ECLI:NL:OGEABES:2024:118

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
20 november 2024
Publicatiedatum
20 januari 2025
Zaaknummer
BON202400230
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging erkenning van de minderjarige op basis van DNA-onderzoek

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba op 20 november 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot vernietiging van de erkenning van een minderjarige. Verzoeker, die de minderjarige eerder had erkend, heeft middels een DNA-test aangetoond dat hij niet de biologische vader is. De moeder, die het gezag over de minderjarige heeft, heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van verzoeker. De zaak begon met een tussenbeschikking op 12 juni 2024, waarin de Voogdijraad als bijzonder curator werd benoemd. Na een mondelinge behandeling op 21 augustus 2024 werd besloten om een DNA-test uit te voeren. De resultaten van deze test, die op 10 september 2024 zijn ontvangen, bevestigden de twijfels van verzoeker over zijn vaderschap. Het gerecht heeft geoordeeld dat er voldoende bewijs is dat verzoeker niet de biologische vader is en heeft het verzoek tot vernietiging van de erkenning toegewezen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, ondanks het verzoek van de moeder om de inschrijving van de vernietiging uit te stellen in verband met een geplande vakantie van de minderjarige. Het gerecht heeft geoordeeld dat de uitvoerbaarheid bij voorraad geen praktische bezwaren met zich meebrengt.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA zittingsplaats Bonaire

Registratienummer: BON202400230
Datum uitspraak: 20 november 2024
BESCHIKKING
op verzoek van:
[verzoeker],
wonende te Bonaire,
hierna: verzoeker,
gemachtigde: mr. E.J. Winkel,
tegen
[verweerder],wonende te Bonaire,
hierna: de moeder,
gemachtigde: mr. M.M.A. van Lieshout,
betreffende de minderjarige:
[de minderjarige],(hierna: [de minderjarige]),
geboren op [geboortedatum] 2018 te Aruba,
vertegenwoordigd door de Voogdijraad CN in zijn hoedanigheid als bijzonder curator.

1.Het verdere procesverloop

1.1.
Op 12 juni 2024 is een (tussen)beschikking gegeven waarin de Voogdijraad als bijzonder curator van [de minderjarige] is benoemd. Op 15 augustus 2024 is een rapport van bevindingen van de Voogdijraad ingekomen. Op 21 augustus 2024 heeft een mondelinge behandeling van de zaak plaatsgevonden waarbij partijen hebben afgesproken om via een DNA-test zekerheid te krijgen over het biologische vaderschap van verzoeker. Op 23 oktober 2024 heeft het gerecht een verweerschrift van de moeder ontvangen. Verzoeker heeft bij de rolzitting van 30 oktober 2024 een akte uitlating ingediend.
1.2.
De rechter heeft bepaald dat een verdere mondelinge behandeling van het verzoek achterwege kan blijven.
1.3.
De beschikking is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het gezag over [de minderjarige].
2.2.
Verzoeker heeft [de minderjarige] erkend.
2.3.
Uit het overgelegde DNA-onderzoek van DNA Diagnostics Center van
10 september 2024 blijkt dat met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid verzoeker niet de biologische vader van de [de minderjarige] is

3.Het verzoek

Het verzoek van verzoeker strekt tot vernietiging van de erkenning van [de minderjarige].

4.De beoordeling

4.1.
Ingevolge artikel 1:205 lid 1 BW BES kan een verzoek tot vernietiging van de erkenning op de grond dat de erkenner niet de biologische vader van het kind is, bij het gerecht in eerste aanleg worden ingediend door de erkenner, indien hij door bedreiging, dwaling, bedrog of, tijdens zijn minderjarigheid, door misbruik van omstandigheden daartoe is bewogen.
4.2.
Verzoeker heeft tijdens de eerdere mondelinge behandeling, op 21 augustus 2024, aangegeven al sinds de geboorte van [de minderjarige] te hebben getwijfeld over de vraag of hij de biologische vader is omdat hij zich niets meer van de one night stand kon herinneren waarin [de minderjarige], volgens de moeder, zou zijn verwekt. Daarnaast merkte verzoeker tijdens het opgroeien van [de minderjarige] op, dat [de minderjarige] geen trekken van hem heeft. Om die reden heeft verzoeker eerder op eigen initiatief een DNA-test afgenomen. Het resultaat van deze test van 10 mei 2024 bevestigde zijn vermoeden dat hij niet de biologische vader van [de minderjarige] is.
4.3.
Tijdens de mondelinge behandeling op 21 augustus 2024 is afgesproken dat een nieuwe DNA-test afgenomen zou worden, die onder toeziend oog van BONLAB Bonaire dan wel de Voogdijraad zou worden afgenomen. Verzoeker heeft een rapport overgelegd van het DNA Diagnostics Center van 10 september 2024 met daarin de bevindingen van deze test. Nu middels dit rapport nagenoeg met zekerheid kan worden gezegd, en er ook overigens geen reden is om de resultaten van het verwantschapsonderzoek in twijfel te trekken, is hiermee voldoende aannemelijk gemaakt dat verzoeker niet de biologische vader van [de minderjarige] is.
4.4.
De moeder heeft geen verweer (meer) gevoerd. Wel verzoekt zij om de beschikking niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren en de inschrijving van de vernietiging van de erkenning pas op zijn vroegst in januari 2025 te laten plaatsvinden, dit in verband met een reeds geplande vakantie van [de minderjarige] naar de Dominicaanse Republiek in december 2024. Indien als gevolg van de vernietiging een nieuw paspoort zou moeten worden aangemaakt en daarin vertraging zou ontstaan zou deze reis mogelijk geen doorgang kunnen vinden. Het gerecht wijst dat verzoek af om de volgende reden. Ingevolge artikel 1:20 lid 1 aanhef en sub a BW BES zal de ambtenaar van de burgerlijke stand een rechterlijke uitspraak niet inschrijven als de dagtekening daarvan niet ten minste zes weken oud is. Ingevolge artikel 1:20 e lid 1 BW BES zal de griffier van het gerecht de uitspraak niet eerder dan zes weken na de datum daarvan aan het de ambtenaar van de burgerlijke stand zenden. Het uitreizen uit Bonaire in december 2024 zal door een uitvoerbaarheid bij voorraad van deze beschikking dan ook niet op praktische bezwaren stuiten.
4.5.
De slotsom is dat, nu voldoende aannemelijk is gemaakt dat verzoeker niet de biologische vader van [de minderjarige] is, het verzoek zal worden toegewezen. Daarbij in aanmerking genomen dat verzoeker binnen één jaar nadat hij voor zichzelf duidelijkheid had over de afstamming, het verzoek heeft ingediend.

5.De beslissing

Het gerecht:
5.1.
vernietigt de door
[verzoeker],geboren op [geboortedatumverzoeker] 1991 te Bonaire, gedane erkenning van de minderjarige
[de minderjarige],geboren op [geboortedatum] 2018 te Aruba,
5.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
5.3.
verstaat dat de griffier van het gerecht ex artikel 1:20e BW BES een afschrift van deze beschikking niet eerder dan zes weken na de datum van de beschikking zal zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.R. Veerman, rechter, en op 20 november 2024 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.