ECLI:NL:OGEABES:2024:138

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
30 oktober 2024
Publicatiedatum
13 februari 2025
Zaaknummer
BON202200430
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de totstandkoming van een koopovereenkomst betreffende aandelen in AB Carrental en Dougie

In deze zaak gaat het om een geschil tussen Sinne Management & Services B.V. (Sinne) en Western Ideas Corp. (WIC) over de totstandkoming van een koopovereenkomst voor de aandelen in AB Carrental N.V. en Dougie B.V. De onderhandelingen tussen partijen, die in januari 2022 zijn begonnen, leidden tot een mondelinge overeenkomst, maar WIC heeft deze op een later moment ontbonden, wat resulteerde in een rechtszaak. Sinne stelt dat er een overeenkomst op hoofdlijnen is bereikt, terwijl WIC betwist dat er een bindende overeenkomst tot stand is gekomen. WIC beroept zich op dwaling, omdat zij niet op de hoogte was van de slechte staat van het wagenpark van AB Carrental en andere relevante informatie. Het gerecht oordeelt dat er wel degelijk een overeenkomst op hoofdlijnen is ontstaan en dat WIC aansprakelijk is voor de schade die Sinne heeft geleden door de ontbinding van de overeenkomst. De schadevergoeding wordt vastgesteld op basis van het verschil tussen de overeengekomen koopprijs en de werkelijke waarde van de aandelen. In reconventie vordert WIC schadevergoeding van Sinne, maar het gerecht verklaart WIC niet ontvankelijk in haar vorderingen in reconventie, omdat deze niet in dezelfde hoedanigheid zijn ingesteld als in conventie. De zaak wordt verwezen naar de rol voor verdere behandeling van de schadevergoeding.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

zittingsplaats Bonaire

Registratienummer : BON202200430
Datum beslissing : 30 oktober 2024
VONNIS
in de zaak van
de besloten vennootschap
SINNE MANAGEMENT & SERVICES B.V.,
gevestigd te Bonaire,
eiseres in conventie,
gedaagde in reconventie,
gemachtigde: mr. M.D. van den Brink,
tegen
de rechtspersoon naar het recht van Panama
WESTERN IDEAS CORP.,
gevestigd te Panama,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
gemachtigden: mrs. R.F. van den Heuvel en R.L. Mogen (Curaçao).
Partijen zullen hierna Sinne en WIC genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure in conventie en in reconventie blijkt uit:
- het verzoekschrift
- de conclusie van antwoord tevens van eis in reconventie
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de aanvullende productie 9 van WIC
- de comparitie van partijen van 20 december 2023 en de bij die gelegenheid door partijen overgelegde spreekaantekeningen.
1.2.
Ten slotte is vonnis (nader) bepaald op heden.

2.De samenvatting van het geschil en de beoordeling

2.1. [
persoon 1] en [persoon 2] waren vanaf januari 2022 namens respectievelijk Sinne en WIC in onderhandeling over de verkoop en levering van de aandelen van WIC in AB Carrental N.V. (hierna: AB Carrental) en Dougie B.V. (hierna: Dougie). In deze procedure gaat het primair om de vraag of deze onderhandelingen tot een overeenkomst hebben geleid en zo ja, of WIC de overeenkomst rechtsgeldig heeft kunnen vernietigen op grond van dwaling. Aan dat laatste legt WIC ten grondslag dat zij niet bekend was met de door haar gestelde slechte staat waarin het wagenpark verkeerde, niet bekend was met een aantal transacties die [persoon 1] als bestuurder van AB Carrental heeft verricht maar waar sprake was van belangenconflicten en zij niet bekend was met het feit dat [persoon 1] in Nederland een schuldsanering op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) heeft doorlopen.
2.2.
Het gerecht komt in dit vonnis tot het oordeel dat tussen partijen sprake was van een overeenstemming op hoofdlijnen over deze aandelentransactie. Door dit oordeel wordt niet meer toegekomen aan de subsidiaire stelling van Sinne dat de onderhandelingen tussen partijen in een zodanig stadium verkeerden dat WIC deze niet mocht afbreken. Dat sprake is van een overeenstemming op hoofdlijnen volgt uit de vele berichten die partijen in de onderhandelingsfase over de beoogde overname hebben gewisseld. Een groot deel van deze berichten en/of delen daaruit zijn hierna onder de feiten overgenomen.
2.3.
Het gerecht wijst af het beroep van WIC op vernietiging van de overeenkomst wegens dwaling. Anders dan WIC stelt, is het gerecht van oordeel dat in zoverre de door WIC in dat verband gestelde feiten juist zijn, WIC daarmee bekend was of had moeten zijn dan wel, uitgaande van de juistheid daarvan, deze haar niet van het sluiten van de overeenkomst hadden weerhouden.
2.4.
WIC vordert in reconventie vergoeding van de door AB Carrental en/of Dougie geleden schade als gevolg van de verwaarloosde staat van het wagenpark waarvoor zij [persoon 1] verantwoordelijk houdt, en daarmee tevens Sinne door wie hij bij AB Carrental was gedetacheerd. Deze schadevordering stuit af op het bepaalde in artikel 182a Rv BES omdat WIC in reconventie in andere hoedanigheid procedeert dan in conventie, namelijk in reconventie kennelijk als lasthebber namens AB Carrental en Dougie, terwijl de vordering in conventie WIC persoonlijk treft.
2.5.
Met het voorgaande zou de primair door Sinne gevorderde veroordeling tot vergoeding van schade als gevolg van de ontbinding van de overeenkomst kunnen worden toegewezen, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, zij het niet dat uit hetgeen Sinne daarover naar voren heeft gebracht, niet duidelijk is of voldaan is aan het daarvoor geldende vereiste van de aannemelijkheid van de mogelijkheid van schade. Sinne stelt dat de door haar geleden schade is gelegen in het verschil van de koopsom voor de aandelen en de daadwerkelijke, althans door haar gestelde (hogere) waarde daarvan. Sinne zal moeten toelichten hoe dit waardeverschil kan worden gekwalificeerd als schade. Daartoe zal zij een akte kunnen nemen, waarop WIC met een antwoordakte kan reageren.
3. De feiten
3.1.
AB Carrental drijft een autoverhuurbedrijf met bijna 200 auto’s op Bonaire. Aandeelhouder en statutair bestuurder van AB Carrental was WIC. Indirect bestuurder van WIC is [persoon 2]. Hij heeft meer dan twintig jaar lang zijn tijd, geld en energie gestoken in het opbouwen AB Carrental.
3.2.
Vanaf 2018 ging [persoon 2] afwisselend wonen in Thailand en in Nederland. Vanaf dat moment liet hij de dagelijkse leiding over aan [persoon 1], die naast WIC statutair bestuurder werd. Onder de leiding van [persoon 1] heeft AB Carrental een grote groei doorgemaakt. De omzet van AB Carrental is sinds zijn aantreden bijna verdubbeld en de winst is in die periode meer dan verdubbeld.
3.3. [
persoon 1] werd voor zijn werkzaamheden voor AB Carrental ter beschikking gesteld door zijn vennootschap Sinne Management & Services B.V. (Sinne). In de daartoe tussen hem en Sinne enerzijds, en WIC anderzijds gesloten managementovereenkomst is bepaald dat Sinne, naast een maandelijkse managementvergoeding, aanspraak heeft op een bonus van 50% van het meerdere boven een winst na belasting van USD 500.000,00.
3.4.
Dougie is een aan AB Carrental gelieerde vastgoedvennootschap. Haar enige asset is het bedrijfspand en het parkeerterrein van waaruit
AB Carrental haar autoverhuurbedrijf exploiteert. Aandeelhouder en bestuurder van Dougie was WIC.
3.5.
Vanaf januari 2022 hebben Sinne en WIC onderhandeld over een overname van de aandelen in AB Carrental en Dougie. Partijen spraken over een koopprijs voor de aandelen in beide vennootschappen van
USD 6 miljoen, waarvan USD 5 miljoen voor de aandelen in AB Carrental en
USD 1 miljoen voor de aandelen in Dougie. Van de USD 6 miljoen zou
USD 4 miljoen bij levering van de aandelen worden betaald met een door Sinne te verkrijgen financiering van de MCB Bank. De resterende USD 2 miljoen zou binnen twee jaar daarna worden betaald.
3.6.
In het kader van de onderhandelingen hebben [persoon 1] en [persoon 2] onder meer de volgende WhatsApp-berichten gewisseld:
22-03-2022 08:25 – [persoon 2]: Goedenavond [persoon 1], ik heb het voorstel 4+2 niet aan de kant geschoven, alleen met het huidige voorstel is het voor mij teveel risico. Ik geef alles uit handen en zoals eerder aangegeven zou jij dan de aandelen AB en Dougie bezitten en MCB alle zekerheden. Dit heb ik ook al eerder aangegeven, dus zeg niet dat ik het nu opeens verzin.
22-03-2022 08:26 – [persoon 2]: Als jij en MCB mij meer zekerheid kunnen bieden kan ik het heroverwegen.
[…]
22-03-2022 08:30 – [persoon 1]: Onder voorwaarde is er voor jou genoeg zekerheid?
22-03-2022 08:31 – [persoon1]: Want anders kom ik straks weer met een voorstel en is het weer niet goed.
22-03-2022 08:31 – [persoon 2]: Dat zij mij bijv. voor de twee jaar of zolang het duurt de zekerheid van eerste hypotheek geven op het vastgoed
22-03-2022 08:32 – [persoon 1]: Dat gaat niet. Want dat is de basis onder de financiering
22-03-2022 08:33 – [persoon 1]: En als iemand voor die 2 mio garant wil staan?
22-03-2022 08:34 – [persoon 2]: Als die over tenminste 2.000.000 kan beschikken zou dat een mogelijkheid kunnen zijn
22-03-2022 08:35 – [persoon 2]: Maar dat moet wel aangetoond worden en voor tenminste twee jaar mogelijk zijn.
22-03-2022 08:36 – [persoon 1]: Dus daarom vraag ik het. Hoe wil je dat ik dat aan toon? Want ik ken wel mensen met geld, maar de eerste vraag is dan hoe de garantie er uit moet zien voor als de mcb niet over zou gaan tot de tweede financiering van 2 mio
22-03-2022 08:37 – [persoon 2]: Dat ik alsdan word betaald uit het garantiefonds van 2.000.000
22-03-2022 08:38 – [persoon 1]: En stel dat me dat lukt. Of dat ik alsnog die aanvullende 2 mio per direct kan krijgen van de bank of een derde. Hebben we dan een deal? Want ik wil best nog een serieuze poging wagen namelijk maar dan wil ik wel weten waar ik sta als me dat lukt.
22-03-2022 08:39 – [persoon 2]: Ja want ik ben akkoord met betaling van de koopsom van 6.000.000
22-03-2022 08:40 – [persoon 1]: En 1 april gaat niet meer lukken. Dat wordt al snel 1 mei maar een realistischer datum lijkt me 1 juni. Is dat akkoord voor je?
22-03-2022 08:40 – [persoon 2]: Geen probleem
22-03-2022 08:41 – [persoon 1]: Bon. Heb ik weer een deadline of gun je me even de tijd om het te regelen. Ik heb de bank niet in de hand, maar ik ben wel blij dat ze toch vertrouwen in me hebben en met een voorstel kwamen.
22-03-2022 08:42 – [persoon 2]: Ik wacht jouw berichten even af, in ieder geval tot 1 juni a.s.
[…]
22-03-2022 08:48 – [persoon 1]: Bon ik ga ermee aan de slag
22-03-2022 08:48 – [persoon 2]: Succes [persoon 1]
[…]
23-03-2022 22:25 – [persoon 1]: Ter info: Ik heb morgen weer een afspraak met de MCB om te kijken of er nog alternatieven zijn.
24-03-2022 08:22 – [persoon 2]: Ik wens je succes
[…]
28-03-2022 22:41 – [persoon 1]: ik heb een voorstel om er uit te komen, maar lijkt mij verstandig om dit even rustig door te spreken.
28-03-2022 22:42 – [persoon 1]: We kunnen het vermoedelijk snel eens worden als we beide wat water bij de wijn doen.
28-03-2022 22:43 – [persoon 2]: [persoon 1] ik denk dat ik erg duidelijk ben geweest
3.7 .
Even na het laatste bericht zoals hiervoor weergegeven, zond [persoon 1] aan [persoon 2] de volgende e-mail:
Bon tardi [persoon 2],
Hierbij ontvang je het aangepaste voorstel e.e.a. zoals hedenochtend besproken.
Ik heb de due diligence van AB er uitgehaald, want inderdaad kan die er uit want daar ben ik zelf mede verantwoordelijk voor geweest.
Verder heb ik het voorstel zo herschreven zoals vanochtend door mij voorgesteld. Ik hoop oprecht dat we er nu uit zijn, want er moet nog veel werk verzet worden om de overdracht voor 1 juni te kunnen voltooien dus we hebben die tijd nodig om alles in goede banen te leiden.
Zoals vanochtend uitgelegd is die 300k nodig als cashpledge richting MCB (Maduro & Curiel’s Bank, toevoeging gerecht) en heb ik de bonus nodig om het perceel [adres 2] aan te kopen. Dat perceel is een belangrijke onderlegger onder de totale financieringsaanvraag want de bank ziet dat als eigen inbreng en bovendien heeft AB dit naar de toekomst toe ook gewoon nodig om niet operationeel in de problemen te komen door te kort aan stallingsterrein.
Met vriendelijke groet,
3.8.
Het voorstel waarnaar in de onder 3.7 vermelde e-mail van [persoon 1] wordt verwezen luidt als volgt:
Beste [persoon 2],
Zoals we heden ochtend mondeling besproken hebben ontvang je hierbij mijn koopvoorstel voor de overname van alle aandelen AB Carrental NV en Dougie BV per 1 juni 2022 (of zoveel eerder als partijen nader overeenkomen).
Zoals reeds mondeling overeengekomen bedraagt de totale koopsom voor de overname van de aandelen van beide vennootschappen in totaal 6 miljoen USD Dollar, waarvan 4 miljoen USD dollar cash per overname datum en 2 miljoen USD Dollar in uitgestelde betalingen.
Ik heb de afgelopen weken uitgebreid gesproken met de MCB Bank en zij zijn, zoals uit het kredietvoorstel van vorige week blijkt, bereid om de koopsom te financieren in een aantal tranches. Onderstaand voorstel is uiteraard onder voorbehoud van definitieve goedkeuring door de Krediet Commissie van de MCB Bank.
Koper:
Sinne Management & Services B.V. (hierna: Sinne)
Koopsom:
Koopsom voor alle aandelen AB Carrental NV en Dougie BV in totaal 6 miljoen USD. De verdeling van de koopprijs over Dougie BV en AB Carrental NV is 1 miljoen USD voor de koopprijs van de aandelen Dougie BV zijn en 5 miljoen als koopprijs voor de aandelen AB Carrental NV.
Betaling van de koopsom:
3 miljoen USD voor overdracht van 100% van de aandelen AB Carrental NV en 1 miljoen USD voor de aandelen van Dougie BV per 1 juni 2022 of zoveel eerder als partijen nader overeenkomen. Dit deel van de koopsom wordt gefinancierd door MCB Bank. De zekerheidsstellingen die koper richting de MCB Bank dient te verstrekken heb ik je de afgelopen week reeds per email doen toekomen, naar de inhoud waarvan ik gemakshalve verwijs.
Een uitgestelde betaling van 2 miljoen USD van koper aan verkoper voor het resterende deel van de koopsom van de aandelen AB Carrental NV onder de hieronder nader uitgewerkte voorwaarden en zekerheidsstellingen.
De financiering door de MCB Bank zal uit twee delen gaan bestaan. Een gedeelte voor Dougie BV en een gedeelte voor AB Carrental NV. De lening die Sinne Management & Services BV aangaat voor de overname van alle aandelen van AB Carrental NV vanaf 1 juni 2022 zal bestaan uit drie tranches. Een eerste tranche van 3 miljoen USD per overdrachtsdatum van 100% van de aandelen. Een tweede tranche van 1 miljoen USD per 1 juni 2023 en een laatste tranche van 1 miljoen USD per 1 juni 2024. Over het openstaande saldo van uitgestelde betalingen is Sinne Management & Services 6% rente verschuldigd aan verkoper, in maandelijkse termijnen achteraf te betalen.
Zekerheidstellingen aan WIC:
Het pandrecht op 40% van de aandelen AB Car Rental NV voor de duur van de looptijd van de achtergestelde lening. Daarnaast zal er een levensverzekering worden afgesloten met looptijd van 2 jaar met een waarde van USD 2.000.000 op mijn leven waarvan de opbrengst verpand wordt aan WIC.
Overname Balans Dougie BV:
De balans van Dougie BV dient het vastgoed [adres 1] te bevatten en er dient een zogenaamde geschoonde balans te zijn, vrij van enige rekeningcourant verhoudingen, vrij van achterstallige betalingen, met een banksaldo waarbij de overtollige liquiditeiten , behoudens eventuele vooruitbetaalde huur, door WIC kunnen worden opgenomen. De belastingen, erfpacht, verzekeringen en overige jaarlijkse kosten over het boekjaar 2022 zullen verrekend worden naar rato 5/12e deel voor rekening van WIC en 7/12e deel voor Dougie BV. Sinne heeft het recht om een due dilgence onderzoek uit te voeren naar Dougie BV.
Overname Balans AB Carrental NV:
De balans van AB Carrental NV dient alle auto’s, voorraden en vorderingen te bevatten en er dient een geschoonde balans te zijn, vrij van enige rekeningcourant verhoudingen, vrij van achterstallige betalingen. De MCB Bankrekeningen van AB Car Rental dienen,
a. Een banksaldo te bevatten van USD 300.000 (zijnde een gedeelte van de voorbetaalde omzet) per overname datum,
b. Vermeerderd met het totale saldo van de reeds aangegane verplichtingen voor de restant betalingen voor de koop van de 61 nieuwe auto’s en de twee containers met spare parts, op zijn minst dit saldo voor die restant betalingen van de auto’s (tweede termijn transportkosten en ABB) en de totale nog verschuldigde kosten voor de aankoop, transport en invoerheffing van de spareparts te bevatten
Overtollige liquiditeiten (boven het bedrag als genoemd onder a. of b., kan door WIC worden opgenomen. Belastingen, verzekeringspremies danwel overige kosten die betrekking hebben op het de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 mei 2022 (danwel de daadwerkelijke overname datum indien dit eerder is) en welke op de datum van overdracht nog verschuldigd zijn, komen voor rekening van WIC, danwel zal het banksaldo van AB Carrental met dit bedrag verhoogd moeten worden (bovenop het genoemde onder punt a. en b. om deze betalingen te kunnen verrichten. Overige kosten (bijvoorbeeld jaarlijkse of halfjaarlijkse kosten) worden naar rato van tijd 5/12e resp. 7/12e danwel voor half jaarlijkse kosten 5/6e versus 1/6e verrekend.
Balans garanties voor Dougie BV en AB Carrental NV:
Eventuele verplichtingen welke niet uit de balans per 1 juni 2022 blijken (waaronder eventuele verborgen belastingclaims) en welke betrekking hebben op de periode voor 1 juni 2022 komen voor rekening van verkoper. Dergelijke verplichtingen (zogenaamde lijken uit de kast) worden verrekend met het saldo van de uitgestelde betaling.
Nadere voorwaarden:
Het is mijn wens dat [persoon 3] accountant blijft van AB Carrental NV. Hij kent de onderneming goed. Ik werk prettig met hem samen en ik heb dit ook al even kort met hem besproken. Hij geeft aan dat hij dit ook wel ziet zitten en dat hij de belangen van beide partijen goed kan dienen. Voor nu en in de toekomst.
Daarnaast zal [persoon 3] per datum aandelenoverdracht worden ontslagen als directeur van Dougie BV en dient hij dit ontslag te accepteren.
En tevens zal [persoon 3] worden ontheven uit zijn functie van procuratiehouder bij AB Carrental NV en zal WIC aftreden als bestuurder per datum aandelenoverdracht.
De bonus welke over 2021 wordt uitgekeerd aan Sinne dient voor de overname datum in zijn geheel uitbetaald te zijn aan Sinne en zal niet verrekend worden met de koopsom en zal door de accountant opgenomen worden op de jaarrekening van AB in boekjaar 2021.
Zoals reeds eerder mondeling besproken zal koper zonder schriftelijke toestemming van verkoper niet overgaan tot de beoogde nieuwbouwplannen. Genoemde schriftelijke toestemming is uiteraard niet meer vereist zodra het totale saldo van uitgestelde betaling van de koopsom is voldaan.
Zoals hedenochtend besproken, zal er per 1 juni 2024 een aanvullende betaling plaats vinden van koper en verkoper voor een bedrag van
USD 300.000.
Zodra we het samen eens zijn stel ik voor om als overdrachtsdatum 1 mei te communiceren richting bank en notaris. Helaas is onze beider ervaring inmiddels dat de kans groot is dat we die datum niet gaan halen, vandaar in dit voorstel de datum van 1 juni, maar ervaring is dat hier geen druk op zetten en we zouden richting bank en notaris 1 juni communiceren dan weet je zeker dat ook die datum niet gehaald wordt. Dus mijn lijkt het verstandig dat we de druk er op houden en in ons achterhoofd houden dat 1 juni een realistische datum is , maar we communiceren wat mij betreft 1 mei. En als die datum per ongeluk gehaald lijkt te worden is dat voor mij ook akkoord. Ben je het hiermee eens?
3.9.
Op de hiervoor onder 3.7 vermelde e-mail en het onder 3.8 vermelde voorstel reageerde [persoon 2] in een e-mail van 31 maart 2022 als volgt:
Ha [persoon 1],
Eerlijk gezegd word ik er een beetje moe van, je blijft dezelfde eisen stellen en ik heb al meerdere keren aangegeven dat ik dat niet zal doen op deze wijze.
Bovendien geef je aan “zoals besproken” , ik ben daar in het whatsapp gesprek duidelijk over geweest en ga niet akkoord met 300.000 als bedrag voor vooruitbetaalde posten.
Ik zal je nog een keer kort de hoofdlijnen uitleggen hoe ik de deal zou willen doen.
Koopsom aandelen AB en Dougie = 6.000.000 USD
Er vindt geen verrekening plaats van vooruitbetaalde posten
Betaling bij levering aandelen 4.000.000 USD
Opbrengst 61 gebruikte auto’s 450.000 USD te betalen door koper
Verkoper draagt zorg voor betaling van 61 nieuwe JAC auto’s plus levert en betaalt 2 containers met spare parts en banden.
Bankrekeningen gaan bij levering aandelen naar nul.
De rest betalingen voor nieuwe auto’s en spare parts worden gedaan vanuit de WIC bankrekening, na ontvangst van de betreffende facturen.
12 maanden na levering aandelen wordt door koper betaald een bedrag van 1.000.000 plus 50% van 450.000 = 1.225.000 USD
24 maanden na levering aandelen wordt door koper betaald het rest bedrag van 1.000.000 plus 50% van 450.000 = 1.225.000 USD
Over het openstaande bedrag betaalt koper een rente percentage van 6% per jaar, eerste 12 maanden een maandelijks bedrag aan rente van 6% over 2.450.000 = 147.000 : 12 = 12.250 USD per maand, over het tweede gedeelte 6% over 1.225.000 = 73.5000 : 12 = 6.125 USD per maand.
AB geen due diligence en geen lijken uit de kast clausule over zaken vanaf
1-8-2017, Dougie due diligence vóór overdracht aandelen zodat verkoper de mogelijkheid heeft om de koop te annuleren als er zaken naar voren zouden komen die geld kunnen kosten. (slechte ervaringen wat dat betreft)
Koopovereenkomst wordt opgemaakt door notaris Arends
Zekerheidstellingen aan WIC (verkoper):
Het pandrecht op 40% van de aandelen AB Car Rental NV voor de duur van de looptijd van de achtergestelde lening. Daarnaast zal er een levensverzekering worden afgesloten met looptijd van 2 jaar in ieder geval tot het moment de lening van verkoper in zijn geheel is terugbetaald met een waarde van USD 2.000.000 op jouw leven waarvan de opbrengst verpand wordt aan WIC.
Wat betreft je aankoop van [adres 2] dat is nieuw voor mij, ben daar niet bij betrokken dus is dat een deal waar je overeenstemming moet zien te bereiken met MCB.
Jaarstukken AB 2021 worden door mij aangeleverd en ik heb jouw goedkeuring niet nodig, want WIC is 100% eigenaar.
Laat maar weten of je je in mijn voorstel kunt vinden en anders moet je het niet doen.
Groet, [persoon 2]
3.10.
In antwoord hierop antwoordde [persoon 1], kennelijk nadat partijen elkaar telefonisch hadden gesproken, op 31 maart 2022, als volgt:
Bon tardi [persoon 2],
Zoals zojuist besproken hebben we afgesproken dat we een deal hebben (uiteraard onder voorbehoud van definitieve goedkeuring van de kredietcommissie van de MCB) onder de voorwaarden zoals door jou hieronder voorgesteld, met dat verschil dat Sinne over de opbrengst van de te verkopen auto’s geen rente vergoeding verschuldigd is en een bedraag van 366.000 USD in twee betalingen zal worden voldaan zijnde 183.000 USD 12 maanden na levering van de aandelen en 183.000 USD 24 maanden na levering.
Verder vindt verder geen verrekening plaats van vooruitbetaalde omzet danwel nog te ontvangen debiteuren. Op datum overdracht levert verkoper een bankrekening met saldo 0 USD.
Als je nog even wilt bevestigen dat deze uitgangspunten een correcte verwoording zijn van hetgeen wij zojuist besproken hebben, dan zal ik dat aanpassen in het andere document wat ik je eerder deze week gestuurd had, waarin verder alle overige uitgangspunten genoemd staan, zodat het complete document met alle uitgangspunten naar de notaris en de bak kan voor het opmaken van de benodigde akten.
3.11.
Hierop reageerde [persoon 2] op 1 april 2022 met een e-mail waarin hij, met een “
hieronder tref je aan het definitief”, de punten in zijn onder 3.9 vermelde e-mail herhaalde, met dien verstande dat de hoogte van de uitgestelde betalingen na 12 maanden en 24 maanden en de rente daarover iets naar beneden waren bijgesteld.
3.12.
Op 11 april 2022 kwam [persoon 2] vanuit Thailand naar Bonaire. Partijen stuurden elkaar toen onder meer de volgende berichten:
12-04-2022 07:08 – [persoon 1]: Bon dia [persoon 2], welkom terug op Bonaire.
[…]
13-04-2022 16:20 – [persoon 1]: Bon Tardi [persoon 2]. Twee dingen. Ik hang zojuist op met MCB. Zij doen hun best om morgen de aangepast kredietvoorstel aan me te mailen. Dus fingers crossed. Verder hebben we bedacht nu je hier op Bonaire bent om aanstaande dinsdag na werktijd samen met alle personeel even de grill aan te steken en lekkere ribbetjes en kippetjes op de BBQ te gooien met een koud biertje er bij. Hopelijk is tegen die tijd ook duidelijk dat de deal definitief is en kunnen we dan samen het personeel informeren. Wil je alvast die dinsdagavond vrij houden in je agenda aub?
13-04-2022 16:20 – [persoon 2]: Ok
[…]
14-04-2022 09:13 – [persoon 2]: Heb je al bericht van MCB
14-04-2022 09:14 – [persoon 1]: nog niet, verwacht ik in de lopp van de dag.
15-04-2022 09:14 – [persoon 1]: Nou je raad het al. Geen aangepast krediet voorstel binnen gekregen voor de paasdagen… grrrr
15-04-2022 08:22 – [persoon 1]: kennelijk gaan alle goede dingen langzaam
15-04-2022 09:55 – [persoon 2]: Ja [persoon 1], maar ik denk dat er iets anders aan de hand is. Ik zal je later vandaag een email sturen. Ik neem aan dat je vandaag niet werkt?
[…]
15-04-2022 11:15 –[persoon 1]: Heb zojuist nog weer contact gehad met MCB. Ik heb mijn contactpersoon op zijn vrije dag toch nog maar even weer benaderd. En die bevestigd mij dat er niets vreemds aan de hand is, maar dat de processen bij MCB helaas heel lang duren omdat het over meerdere schijven loopt. Hij heeft geen interne signalen ontvangen dat het allemaal op lossen schroeven zou staan. Dus daar moeten we ons dan maar aan vasthouden.
15-04-2022 11:19 – [persoon 2]: Jouw contact neemt geen beslissingen, maar doet alleen voorstellen.
15-04-2022 11:23 – [persoon 1]: Dat is geheel correct. Maar die wordt intern wel op de hoogte gehouden van de voortgang en als het moeilijk zou gaan of op een afwijzing zou aansturen, dan had hij dat wel allang gehoord. Dat is wat hij mij verzekerd heeft. Dus vooralsnog zie ik geen redenen om aan te nemen dat het allemaal geen doorgang meer zou vinden (…).
[…]
15-04-2022 11:25 – [persoon 1]: Dit is waar we het mee zullen moeten doen over de paasdagen. Ik kan ze moeilijk dwingen…
15-04-2022 11:25 – [persoon 1]: Desondanks wens ik je toch een fijne paasdagen.
3.13.
Even na het laatste hiervoor aangehaalde bericht stuurde [persoon 2] om 12:38 uur de volgende e-mail:
Ha [persoon 1],
Gisteren wederom niets vernomen van je met betrekking tot MCB. Althans de deadline is opnieuw verstreken.
Zoals je weet heb ik een mogelijke tweede koper en ik wil nu met deze koper in onderhandeling gaan want ook hier heb ik steeds de deadline verzet, maar het houdt een keer op. Vandaag (15 april) is mijn allerlaatste mogelijkheid met hen.
Ondertussen zijn we meer dan 3 maanden bezig want je voorstel dateert van 6 januari j.l. en toen had je al met MCB de mogelijkheden besproken.
Dus bij deze deel ik je formeel mee dat ik niet verder ga met jou om AB en Dougie aan je te verkopen omdat steeds de diverse deadlines niet gehaald worden.
Dan ben je op de hoogte.
Groet, [persoon 2]
3.14.
Hierop reageerde [persoon 1] met het volgende bericht:
15-04-2022 14:56 – [persoon 1]: [persoon 2], ik begrijp dat je gefrustreerd bent dat het allemaal lang duurt met de MCB. Maar je kunt de koop niet eenzijdig ontbinden. Zoals je eerder hebt aangegeven heb ik tot 1 juni de tijd om het allemaal rond te maken en je hebt daarin nimmer gerept van een deadline tot 15 april. Zoals ik vanochtend al schreef kan ik moeilijk de bank dwingen om zaken snel op papier te zetten en al helemaal niet tijdens goedevrijdag en het paasweekeinde als alle banken gesloten zijn. Het feit dat MCB uberhaupt met een kredietvoorstel is gekomen is mede gebaseerd op het vertrouwen wat ze in mij hebben als ondernemer. Dat hier nu een kleine wijziging op moet komen begrijpen ze en kennelijk moet dat even door de molen bij de bank.
[…]
3:15. Een aantal dagen daarna kreeg [persoon 1] het bericht van de MCB Bank dat zij de financiering wilde verstrekken, waarover hij [persoon 2] als volgt informeerde:
19-04-2022 10:18 – [persoon 1]: Ik krijg net een telefoontje van de bank. Hoe ironisch, maar het financieringsvoorstel is akkoord. (…)
3.16.
In een brief van 19 april 2022 heeft [persoon 2] namens WIC de managementovereenkomst met Sinne en [persoon 1] opgezegd en heeft hij [persoon 1] per direct ontslagen als statutair bestuurder van AB Carrental.
3.17.
In een brief van 3 mei 2022 van (de gemachtigde van) Sinne aan WIC heeft Sinne het standpunt ingenomen dat partijen over alle wezenlijke onderdelen van de transactie overeenstemming hebben bereikt waardoor, volgens hem, een koopovereenkomst tot stand zou zijn gekomen. WIC werd in die brief gesommeerd de koopovereenkomst na te komen in die zin dat WIC de aandelen in AB Carrental en Dougie uiterlijk op 1 juni 2022 zou moeten leveren. WIC heeft daarop niet gereageerd.
3.18.
Op 25 mei 2022 heeft [persoon 2] een factuur aan Sinne gestuurd van USD 149.924,61, waarmee hij namens AB Carrental schade in rekening brengt die AB Carrental zou hebben geleden en waarvoor Sinne aansprakelijk zou zijn.
3.19.
In een brief van 9 juni 2022 heeft (de gemachtigde van) Sinne de door Sinne gestelde koopovereenkomst ontbonden en WIC gesommeerd om de schade die Sinne als gevolg daarvan heeft geleden, die vooralsnog door haar werd begroot op USD 2.495,000,00, te vergoeden.
3.20.
Na daartoe verkregen verlof tot het leggen van conservatoir beslag ten laste van WIC op de aandelen in AB Carrental en Dougie onder de opschortende voorwaarde van het stellen van zekerheid in de vorm van een bankgarantie, heeft de MCB Bank op 4 oktober 2022 ten behoeve van Sinne een bankgarantie gesteld voor de door Sinne beweerde schadevordering.

4.De vordering

In conventie:
4.1.
Sinne vordert om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad
primair:
I. WIC te veroordelen tot vergoeding van de schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, die Sinne heeft geleden als gevolg van de ontbinding van de tussen haar en WIC gesloten koopovereenkomst betreffende de aandelen in AB Carrental en Dougie, althans zodanige veroordeling uit te spreken in lijn met het voorgaande als het gerecht in goede justitie zal vermenen te behoren;
subsidiair:
II. WIC te veroordelen tot vergoeding van de schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, die Sinne heeft geleden als gevolg van het afbreken van de onderhandelingen over de koop van de aandelen in AB Carrental en Dougie door WIC;
primair en subsidiair:
III. WIC te veroordelen in de kosten van de procedure, te vermeerderen met de nakosten, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, en – voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
4.2.
WIC voert verweer.
4.3.
Op de stellingen en verweren van partijen zal hierna, voor zover van belang, bij de beoordeling worden ingegaan.
In reconventie:
4.4.
WIC vordert veroordeling van Sinne tot betaling van een schadevergoeding van USD 286.363,88 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 april 2022, alsmede voor haar verdere schade een verwijzing naar de schadestaatprocedure, met veroordeling van Sinne in de kosten van de procedure, waaronder nakosten.
4.5.
Aan haar vorderingen legt WIC ten grondslag dat [persoon 1] die via Sinne als bestuurder werkzaam was voor AB Carrental, geen of onvoldoende onderhoud heeft uitgevoerd aan het wagenpark waardoor WIC, althans AB Carrental en/of Dougie schade zouden hebben geleden. Deze schade bestaat volgens haar uit de veel hogere kosten voor onderhoud die zij in 2021 heeft moeten maken en een hogere afschrijving die zij, als gevolg van achterstallig onderhoud van het wagenpark, heeft moeten toepassen dan in voorgaande jaren. Het gaat om een bedrag van
USD 272.247,57. Daarnaast heeft [persoon 1] zijn zoon in een appartement op het terrein van AB Carrental laten wonen. Deze heeft het appartement in een zeer slechte staat achtergelaten, in verband waarmee WIC kosten heeft moeten maken, waarbij het gaat om een bedrag van USD 916,13. Bovendien werd er geen huur voor dit appartement betaald waardoor WIC nog
USD 13.000,00 zou hebben te vorderen.
4.6.
Sinne voert verweer.
4.7.
Op de stellingen en verweren van partijen zal hierna, voor zover van belang, bij de beoordeling worden ingegaan.

5.De beoordeling

In conventie:
Stellingen Sinne
5.1.
Aan haar primaire vordering legt Sinne ten grondslag dat partijen overeenstemming hebben over de essentialia van een koopovereenkomst met betrekking tot de aandelen, zij het onder een tussen partijen overeengekomen voorwaarde van een door Sinne te verkrijgen financiering en een goede uitkomst van een door Sinne uit te voeren due diligence onderzoek. Dat ook WIC uitging van een tussen partijen gesloten overeenkomst wordt volgens Sinne bevestigd door het feit dat partijen hadden afgesproken om het personeel tijdens een daarvoor te organiseren barbecuefeestje over de overname te informeren. WIC heeft aangegeven de overeenkomst niet te willen nakomen en heeft geen gehoor gegeven aan de sommatie van Sinne om de aandelen te leveren op 1 juni 2019 waardoor zij ingevolge artikel 6:89 lid 1 sub c BW BES respectievelijk artikel 6:82 lid 1 BW BES met betrekking tot die verbintenis tot levering in verzuim is geraakt. Vervolgens heeft Sinne de overeenkomst rechtsgeldig ontbonden en daaruit volgt dat WIC ingevolge artikel 6:277 BW BES aansprakelijk is voor de schade die Sinne daardoor heeft geleden.
5.2.
Aan haar subsidiaire vordering legt Sinne ten grondslag dat WIC onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door de onderhandelingen over de overname van de aandelen af te breken. Sinne mocht er gerechtvaardigd op vertrouwen dat een koopovereenkomst tot stand zou komen omdat partijen lange tijd hebben onderhandeld en [persoon 2] namens WIC als sluitstuk van de onderhandelingen in een e-mail aan [persoon 1] de definitieve afspraken heeft bevestigd – onder vermelding van “
het definitief” – alsmede [persoon 2] op een voorstel van [persoon 1] om het personeel van AB Carrental op een barbecuefeestje te informeren over de overname door Sinne, reageerde met een “ok”. Met deze berichten heeft [persoon 2] bijgedragen aan het totstandkomingsvertrouwen van Sinne. WIC had geen gerechtvaardigd belang bij het afbreken van de onderhandelingen. Het wachten was alleen nog op een financiering, maar WIC vond kennelijk dat het te lang duurde terwijl de daarvoor aan Sinne gegeven termijn tot 1 juni 2022 nog niet was verstreken. WIC heeft zich bij het beëindigen van de onderhandelingen niets van de belangen van Sinne aangetrokken. Sinne had een managementovereenkomst met AB Carrental die voorzag in een aantrekkelijke bonusregeling, en de beslissing van WIC om de aandelen aan een derde te verkopen, heeft ertoe geleid dat AB Carrental de managementovereenkomst per direct heeft opgezegd waardoor Sinne toekomstige bonussen misloopt. Ook dat Sinne niet ‘zomaar’ een partij is met wie WIC onderhandelde, maar een partij die door de inzet van [persoon 1] heeft gezorgd voor een grote groei van AB Carrental, versterkt volgens Sinne haar argumentatie dat WIC de onderhandelingen niet mocht afbreken. Op grond van de hiervoor genoemde omstandigheden is volgens Sinne het afbreken van de onderhandelingen door WIC onaanvaardbaar en is WIC gehouden tot vergoeding van de schade die Sinne daardoor heeft geleden.
5.3.
De schade die volgens Sinne voor vergoeding in aanmerking komt omvat volgens haar het positief contractsbelang. Daarbij gaat het volgens haar om het verschil tussen de overeengekomen koopprijs voor de aandelen in Dougie en de marktwaarde van haar bedrijfspand, alsmede uit het verschil tussen de overeengekomen koopprijs van de aandelen in AB Carrental en de werkelijke waarde die door haar is berekend volgens de
discounted cashflowmethode. Dat leidt volgens haar tot het hiervoor onder 3.10 vermelde bedrag van USD 2.495.000,00, waarover zij WIC in de onder dat randnummer genoemde brief heeft aangeschreven.
Verweer WIC
5.4.
Het verweer van WIC is dat er geen koopovereenkomst tot stand is gekomen. Van aanbod en aanvaarding was geen sprake. [persoon 1] heeft zijn aanbiedingen altijd gedaan onder voorbehoud van financiering en [persoon 2] heeft altijd tegenvoorstellen gedaan zonder financieringsvoorbehoud. Hoe dan ook was financiering, ook in de voorstellen van [persoon 1], altijd een totstandkomingsvoorwaarde. [persoon 2] heeft de onderhandelingen met [persoon 1] afgebroken vóórdat [persoon 1] de financiering had, waardoor een overeenkomst niet tot stand is gekomen. Bovendien was de verkoop nog onderworpen aan een due diligence die verkoper de mogelijkheid zou geven om van de koop af te zien, waarvoor ook nog onderhandelingen tussen partijen nodig waren. Tot slot heeft [persoon 2] meermaals de voorwaarde gesteld van een schriftelijke overeenkomst, op te stellen door notaris Arends. Die overeenkomst is er niet gekomen, waardoor partijen de precontractuele fase nooit hebben verlaten, aldus WIC.
5.5.
De aanleiding voor het afbreken van de onderhandelingen was volgens WIC dat haar op het laatste moment bleek dat [persoon 1] de onderhoudskosten voor het wagenpark te laag heeft gehouden waardoor het wagenpark in een verwaarloosde staat is komen te verkeren. Het doel van [persoon 1] bij deze besparing op het onderhoud was kennelijk om daarmee zijn resultaatgerelateerde bonus op te schroeven. Verder heeft [persoon 1] talrijke transacties met belangenconflicten verricht waarmee hij zich ten koste van AB Carrental voordelen heeft toebedeeld die hem niet toekwamen. Tot slot kwam [persoon 2] er op het laatste moment nog achter dat [persoon 1] jaren geleden een spoor van schulden achter zich heeft gelaten in Nederland. Hiermee zakte [persoon 1] bij [persoon 2] door het ijs. [persoon 1] was voor hem niet de man meer aan wie hij zijn levenswerk van 22 jaar ging overdragen en die hij ook nog voor een bedrag van meer dan USD 2 miljoen ging financieren middels een uitgestelde betaling. [persoon 1] wist tijdens de onderhandelingen van al deze zaken en had zich moeten realiseren dat deze voor een verkoper relevante zaken nog niet op tafel waren gekomen. Daardoor heeft hij niet gerechtvaardigd mogen vertrouwen op het tot stand komen van een overeenkomst. Volgens WIC zijn deze omstandigheden tevens grond voor een vernietiging van de overeenkomst wegens dwaling als ervan wordt uitgegaan dat er al een overeenkomst was.
Beoordelingskader wel/geen overeenkomst
5.6.
Bij de beoordeling volgt het gerecht onder meer het kader als geschetst in het overzichtsartikel van Prof. mr. R.P.J.L. Tjittes in Rechtsgeleerd Magazijn THEMIS 2016-5. De weergave van de hierna vermelde uitgangspunten is deels daaraan en aan de daarin aangehaalde jurisprudentie ontleend.
5.7.
Uitgangspunt bij de beoordeling of sprake is van een overeenkomst, is dat een overeenkomst tot stand komt door aanbod en aanvaarding (artikel 6:217 lid 1 BW BES). Aanbod en aanvaarding zijn rechtshandelingen en eisen wilsverklaringen (artikel 3:33 BW BES). Maar ook indien de wederpartij gerechtvaardigd mocht denken dat de andere partij een aanbod of aanvaarding deed van een zekere inhoud, dan nog is de andere partij daaraan gebonden (artikel 3:35 BW BES). Aanbod en aanvaarding hoeven niet uitdrukkelijk plaats te vinden, maar kunnen in elke vorm geschieden en kunnen in een of meer gedragingen besloten liggen (artikel 3:37 lid 1 BW BES).
5.8.
Of een overeenkomst tot stand is gekomen moet worden beantwoord aan de hand van de Haviltex-uitlegmaatstaf; het is afhankelijk van hetgeen partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen hebben afgeleid en in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mochten afleiden. Het belang van de vraag of er een overeenkomst (of overeenstemming op hoofdpunten) tot stand is gekomen, dan wel dat er nog slechts sprake is van een onderhandelingsfase, is er in gelegen dat in geval van een overeenkomst de crediteur de remedies wegens een tekortschieten ten dienste staan, zoals nakoming, schadevergoeding mede bestaande uit gederfde winst, en ontbinding. In de onderhandelingsfase is dat arsenaal beperkter, namelijk in de regel schadevergoeding bestaande uit onderhandelingskosten en bij uitzondering vergoeding van een positief contractsbelang waaronder gederfde winst.
5.9.
Verder ontleend aan het genoemde overzichtsartikel, geldt als uitgangspunt dat een overeenkomst ook tot stand kan komen als partijen het niet over alle onderdelen van de overeenkomst eens zijn. Een overeenkomst op hoofdpunten – ook wel ‘rompovereenkomst’ – kan evenzeer een juridisch bindende overeenkomst zijn. Of een overeenkomst tot stand is gekomen indien partijen het over een aantal onderdelen eens zijn en over een aantal onderdelen niet, hangt af van de bedoeling van partijen daarover, waarvoor de Haviltex uitlegmaatstaf geldt. Gezichtspunten die relevant kunnen zijn bij het vaststellen van die bedoeling van partijen zijn (i) de betekenis van hetgeen wel en niet geregeld is (ii) het al dan niet bestaan van het voornemen tot verder onderhandelen en (iii) de omstandigheden van het geval. [1] In het kader van het eerste punt kan worden aangenomen dat indien het mogelijk is dat de leemten in de overeenkomst op grond van de aanvullend werking van wet en de redelijkheid en billijkheid kunnen worden ingevuld er een overeenkomst op hoofdpunten is. [2] Het tweede punt houdt in dat indien partijen niet het voornemen hebben verder te onderhandelen, dit een aanwijzing is dat partijen er (op hoofdpunten) uit zijn. [3] Van belang bij de vaststelling van hetgeen naar objectieve maatstaven de essentialia van de overeenkomst zijn is de complexiteit en het (financiële) gewicht van de transactie. Indien het gaat om de overname van aandelen in een vennootschap volstaat overeenstemming over het object (de aandelen) en de prijs niet om een overeenkomst op hoofdpunten aan te nemen. Bij dergelijke transacties spelen doorgaans garanties en vrijwaringen een belangrijke rol en zal ook ten aanzien daarvan overeenstemming moeten bestaan. [4] Indien er een overeenkomst op hoofdpunten tot stand is gekomen zullen eventuele leemten opgevuld moeten worden door de wet, de gewoonte en de redelijkheid en billijkheid. Indien een dergelijke aanvulling niet mogelijk is, is dat een aanwijzing dat er geen rompovereenkomst bestaat.
5.10.
Ook ontleend aan het genoemde overzichtsartikel is dat partijen een voorwaarde kunnen overeenkomen om te voorkomen dat er tijdens de onderhandelingsfase een overeenkomst (op hoofdlijnen) ontstaat, bijvoorbeeld de voorwaarde van een door partijen getekend schriftelijk contract of een financieringsvoorbehoud. Een voorwaarde kan worden vormgegeven als een totstandkomingsvoorwaarde, een opschortende voorwaarde of een ontbindende voorwaarde. Om wat voor soort voorwaarde het gaat is een kwestie van uitleg van de voorwaarde zelf. Als regel zijn in de onderhandelingsfase overeengekomen voorwaarden totstandkomingsvoorwaarden of opschortende voorwaarden. Zolang niet aan de voorwaarde is voldaan, komt de overeenkomst niet tot stand (totstandkomingsvoorwaarde) dan wel hebben de daaruit voortvloeiende verbintenissen geen werking (opschortende voorwaarde). Op een voorwaarde kan in beginsel door iedere partij een beroep worden gedaan, ook de wederpartij van degene in het belang van wie een voorwaarde is opgenomen, tenzij het beroep op de voorwaarde door de betreffende partij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. [5]
Conclusie: Overeenkomst op hoofdpunten
5.11.
Met de hiervoor gegeven uitgangspunten is het gerecht van oordeel dat de onderhandelingen die partijen vanaf januari 2022 hebben gevoerd, hebben geleid tot een overeenstemming op hoofdpunten. Uit de onder 3.6 - 3.10 weergegeven berichten volgt dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de koopsom van de aandelen, de deels uitgestelde betaling daarvan, de daarvoor te verstrekken zekerheid, de daarover verschuldigde rente en de datum van levering en over een aantal andere zaken waaronder de kosten voor een vervanging van een deel van het wagenpark. Partijen hadden al enige maanden overeenstemming over de hoogte van de koopsom en een deels uitgestelde betaling daarvan, namelijk USD 4 miljoen direct en USD 2 miljoen binnen twee jaar. Met dat als uitgangspunt, heeft [persoon 1] in een e-mail van 28 maart 2022 een zeer gedetailleerd voorstel gedaan, waarop [persoon 2] op 31 maart 2022 heeft gereageerd met een tegenvoorstel waarin hij “
nog een keer kort de hoofdlijnen” uitlegde van hoe hij de deal zou willen doen. In reactie daarop reageerde [persoon 1] dat partijen, naar aanleiding van een kort daarvoor gevoerd telefoongesprek, hebben afgesproken dat zij een deal hadden en dat hij de voorwaarden in het hiervoor genoemde tegenvoorstel van [persoon 2] in zijn voorstel van 28 maart 2022 zou verwerken. Hierop reageerde [persoon 2] op 1 april 2022 met een e-mail waarin hij, met een “
hieronder tref je aan het definitief”, de punten herhaalde in zijn e-mail van 31 maart 2022, met dien verstande dat daarin de hoogte van de uitgestelde betalingen en de daarover te berekenen rente iets lager waren. Daarna hebben partijen niet verder onderhandeld of afspraken over verdere onderhandelingen gemaakt, hetgeen een aanwijzing is dat er een overeenkomst was op hoofdlijnen. Vanaf toen gingen de berichten van partijen alleen nog over de financiering waarvoor [persoon 1] nog goedkeuring van de bank moest krijgen. Op 13 april 2022 schreef hij aan [persoon 2] dat hij de volgende dag uitsluitsel van de bank hoopte te krijgen. Hij stelde voor om op de eerstkomende dinsdag een barbecuefeestje met het personeel te organiseren ter ere van het bezoek van [persoon 2] aan Bonaire. Hij schreef dat hij hoopte dat tegen die tijd de deal definitief zou zijn zodat zij samen het personeel over de overname konden informeren, waarop [persoon 2] antwoordde met een “ok.” Ook hieruit volgt dat partijen geen andere voorwaarden voor hun overeenkomst stelden dan de door Sinne te verkrijgen goedkeuring van de bank. Weliswaar had [persoon 2] die voorwaarde niet in zijn laatste voorstellen opgenomen maar gelet op het belang dat Sinne aan die financiering hechtte moet het duidelijk voor [persoon 2] zijn geweest dat Sinne de overeenkomst alleen kon uitvoeren met een door de bank te verkrijgen financiering. Daarom heeft Sinne in haar antwoord daarop geschreven dat deze overeenkomst “
uiteraard” onder deze voorwaarde zou worden gesloten, hetgeen [persoon 2] in zijn verdere berichten niet heeft weersproken. Integendeel, heeft hij met zijn hiervoor aangehaalde “
ok” op de uitnodiging van het barbecuefeestje waarop het personeel over de overname zou worden geïnformeerd, bevestigd dat de deal definitief zou zijn als de bank akkoord was met de door Sinne gevraagde financiering.
5.12.
Anders dan WIC stelt, was het voorbehoud van financiering geen totstandkomingsvoorwaarde maar een opschortende voorwaarde. Het onderhandelingsresultaat was namelijk niet vrijblijvend. Als WIC niet aan het onderhandelingsresultaat gebonden wilde zijn, dan had zij dat vooraf moeten bedingen. Dat heeft zij niet gedaan. Dat leidt ertoe dat het financieringsvoorbehoud als een overeengekomen opschortende voorwaarde heeft te gelden. De daarvoor overeengekomen termijn was 1 juni 2022, zoals blijkt uit de berichten van partijen daarover van 22 maart 2022. Anders dan WIC stelt, zijn partijen daarna niet van deze datum afgeweken. Weliswaar was het de verwachting van partijen dat daarover eerder duidelijkheid zou komen, op grond van daartoe gedane toezeggingen van de bank, maar daaruit volgt niet dat voor het verkrijgen van de financiering nadien een andere datum is gaan gelden.
5.13.
Ook anders dan WIC stelt, hebben partijen niet de voorwaarde van een schriftelijke overeenkomst afgesproken. Partijen hebben afgesproken dat een schriftelijke overeenkomst zou worden opgesteld door notaris Arends. Een nadere uitwerking van de gemaakte afspraken in een schriftelijke overeenkomst ligt ook voor de hand. Een aandelentransactie is doorgaans complex; er komen veel dingen bij kijken. Gelet op de belangen die daarbij spelen voor partijen, is het nodig dat de daarover gemaakte afspraken op een zorgvuldige en juridisch verantwoorde wijze worden vastgelegd. Ongetwijfeld zou het daarvoor door de notaris op te stellen concept nog aanleiding hebben gegeven voor een verdere afstemming tussen partijen, maar er is geen aanleiding voor de veronderstelling dat partijen daar niet uit zouden komen, immers waren de afspraken tussen partijen al zeer gedetailleerd. Bij een aandelentransactie spelen garanties en vrijwaringen doorgaans een belangrijke rol, maar dat was hier anders omdat [persoon 1] als bestuurder volledig bekend was met de vennootschappen. Om die reden zag hij ook af van een due diligence onderzoek naar AB Carrental, zoals hij [persoon 2] schreef. Ook met Dougie was [persoon 1] goed bekend. Hoewel hij geen bestuurder was van Dougie, was hij wel bekend met haar enige asset, namelijk het bedrijfspand en het terrein van waaruit AB Carrental haar bedrijf uitoefende. Bijzonder is dat partijen zijn overeengekomen dat WIC een verkopers due diligence onderzoek naar Dougie zou doen, maar niet valt in te zien in welke zin de uitvoering of de uitkomsten daarvan een breekpunt tussen partijen hadden kunnen vormen.
Geen dwaling
5.14.
De conclusie uit het voorgaande is dat tussen partijen sprake is van een overeenkomst op hoofdpunten. Daarmee wordt toegekomen aan een beoordeling van het beroep van WIC op haar vernietiging van de overeenkomst op grond van dwaling. WIC stelt in verband daarmee dat het wagenpark van AB Carrental door toedoen van [persoon 1] in een zeer slechte staat was komen te verkeren. Er was sprake van achterstallig onderhoud en er was sprake van overmatige roest en [persoon 1] zou [persoon 2], die vooral in Thailand verbleef, daarover niet of onvoldoende hebben geïnformeerd. [persoon 1] zou de onderhoudskosten veel te laag hebben gehouden, kennelijk om zijn resultaatgerelateerde bonus op te schroeven. Daarnaast had [persoon 2] in het vliegtuig naar Bonaire van een medepassagier gehoord dat [persoon 1] voor zijn komst naar Bonaire in Nederland een spoor van schulden zou hebben achtergelaten. Hoewel dit belangrijke informatie was, zou [persoon 1] hem daarover nooit hebben geïnformeerd. Verder, zo bleek later, heeft [persoon 1] in de periode dat hij bestuurder was van AB Carrental in privé gebruik gemaakt van bedrijfsmiddelen van AB Carrental. Het gaat om een appartement op het terrein van AB Carrental waarin [persoon 1] zijn zoon heeft laten wonen, een bedrijfsauto waarin [persoon 1] buiten de geoorloofde tijden heeft gereden en om een of meerdere huurauto’s die hij heeft gebruikt zonder daarvoor te betalen. WIC heeft het appartement volledig uitgewoond aangetroffen. Tot slot zou [persoon 1] zich een persoonlijk voordeel hebben verschaft in de vorm van een gratis privéverblijf door aan een klant – Bamboo Bali – een korting te verlenen.
5.15.
Sinne betwist de hiervoor vermelde aantijgingen gemotiveerd. Zij betwist dat sprake was van achterstallig onderhoud van het wagenpark. Er waren problemen met roest, maar daarover heeft [persoon 1] diverse berichten gestuurd aan [persoon 2]. Hij wist daar dus van. Daarnaast heeft hij het appartement aan zijn zoon in gebruik gegeven zodat hij buiten de kantooruren het bedrijfsterrein in de gaten kon houden. De bedrijfsauto heeft hij nooit buiten kantoortijden gebruikt en er is nooit een huurauto gratis in gebruik genomen. De korting aan Bamboo Bali hield verband met een terugloop van gasten als gevolg van de Coronapandemie waardoor de door deze klant gehuurde auto’s ongebruikt bleven staan.
5.16.
Het voorgaande wordt als volgt beoordeeld. Ingevolge artikel 6:228 lid 1 sub b BW BES is een overeenkomst die tot stand is gekomen onder invloed van dwaling en bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten vernietigbaar indien de wederpartij in verband met hetgeen hij omtrent de dwaling wist of behoorde te weten de dwalende had behoren in te lichten. Ingevolge artikel 6:228 lid 2 BW BES kan de vernietiging niet worden gegrond onder meer op een dwaling die in verband met de aard van de overeenkomst, de in het verkeer geldende opvattingen of de omstandigheden van het geval voor rekening van de dwalende behoort te blijven.
5.17.
Nog daargelaten dat de door WIC gestelde feiten en omstandigheden niet zonder meer kan worden uitgegaan gelet op de gemotiveerde betwisting daarvan door Sinne en/of de daarvoor door Sinne gegeven uitleg, kunnen deze in redelijkheid geen grond geven voor een vernietiging gegrond op dwaling. WIC had als verkoper bekend moeten zijn met de staat waarin het wagenpark verkeerde. Daarover hoeft Sinne haar niet te informeren, nog daargelaten wat het belang daarvan zou zijn geweest voor WIC, immers verkocht zij de aandelen van AB Carrental zonder vrijwaringen en garanties waardoor zij voor de kwaliteit van het wagenpark niet hoefde in te staan. WIC stelt dat Sinne als gevolg van de slechte staat waarin het wagenpark verkeerde en de investeringen die nodig waren voor herstelwerk in betalingsproblemen zou kunnen komen, waardoor de nakoming van haar uitgestelde betalingsverplichting aan WIC van USD 2 miljoen lastig zou kunnen worden. Het gerecht gaat daaraan voorbij. Het is niet aannemelijk dat dit voor [persoon 2] een reden was om de overeenkomst niet te voort te zetten. Als deze zorgen zo belangrijk waren, dan had het voor de hand gelegen dat hij deze eerst met [persoon 1] had gedeeld en hem om een reactie had gevraagd. Dat is niet gebeurd. De enige door hem aangegeven reden voor het weglopen van de overeenkomst was het verstrijken van een beweerde deadline voor het verkrijgen van financiering. Hetzelfde geldt voor het door WIC gestelde spoor van schulden dat [persoon 1] in Nederland zou hebben achtergelaten. Het had voor de hand gelegen dat [persoon 2] deze omstandigheid aan [persoon 1] zou hebben voorgelegd en hem om een reactie zou hebben gevraagd. Ook dat is niet gebeurd, maar [persoon 1] was ook al vier jaar als bestuurder werkzaam voor AB Carrental werkzaam en, naar kan worden aangenomen, naar tevredenheid. Daarom valt in redelijkheid niet in te zien dat WIC de overeenkomst niet had gesloten als hij met deze vroegere schulden van [persoon 1] bekend was geweest. Tot slot kan in redelijkheid niet worden aangenomen dat WIC de overeenkomst niet had gesloten als zij bekend was geweest met het door haar gestelde, maar door Sinne bestreden of verklaarde privégebruik van auto’s en appartementen en het toekennen van persoonlijke voordelen. Immers, zou dit haar na de verkoop van de aandelen in AB Carrental niet meer (indirect) in haar vermogenspositie raken.
Schade
5.18.
De conclusie is dan ook dat het beroep van WIC op vernietiging op grond van dwaling faalt. Tussen partijen was, zoals hiervoor overwogen, sprake van een overeenkomst op hoofdlijnen. Sinne heeft deze mogen ontbinden toen haar na haar sommatie van 3 mei 2022 bleek dat WIC geen uitvoering wilde geven aan de daaruit volgende verbintenis tot levering van de aandelen. Op grond van artikel 6:277 BW BES is WIC gehouden de schade van Sinne als gevolg van de ontbinding te vergoeden.
5.19.
Voor de schade moet volgens Sinne worden uitgegaan van het verschil tussen de werkelijke waarde van de aandelen en de overeengekomen koopsom. De waarde van de aandelen in AB Carrental zou volgens haar op basis van de
discounted cashflowmethode op USD 6.570.00,00 moeten worden vastgesteld, terwijl partijen als koopprijs voor de aandelen in AB Carrental USD 5 miljoen zijn overeengekomen. Verder stelt zij, op basis van een door Sunbelt uitgevoerde taxatie, dat het bedrijfspand van Dougie een waarde heeft van USD 1.925.000,00 terwijl partijen voor de aandelen van Dougie USD 1 miljoen zijn overeengekomen. Daarmee zou volgens haar sprake zijn van een schade van USD 2.495.000,00.
5.20.
Naar het oordeel van het gerecht kan Sinne niet zonder een nadere toelichting worden gevolgd in haar stellingen met betrekking tot de schade. Sinne wilde de aandelen in de genoemde vennootschappen verwerven kennelijk met het doel de activiteiten van die vennootschappen voort te zetten en met het oog om daarmee winst te genereren. Dat doel staat niet in een rechtstreeks verband met de werkelijke waarde van de aandelen of de assets. Het doel van Sinne was niet om met deze transactie een beleggingswinst te behalen. De vraag is daarom of een abstracte schadebegroting hier op zijn plaats is, welke vraag niet eerder in de procedure aan de orde is gekomen, ook niet tijdens de comparitie van partijen. In dat kader is ook niet aan de orde gekomen of voor de hier aan de orde zijnde schadebegroting artikel 7:36 BW BES toepassing kan vinden. Hierin is bepaald dat in geval van de ontbinding van een koopovereenkomst en de zaak een dagprijs heeft, de schadevergoeding gelijk is aan het verschil tussen de in de overeenkomst bepaalde prijs en de dagprijs ten dage van de niet-nakoming. Ingevolge artikel 7:47 BW BES kunnen de wettelijke bepalingen met betrekking tot een koopovereenkomst, waaronder artikel 7:36 BW BES ook op vermogensrechten, en daarmee op aandelen, betrekking hebben voor zover dit in overeenstemming is met de aard van het recht. Gelet hierop is nu de vraag of artikel 7:36 BW BES in zijn algemeenheid van toepassing kan zijn op de koop van aandelen, en meer specifiek op aandelen waarvoor geen op de beurs bepaalde dagprijs geldt.
5.21.
Het voorgaande is van belang voor de door Sinne gevorderde verwijzing naar de schadestaatprocedure. Daarvoor zal als vereiste moeten worden vastgesteld dat de mogelijkheid van schade aannemelijk is. Omdat Sinne geen andere schade heeft gesteld dan de hiervoor bedoelde abstracte ‘schade’, hangt het oordeel over een dergelijke verwijzing daarvan af. Sinne zal daarom in de gelegenheid worden gesteld zich nader uit te laten over deze schade en de eventuele toepassing van artikel 7:36 BW BES in dat verband. De zaak zal voor een daarover te nemen akte naar de rol worden verwezen. Daarop zal WIC met een antwoordakte kunnen reageren.
In reconventie:
5.22.
WIC vordert in reconventie een schadevergoeding van
USD 286.363,88 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 april 2022. Voor een verdere schadevaststelling verzoekt zij een verwijzing naar de schadestaatprocedure. De schade waarvan WIC vergoeding vordert betreft hoofdzakelijk schade die AB Carrental zou hebben geleden omdat Sinne destijds als bestuurder van AB Carrental het wagenpark van AB Carrental zou hebben verwaarloosd. De door haar begrote schade betreft het verschil tussen de afschrijvingen op het wagenpark van AB Carrental in haar jaarrekening 2021 en het bedrag dat zij in daaraan voorafgaande jaren op het wagenpark zou hebben afgeschreven.
5.23.
Sinne betwist de door WIC gestelde verwaarlozing van het wagenpark. [persoon 1] zou als bestuurder van AB Carrental juist veel hebben geïnvesteerd in het onderhoud. Volgens Sinne heeft
AB Carrental ten onrechte een hoge afschrijving toegepast om haar winst en de daaraan voor Sinne gekoppelde bonus in de managementovereenkomst te ontlopen of te beperken.
5.24.
Daarnaast stelt Sinne dat WIC niet ontvankelijk is in haar vorderingen omdat deze vallen, als zij zouden bestaan, in het vermogen van AB Carrental en/of Dougie. WIC zou de vorderingen dan ook als lasthebber voor deze vennootschappen hebben ingesteld. Dat is een andere hoedanigheid dan waarin zij haar conventionele vorderingen heeft ingesteld omdat zij in conventie zowel de materiële als de formele procespartij is. Ingevolge artikel 182 sub a Rv BES is een gedaagde bevoegd om een eis in reconventie in te stellen tenzij eiser in conventie is opgetreden in een kwaliteit en de reconventie hem persoonlijk zou betreffen, en omgekeerd. Deze beperking geldt ook voor de gedaagde. Als de gedaagde in conventie in hoedanigheid is betrokken, kan hij ok slechts in die hoedanigheid een eis n reconventie instellen. In andere hoedanigheid is de gedaagde geen partij in het geding. Als de vordering in conventie de gedaagde persoonlijk betreft, zoals in dit geval, kan de gedaagde niet in hoedanigheid van lasthebber een eis in reconventie instellen.
5.25.
Het gerecht volgt Sinne in haar stelling dat uit artikel 182 sub a Rv BES volgt dat gedaagde in reconventie niet in andere hoedanigheid kan optreden dan in conventie, zoals hier aan de orde. WIC is daarom niet ontvankelijk in haar vorderingen in reconventie.
5.26.
Ten overvloede, omdat het voorgaande al in de weg staat aan de toewijsbaarheid van de vorderingen in reconventie, geldt nog de overweging dat de door WIC gevorderde schade het gevolg is van haar eigen tekortschieten in de nakoming van de koopovereenkomst van de aandelen in AB Carrental en Dougie en reeds daarom voor haar rekening moet blijven. De door haar gestelde schade had zij namelijk niet geleden als zij de aandelen volgens de daartoe gemaakte afspraken aan Sinne had geleverd. In dat geval zou zij immers geen belang meer hebben bij de vermogenspositie van deze vennootschappen.
Conclusie in conventie en in reconventie
5.27.
De slotsom in conventie is dat de zaak naar de rol zal worden verwezen voor een akte aan de zijde van Sinne voor het onder 5.19 beschreven doel. De slotsom in reconventie is dat WIC in haar vorderingen niet ontvankelijk zal worden verklaard, hetgeen in het dictum van een te zijner tijd te wijzen eindvonnis zal worden opgenomen, welk eindvonnis tevens de eindbeslissing in conventie zal omvatten. Tot dat vonnis zal iedere beslissing in reconventie worden aangehouden.

6.De beslissing

Het gerecht:
In conventie:
6.1.
verwijst de zaak naar de rol van 20 november 2024 voor een akte aan de zijde van Sinne voor het onder 5.19 beschreven doel,
6.2.
bepaalt dat WIC daarop met een antwoordakte kan reageren,
In reconventie:
6.3.
houdt iedere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Veerman, rechter, en op 30 oktober 2024 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.HR 26 september 2003, NJ 2004/460 (Regiopolitie/Hovax)
2.Rb Rotterdam 1 mei 2013 , NJF 2013/339 (Strukton/GE)
3.HR 26 september 2003, NJ 2004/460 (Regiopolitie/Hovax)
4.Vgl. Rb Rotterdam (vzr.) 29 oktober 2008, RCR 2009/15 (TMH/Pharox).
5.HR 24 oktober 2008, NJ 2008/558 (Hoogendoorn/Benthuizen).