In deze zaak heeft de werknemer, die sinds 8 juli 2014 in dienst is bij JIBE CITY N.V. als onderhoudsmedewerker, verzocht om betaling van achterstallig ziekengeld. De werknemer is arbeidsongeschikt en heeft recht op ziekengeld dat door de werkgever moet worden doorbetaald. De werkgever heeft echter enige tijd het ziekengeld niet tijdig uitbetaald, wat heeft geleid tot een geschil. De werknemer heeft een bedrag van USD 10.400,00 aan achterstallig ziekengeld en een bedrag van USD 4.524,00 aan wettelijke vertragingsrente gevorderd, evenals vergoeding van proceskosten.
De rechter heeft vastgesteld dat de werkgever op 8 december 2023 het ziekengeld van de Minister heeft ontvangen, maar pas op 24 januari 2024 een bedrag van USD 7.317,40 aan de werknemer heeft doorbetaald. De rechter oordeelt dat de werkgever in gebreke is gebleven en dat de wettelijke verhoging van artikel 7A:1614q BW BES van toepassing is. De rechter heeft de werkgever veroordeeld tot betaling van de wettelijke rente over het achterstallige bedrag en een wettelijke verhoging van maximaal 5% over het bedrag van USD 7.317,40. Daarnaast is de werkgever veroordeeld in de proceskosten van de werknemer, die tot op heden zijn begroot op USD 1.146,00.
De rechter heeft het verzoek van de werknemer tot betaling van het volledige achterstallige ziekengeld afgewezen, omdat het bedrag van USD 7.317,40 al was betaald. De wettelijke rente en de wettelijke verhoging zijn echter toegewezen, evenals de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. J.R. Veerman op 14 februari 2024.