ECLI:NL:OGEABES:2024:43

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
5 juni 2024
Publicatiedatum
17 juni 2024
Zaaknummer
SAB202400007
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van eigendom van een perceel op Saba op grond van langdurig onverdeeld gebleven nalatenschap

Op 5 juni 2024 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in een zaak betreffende de eigendom van een perceel gelegen te The Bottom, Saba. Het perceel, met een oppervlakte van 550 m2, maakt deel uit van een onverdeelde nalatenschap van de grootvader van de verzoeker, die in 1970 is overleden. De verzoeker, die in persoon procedeerde, heeft een verzoek ingediend op basis van artikel 3:200a van het Burgerlijk Wetboek BES, dat een regeling biedt voor langdurig onverdeeld gebleven nalatenschappen. De verzoeker stelde dat het perceel oorspronkelijk eigendom was van zijn grootvader en dat het nooit op naam van zijn vader is geregistreerd, ondanks dat het binnen de familie als bedoeld voor hem werd beschouwd.

Tijdens de zitting op 29 mei 2024 zijn de verzoeker en zijn zus, die ook belanghebbende is, verschenen, evenals de gevolmachtigde van het Openbaar Lichaam Saba (OLS). De OLS heeft aangegeven dat het perceel een onverdeelde nalatenschap betreft en dat het OLS geen rol toekomt in deze zaak. De zus van de verzoeker heeft verklaard in te stemmen met het verzoek. Het Gerecht heeft vastgesteld dat er veel deelgenoten zijn in de nalatenschap, wat de kosten van opsporing en oproeping zou verhogen, en dat de waarde van de aandelen van de deelgenoten gering is. Dit leidde tot de conclusie dat het verzoek van de verzoeker kon worden toegewezen.

Het Gerecht heeft besloten het perceel in eigendom toe te kennen aan de verzoeker, die als gebruiker kan worden aangemerkt op basis van zijn afstamming van de geregistreerde eigenaar. De beschikking zal openbaar worden gemaakt en een afschrift zal worden gezonden aan de bewaarder van de openbare registers in Saba ter inschrijving. Het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA zittingsplaats Saba

Zaaknummer: SAB202400007
Datum uitspraak: 5 juni 2024
Beschikking op het verzoek op grond van artikel 3:200a Burgerlijk Wetboek BES met betrekking tot het perceel gelegen te
THE BOTTOM(550 m2)
meetbrief 39 van 1970 omschrijving: Dit perceel is gelegen op Saba en maakt deel uit van de gronden van The Bottom. Het wordt als volgt begrensd: ten noorden: door de gronden toebehorende aan […], ten oosten: door de gronden toebehorend aan […].
ten zuiden en ten westen: door de gronden toebehorende aan de erfgenamen van […]. Aard van het terrein en de bebouwing: kippenhok, ged. opslagplaats en erf. Zakelijk gerechtigde: […]
hierna: het perceel,
van:
[VERZOEKER],
wonend te Curaçao,
verzoeker,
procederend in persoon,
met als in het geding verschenen belanghebbenden:
HET OPENBAAR LICHAAM SABA,
zetelend te Saba, hierna: het OLS,
gevolmachtigde: mr. P. Groeneveld,
en
[BELANGHEBBENDE],
wonend in Neerland, procederend in persoon.

1.Het procesverloop

1.1.
Verzoeker heeft een verzoekschrift met bijlagen ingediend.
1.2.
De openbare oproeping van belanghebbenden als bedoeld in artikel 200f lid 5 BW BES heeft plaatsgevonden door publicaties in de Staatscourant, de National Gazette en The Daily Herald, en door berichten op het aankondigingenbord van het Courthouse Saba, op de website en de LinkedIn-pagina van het Hof en op de facebookpagina’s van Courthouse Sint Maarten, Courthouse Sint Eustatius, Courthouse Saba en Hof van Justitie Curaçao.
1.3.
De zaak is behandeld op de oude-boedelzitting van 29 mei 2024 in het Courthouse Saba. Daarbij zijn verzoeker en zijn zus [belanghebbende] verschenen. Ook de gevolmachtigde van OLS is verschenen. Als informanten zijn gehoord de notaris van Saba en een vertegenwoordiger van het kadaster.

2.De beoordeling

Het verzoek
2.1.
Verzoeker verzoekt dat het gerecht beslist over de eigendom van het perceel.
2.2.
Het verzoek is gebaseerd op de wettelijke regeling voor langdurig onverdeeld gebleven nalatenschappen (artikel 3:200a Burgerlijk Wetboek BES). Deze regeling is bedoeld om een oplossing te bieden voor terreinen met een onduidelijke eigendomssituatie en geeft de rechter de mogelijkheid grond aan ‘gebruikers’ toe te wijzen. Ook afstammelingen van de oorspronkelijk eigenaar kunnen als ‘gebruiker’ worden aangemerkt. De rechter kan ook grond toewijzen aan de overheid, die het vervolgens aan ‘gebruikers’ moet uitgeven in koop, erfpacht of huur, alles voor zover dat redelijk is.
Het perceel
2.3.
Het verzoek ziet op het perceel omschreven in de kop van deze beschikking.
De grondslag van het verzoek
2.4.
Verzoeker vraagt toepassing van artikel 3:200a BW BES e.v. Verzoeker legt het volgende aan het verzoek ten grondslag. Het perceel is een braakliggend stukje grond. Het is als eigendom geregistreerd op naam van verzoekers grootvader […]. Met verwijzing naar een onderhandse akte stelt verzoeker dat de grond door [grootvader] verkocht is aan verzoekers wijlen vader […]. Het perceel is echter nooit op diens naam geregistreerd. [Grootvader] had geen testament. Hoewel volgens verzoeker geen van de deelgenoten in de nalatenschap van [grootvader] aanspraak maakt op het perceel – binnen de familie was duidelijk dat dit perceel voor verzoekers vader bestemd was – is het verzoeker niet gelukt het perceel op zijn naam gesteld te krijgen. Verzoeker is een gerechtelijke procedure begonnen tegen de overige erfgenamen, maar die zaak is na jaren blijven steken in perikelen omtrent de oproeping.
Het standpunt van het OLS
2.4.
Artikel 3:200f BW bepaalt dat het OLS in dit soort zaken belanghebbende is en moet worden opgeroepen. Artikel 3:200c lid 4 bepaalt dat de rechter het gevoelen inwint van het OLS over de eventueel noodzakelijke ontwikkeling van de onroerende zaak waarop het verzoek betrekking heeft.
2.5.
Ter zitting is namens het OLS, met verwijzing naar het op voorhand ingediende verweerschrift, het standpunt ingenomen dat dit een onverdeelde nalatenschap betreft waarin het OLS geen rol toekomt. We heeft het OLS de vraag opgeworpen of verzoeker als gebruiker in de zin van artikel 3:200b BW BES kan worden aangemerkt en heeft het OLS gewezen op het ontbreken van een plan van ontwikkeling van de grond.
De reactie van de belanghebbenden
2.6.
De enige naast het OLS verschenen belanghebbende, de zus van verzoeker en naast hem de enige erfgenaam van hun beider vader, heeft verklaard in te stemmen met het verzoek.
Kan de regeling inzake langdurig onverdeeld gebleven gemeenschappen worden toegepast?
2.7.
Het perceel valt in de onverdeeld gebleven nalatenschap van de grootvader van verzoeker, overleden te Saba in 1970. Het betreft dus een – gelet op de meeste andere artikel 3:200a BW-zaken – en relatief jonge nalatenschap. Bij de behandeling ter zitting is echter duidelijk geworden dat er inmiddels veel deelgenoten zijn. Van de zeven kinderen van grootvader […] zijn er zes overleden, waardoor nu (eventuele testamenten en ontbonden huwelijksgemeenschappen buiten beschouwing gelaten) hun 28 nazaten en een nog in leven zijnde broer van [grootvader] gerechtigd zijn tot diens nalatenschap. Zij wonen in verschillende landen. Aannemelijk is dat de kosten van hun opsporing en oproeping en van een gewone verdeling niet of nauwelijks zouden opwegen tegen de waarde van het perceel. Dat leidt tot de slotsom dat de waarde van de aandelen van de deelgenoten zeer gering is, en dat het hier ingevolge artikel 3:200a leden 1 en 2 BW BES dus toch een langdurig onverdeeld gebleven gemeenschap in de zin van die regeling betreft.
2.8.
Het verzoek zal worden toegewezen. Verzoeker is gelet op zijn afstamming van de geregisteerde eigenaar en gelet op zijn voldoende gebleken band met het perceel aan te merken als gebruiker in de zin van artikel 3:200b BW BES. Het gaat om een klein, braakliggend perceel. Een plan voor ontwikkeling is niet nodig. Als verzoeker of een rechtsopvolger van verzoeker het perceel zullen willen bebouwen, zal daarvoor een bouwvergunning vereeist zijn, waardoor het OLS de gewenste ontwikkeling op toelaatbaarheid kan beoordelen.
2.9.
Voor de toepassing van de regeling van artikel 3:200a en verder BW BES bestaat in deze zaak te meer aanleiding nu niet van bezwaar daartegen van belanghebbenden is gebleken.
2.10.
Beslist zal worden als hierna omschreven. De notaris heeft ter zitting te kennen gegeven bereid te zijn de afwikkeling van deze beschikking te begeiden.

3.De beslissing

Het Gerecht:
3.1.
kent het perceel in eigendom toe aan verzoeker;
3.2.
bepaalt dat deze beschikking door toedoen van de griffier binnen twee weken na deze uitspraak openbaar bekend wordt gemaakt in de Staatscourant, de National Gazette en The Daily Herald en op de website van het Gemeenschappelijk Hof, door plaatsing van dit bericht:
BEKENDMAKING
Bij beschikking van het Gerecht in eerste Aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 5 juni 2024 is op grond van de wettelijke regeling voor langdurig onverdeeld gebleven gemeenschappen (artikel 3:200a BW BES) een onroerende zaak in eigendom toegekend aan de verzoeker […], wonend te Curacao. Het betreft de onroerende zaak:
THE BOTTOM(550 m2, meetbrief 39 van 1970)
te Saba.
De beschikking is met als zoekterm SAB202400007 te vinden onder Uitspraken op www.rechtspraak.nl
3.3.
bepaalt dat de griffier nadat deze beschikking in kracht van gewijsde is gegaan een afschrift van deze beschikking zendt aan de bewaarder van de openbare registers in Saba ter inschrijving;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.E. de Kort, rechter, en in het openbaar uitgesproken.