Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA
zittingsplaats Bonaire
1.De procedure
2.De feiten
- [de miderjarige], geboren op [geboortedatum] 2018 te Limón, Costa Rica (hierna ook: [de minderjarige]).
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In deze zaak heeft de man, vertegenwoordigd door mr. A.T.C. Nicolaas, een verzoekschrift ingediend tot echtscheiding van de vrouw, die in Limón, Costa Rica woont. De mondelinge behandeling vond plaats op 7 december 2023, waarbij de vrouw niet verscheen. De man en de vrouw zijn op 11 januari 2018 te Bonaire in gemeenschap van goederen gehuwd en hebben samen een minderjarig kind, geboren in Costa Rica. De man verzoekt om de echtscheiding en om nevenvoorzieningen met betrekking tot het gezag over het kind.
De rechter heeft eerst de rechtsmacht van de Bonairiaanse rechter beoordeeld. Gezien de internationale aspecten van de zaak en het feit dat de man de Nederlandse nationaliteit heeft en minimaal zes maanden op Bonaire woonde, heeft de Bonairiaanse rechter rechtsmacht om de echtscheiding uit te spreken. De rechter oordeelt dat het huwelijk duurzaam is ontwricht en wijst het verzoek tot echtscheiding toe.
Echter, voor de nevenvoorzieningen over het gezag over het kind, dat in Costa Rica woont, is de Bonairiaanse rechter onbevoegd. Dit is gebaseerd op het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996, dat bepaalt dat de rechterlijke autoriteit van de Staat waar het kind zijn gewone verblijfplaats heeft bevoegd is. De Bonairiaanse rechter kan het verzoek niet beoordelen, omdat het kind nooit op Bonaire heeft gewoond. De rechter verklaart zich daarom onbevoegd om van het nevenverzoek over het gezag kennis te nemen. De beschikking is gegeven door mr. J.R. Veerman en openbaar uitgesproken op 24 januari 2024.