Uitspraak
verzoeker,
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Op 4 december 2024 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker en verweerster, beiden wonende te Bonaire, betrokken waren. Verzoeker verzocht om samen met verweerster belast te worden met het gezag over hun minderjarige kind, geboren in 2009. Daarnaast vroeg hij om een verklaring van recht dat een eerdere beschikking van het gerecht, waarin was bepaald dat hij aan verweerster kinderalimentatie en partneralimentatie moest betalen, onjuist en frauduleus tot stand was gekomen. Tijdens de zitting hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, waarbij de rechter vragen stelde om de situatie beter te begrijpen.
De rechter heeft de verzoeken van verzoeker afgewezen. Voor gezamenlijk gezag is een voldoende niveau van communicatie tussen de ouders vereist, wat in deze situatie niet aanwezig was. De rechter merkte op dat dit gebrek aan communicatie niet door een van de partijen werd betwist. Wat betreft de alimentatie was er al een eerdere beschikking van 2 mei 2024, waarin de alimentatie met terugwerkende kracht tot 12 maart 2015 op nihil was gesteld. De rechter concludeerde dat verzoeker niet meer kon verzoeken dan al was beslist en dat de huidige procedure niet geschikt was voor het vaststellen van een schadeclaim. Verzoeker werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van verweerster op nihil werden begroot.
De uitspraak werd mondeling gedaan en is vastgelegd in een proces-verbaal, dat op 10 december 2024 door de rechter en de griffier is ondertekend.