In deze strafzaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 29 februari 2024 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van een gewapende overval op 4 juni 2023 op Sint Eustatius. De verdachte werd bijgestaan door zijn advocaten, mr. M.M.A. van Lieshout en mr. S.R. Bommel, terwijl de officier van justitie, mr. T.L.M. Keller, een gevangenisstraf van vijf jaar eiste, waarvan één jaar voorwaardelijk. De verdediging pleitte voor integrale vrijspraak, stellende dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was voor de beschuldigingen.
Het Gerecht oordeelde dat de herkenning van de verdachte op basis van een enkelvoudige fotoconfrontatie, in combinatie met camerabeelden van de Neptune bar, niet voldoende was om tot wettig bewijs te komen. Er waren te veel twijfels over de betrouwbaarheid van de aangiftes en het bewijs dat de verdachte daadwerkelijk betrokken was bij de overval. Het Gerecht merkte op dat er geen technisch onderzoek was verricht op de plaats delict en dat er veel vragen onbeantwoord bleven over de gang van zaken rondom de aangiftes.
Uiteindelijk concludeerde het Gerecht dat niet bewezen kon worden dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de gewapende overval of dat hij een vuurwapen voorhanden had gehad. De verdachte werd integraal vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, en het vonnis werd uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.