Op 7 februari 2024 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in een zaak betreffende de ondercuratelestelling van een meerderjarige, hierna aangeduid als betrokkene. Het verzoek tot ondercuratelestelling is ingediend door verzoekster, de zus van betrokkene, op 16 november 2023. De mondelinge behandeling vond plaats op 24 januari 2024, waarbij verzoekster, betrokkene en de belanghebbenden aanwezig waren, met uitzondering van één belanghebbende. Betrokkene was niet in staat om zich uit te laten over het verzoek.
Verzoekster heeft verzocht om betrokkene onder curatele te stellen en haarzelf tot curator te benoemen. De andere broers en zussen van betrokkene hebben hun instemming met dit verzoek verklaard. De rechter heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een geestelijke stoornis, waardoor zij niet in staat is haar belangen behoorlijk waar te nemen. Dit is onderbouwd door verklaringen van een arts en een orthopedagoog, alsook door de omstandigheden die tijdens de mondelinge behandeling zijn besproken.
De rechter heeft op basis van artikel 1:378 lid 1 sub a BW BES besloten dat betrokkene onder curatele moet worden gesteld. Tevens is verzoekster benoemd tot curator, aangezien er geen aanwijzingen zijn dat een andere persoon geschikter zou zijn. De beschikking bepaalt verder dat de curator binnen twee maanden na de uitspraak een boedelbeschrijving aan het gerecht moet verstrekken. Deze beschikking is gegeven door mr. J.R. Veerman en is in het openbaar uitgesproken.