit te oefenen. De rechter heeft vastgesteld dat de situatie zich voordoet waarin een voogd benoemd moet worden, aangezien de moeder niet in staat is om het gezag uit te oefenen. De oma heeft zich bereid verklaard om de voogdij op zich te nemen, en er zijn geen bezwaren tegen het verzoek naar voren gebracht.

De rechter heeft op 24 januari 2024 de beschikking gegeven, waarbij [oma] werd benoemd tot voogdes over [de minderjarige]. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen de beschikking kunnen worden aangewend.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

zittingsplaats Bonaire

Registratienummer: BON202300606

Datum beslissing: 24 januari 2024

BESCHIKKING

op verzoek van:

VOOGDIJRAAD CARIBISCH NEDERLAND ,

gevestigd te Bonaire,

met betrekking tot de minderjarige:

[DE MINDERJARIGE] ,

geboren op [geboortedatum] 2023 te Bonaire,

Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[DE MOEDER] ,

wonende te Bonaire,

de moeder.

1. Het verzoek en de procedure

1.1.

Op 27 december 2023 is ingekomen een verzoek van de Voogdijraad met bijlagen om [oma] (oma moederszijde) te belasten met de voogdij over [de minderjarige]. Daarna is op 15 januari 2024 nog een e-mail ingekomen van de Voogdijraad met als bijlagen een akkoordverklaring van de moeder en een bereidverklaring van oma moederszijde in dit kader.

1.2.

De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 17 januari 2024. Daarbij is namens de Voogdijraad mevrouw F. Franckaert verschenen. Ook de moeder is verschenen. Daarnaast waren de heer [de vader] (de biologische vader) en oma moederszijde aanwezig.

1.3.

Uitspraak is bepaald op vandaag.

2. De feiten

2.1.

De moeder, geboren op [geboortedatum] 2006 te Bonaire, is op [geboortedatum minderjarige] 2023 bevallen van [de minderjarige]. De biologische vader heeft [de minderjarige] niet erkend.

3. De beoordeling

3.1.

In artikel 1:295 BW BES is bepaald dat de rechter in eerste aanleg een voogd benoemt over alle minderjarigen, die niet onder ouderlijk gezag staan en in wier voogdij niet op wettige wijze is voorzien. Die situatie doet zich voor. De moeder is minderjarig en zij is ingevolge artikel 1:246 BW BES onbevoegd om het gezag uit te oefenen.

3.2.

De moeder is het met het verzoek eens en oma moederszijde heeft zich bereid verklaard om de voogdij over [de minderjarige] op zich te nemen. Nu voor het overige ook niet van bezwaren daartegen is gebleken, zal het verzoek worden toegewezen.

4. De beslissing

Het gerecht:

Benoemt [oma], geboren [geboortedatum] 1982 te Bonaire, tot voogdes over

[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2023 te Bonaire,

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is gegeven door mr. E.G.C. Groenendaal, rechter, en uitgesproken op 24 januari 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.