In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 27 november 2024 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorzieningen in het kader van een echtscheidingsprocedure. De vrouw, wonende op Bonaire, heeft verzocht om de hoofdverblijfplaats van hun minderjarige kind bij haar vast te stellen, alsook om kinderalimentatie en partneralimentatie van de man, die in het Verenigd Koninkrijk woont. De man heeft verweer gevoerd en zelfstandig verzoeken ingediend, waaronder een verzoek om een omgangsregeling met het kind. Het gerecht heeft vastgesteld dat het bevoegd is om de zaak inhoudelijk te beoordelen, ondanks het verweer van de man over de rechtsmacht. De vrouw heeft aangetoond dat zij en het kind hun woonplaats op Bonaire hebben, wat de rechtsmacht van het gerecht bevestigt. Het gerecht heeft de hoofdverblijfplaats van het kind bij de vrouw vastgesteld en de man verplicht om maandelijks USD 655,00 aan kinderalimentatie en USD 750,00 aan partneralimentatie te betalen. Tevens is een voorlopige omgangsregeling vastgesteld, waarbij de man contact kan hebben met het kind via videoverbinding en in overeenstemming met de wensen van de vrouw. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt.