ECLI:NL:OGEABES:2024:56

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
24 januari 2024
Publicatiedatum
18 juni 2024
Zaaknummer
BON202300080
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Echtscheiding en rechtsmacht inzake nevenvoorzieningen over minderjarige in internationale context

In deze zaak heeft de man, vertegenwoordigd door mr. A.T.C. Nicolaas, een verzoekschrift ingediend tot echtscheiding van de vrouw, die in Limón, Costa Rica woont. De mondelinge behandeling vond plaats op 7 december 2023, waarbij de vrouw niet verscheen. De man en de vrouw zijn op 11 januari 2018 te Bonaire in gemeenschap van goederen gehuwd en hebben samen een minderjarig kind, geboren in Costa Rica. De man verzoekt om de echtscheiding en om nevenvoorzieningen met betrekking tot het gezag over het kind.

De rechter heeft eerst de rechtsmacht van de Bonairiaanse rechter beoordeeld. Gezien de internationale aspecten van de zaak en het feit dat de man de Nederlandse nationaliteit heeft en minimaal zes maanden op Bonaire woonde, heeft de Bonairiaanse rechter rechtsmacht om de echtscheiding uit te spreken. De rechter oordeelt dat het huwelijk duurzaam is ontwricht en wijst het verzoek tot echtscheiding toe.

Echter, voor de nevenvoorzieningen over het gezag over het kind, dat in Costa Rica woont, is de Bonairiaanse rechter onbevoegd. Dit is gebaseerd op het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996, dat bepaalt dat de rechterlijke autoriteit van de Staat waar het kind zijn gewone verblijfplaats heeft bevoegd is. De Bonairiaanse rechter kan het verzoek niet beoordelen, omdat het kind nooit op Bonaire heeft gewoond. De rechter verklaart zich daarom onbevoegd om van het nevenverzoek over het gezag kennis te nemen. De beschikking is gegeven door mr. J.R. Veerman en openbaar uitgesproken op 24 januari 2024.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

zittingsplaats Bonaire

registratienummer: BON202300080
datum beslissing: 24 januari 2024
BESCHIKKING
in de zaak van:
[DE MAN],
wonende te Bonaire,
hierna: de man,
gemachtigde: mr. A.T.C. Nicolaas,
en
[DE VROUW],
wonende te Limón, Costa Rica,
hierna: de vrouw.

1.De procedure

1.1.
Het verzoekschrift van de man met bijlagen is ingekomen op 27 februari 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 7 december 2023. Daarbij is de man verschenen met mr. Nicolaas. De vrouw is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Verder was de moeder van de man aanwezig.
1.3.
De beschikking is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
De vrouw en de man zijn op 11 januari 2018 te Bonaire in gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd.
2.2.
Uit dit huwelijk is het volgende nu nog minderjarige kind geboren:
- [de miderjarige], geboren op [geboortedatum] 2018 te Limón, Costa Rica (hierna ook: [de minderjarige]).

3.Het verzoek en de beoordeling

3.1.
De man verzoekt om de echtscheiding tussen partijen uit te spreken en om nevenvoorzieningen te treffen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de man het verzoek om een bevel verdeling ingetrokken, zodat alleen de nevenvoorziening over het gezag over [de minderjarige] resteert.
Echtscheiding
3.2.
Gelet op de internationale aspecten van deze zaak is de eerste vraag die voorligt of de Bonairiaanse rechter rechtsmacht heeft.
3.4.
Voor wat betreft de internationale bevoegdheid ten aanzien van de echtscheiding gelden geen internationale verdragen. Op grond van artikel 814 lid 1 onder b van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering BES (Rv BES) komt aan de Bonairiaanse rechter rechtsmacht toe. De man heeft de Nederlandse nationaliteit en had ten tijde van het verzoekschrift reeds minimaal zes maanden woonplaats op Bonaire.
3.5.
De Bonairiaanse rechter past Bonairiaans recht toe. Als onweersproken staat vast dat het huwelijk van partijen duurzaam is ontwricht. Het verzoek tot echtscheiding zal daarom worden toegewezen.
Gezag
3.6.
Ook voor wat betreft het gezag is gelet op de internationale aspecten de eerste vraag of de Bonairiaanse rechter rechtsmacht heeft.
3.7.
Voor wat betreft het gezag geldt wel een verdrag. Het ‘Verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregel ter bescherming van kinderen van 1996’ (Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996, hierna: het Verdrag) heeft medegelding voor de BES-eilanden waar Bonaire onderdeel van is. Het Verdrag geldt ook in Costa Rica.
3.8.
In het onderhavige geval gaat het om een minderjarige die is geboren in Costa Rica en nooit op Bonaire heeft gewoond.
3.9.
Op grond van artikel 5 van dit Verdrag is, kort gezegd, bevoegd de rechterlijke autoriteit van de Staat waar het kind zijn gewone verblijfplaats heeft. Aan de vereisten om zich toch bevoegd te verklaren inzake de nevenvoorzieningen over een kind in het geval de Bonairiaanse rechter bevoegd is inzake de echtscheiding neergelegd in artikel 10 van het Verdrag is niet voldaan, alleen al omdat de Bonairiaanse rechter dit verzoek onvoldoende kan beoordelen, omdat [de minderjarige] in Costa Rica woont.
3.10.
Het gerecht zal zich onbevoegd verklaren om van het nevenverzoek over het gezag kennis te nemen.

4.De beslissing

4.1.
spreekt de echtscheiding tussen partijen uit,
4.2.
verklaart zich onbevoegd om van het verzoek om een nevenvoorziening over het gezag kennis te nemen.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.R. Veerman, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.